direct naar inhoud van 2.3 Ruimtelijke ontwikkeling
Plan: Buitengebied Avereest, locatie Westerhuizingerweg 61 te Balkbrug
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.BP00070-VG01

2.3 Ruimtelijke ontwikkeling

2.3.1 Erfinrichtingsplan

Aan de hand van het 'Algemeen kader voor het maken van een erfinrichtingsplan' van de gemeente Hardenberg en een aantal randvoorwaarden heeft Eelerwoude uit Goor een inrichtingsplan opgesteld.

In dit hoofdstuk wordt het inrichtingsplan beknopt toegelicht. Voor een nadere toelichting op de achtergronden, randvoorwaarden en analyses van het plan wordt kortheidshalve verwezen naar het landschappelijke inrichtingsplan van Eelerwoude. Dit plan is opgenomen in Bijlage 2 van deze toelichting.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.BP00070-VG01_0007.png"

Het inrichtingsplan is opgenomen in figuur 2.4.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.BP00070-VG01_0008.png"

Figuur 2.4. Landschappelijk inrichtingsplan

De inrichting op het erf is gebaseerd op de karakteristieken van een erf in een grootschalig heideontginningslandschap en op de traditionele erfindeling. Uitgangspunt is de rechthoekige vorm van het erf. Daarnaast is en blijft de bestaande boerderij het meest belangrijke bouwwerk op het erf. De boerderij ligt voor op het erf en is met de gevel naar de weg gericht.

Ondanks het grote formaat van de hal is de nieuwe rijhal (+/-30 m x 70 m) is deze ruimtelijk gezien ondergeschikt aan de bestaande boerderij. Daarom is de hal ingepast op het achter- / zij-erf van de bestaande boerderij. De gevel van de schuur is ongeveer 10 meter achter de voorgevel van de boerderij geplaatst en de hal ligt haaks op de doorgaande weg. Deze haakse ligging sluit aan op de landschapskarakteristieken.

Het is belangrijk dat het erf ook in de toekomstige situatie een eenheid blijft. De enige manier om het erf compact te houden, is een parallelle ligging van de rijhal ten opzichte van de bestaande boerderij. De nieuwe verharding naar de hal sluit aan op het bestaande verhardingstype op het erf.

Om de agrarische karakteristieken van het landschap in een landbouwontwikkelingsgebied (LOG) te behouden en te versterken, is in dit uitzonderlijke geval een beperkte hoeveelheid nieuwe erfbeplanting toegepast. In de directe omgeving liggen meerdere grootschalige agrarische erven met grote moderne schuren in een open landschap. Veel van deze erven zijn nagenoeg onbeplant. De nieuwe inpassing van het plangebied is gebaseerd op deze ‘grootschalige’, ‘moderne’ en ‘open’ erfinrichting.

Een transparante bomenrij van ruwe berken in de lengte- en breedterichting van de rijhal zorgt voor een nieuwe omkadering van het vergrootte erf. Een transparante bomenrij verbergt de rijhal niet, maar zorgt wel voor een vloeiende overgang tussen bouwwerk en landschap. Daarnaast zorgt de rij voor een verbinding met het naastgelegen Staphorsterbos en is het een aanvulling op de bestaande (restanten) houtsingels en bomenrijen in de directe omgeving.

Versterking landschappelijke kwaliteit

De nieuwe inrichting van het erf behoudt en versterkt de karakteristieken van het heideontginningslandschap. Het erf blijft na de bouw van de rijhal een eenheid. Daarnaast sluit de nieuwe rijhal naadloos aan het op landschap door het toevoegen van transparante berkenrij en door het bouwen met streekeigen bouwmaterialen en kleurstellingen.

2.3.2 Toekomstige activiteiten

Initiatiefneemster gaat zich richten op gedrags- en trainingstherapie voor met name dressuurpaarden die in de hogere klassen lopen en juist daar in de problemen komen. Dit kunnen gedragsproblemen zijn doordat veel paarden in de hogere sport niet genoeg “paard” kunnen zijn. Hiervoor is weidegang van belang, contact met soortgenoten etc. Daarnaast of in combinatie daarmee kunnen er trainingsproblemen zijn die aangepakt kunnen worden door bijvoorbeeld training en ontspanning in het bos af te wisselen of de training in het nabije bos te doen. Uiteindelijk is het doel dat deze paarden weer op het hoge niveau in de sport kunnen presteren.

Voor dressuur vanaf Z niveau ( de beoogde doelgroep) is een rijbaan van 20 x 60 vereist. Dit is een internationaal vastgestelde norm. Een buitenrijbaan van die afmeting is al voorhanden maar gezien het Nederlandse weer is een binnenbaan noodzakelijk om de dagelijkse bedrijfsvoering te kunnen uitvoeren.

De afmeting van de stallen van 4 x 4 zijn gebaseerd op de richtlijnen uit de Notitie Welzijn 2008 van de overkoepelende sportbond de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS). De KNHS stelt dat de minimale afmeting van een stal twee maal de schofthoogte in het kwadraat moet zijn.
Om alle werkzaamheden te kunnen uitvoeren is het daarnaast noodzakelijk de nieuwe hal zo efficiënt mogelijk in te richten. De stalgang is 4 meter breed omdat het voor een efficiënte bedrijfsvoering van belang is dat de hal met een tractor toegankelijk is.