Plan: | TAM-omgevingsplan Moeshoekweg 7 Slagharen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0160.0000TAM0008-VG01 |
Dit plan beoogt een woonfunctie mogelijk te maken op de locatie aan de Moeshoekweg 7 in Slagharen. Juridisch is het plan een nieuw hoofdstuk in het omgevingsplan van de gemeente Hardenberg. Technisch is het dat niet, maar dat hoeft ook nog niet. Juridisch moeten de hoofdstukken van dit plan worden gelezen als paragrafen van hoofdstuk 22h van het omgevingsplan van de gemeente Hardenberg. Dus:
en bij een spoorweg:
Gebruik dat afwijkt van de gebruiksactiviteiten in 5.2 en 5.3 is verboden. In ieder geval omvat het verbod:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gebouwen te (ver)bouwen en bouwwerken te realiseren en deze in stand te houden en te gebruiken ten behoeve van de activiteiten als bedoeld in 5.2, anders dan de vergunningvrije bouwactiviteiten bedoeld in artikel 5.5.
Ruimtelijke bouwactiviteiten die afwijken van de bouwactiviteiten in 5.6 zijn verboden. In ieder geval omvat het verbod:
Voor het verrichten van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden wordt omgevingsvergunning verleend indien door die werken of werkzaamheden, of door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, een of meer waarden of functies van de in Artikel 5 bedoelde gronden, die het plan beoogt te beschermen:
De regels over de functie ''Wonen in landelijk gebied" in zijn gesteld met het oog op:
Voor het exploiteren van boerderijkamers gelden de volgende voorwaarden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende gebruiksactiviteiten uit te voeren:
De omgevingsvergunning wordt verleend indien de gebruiksactiviteit voldoet aan de volgende voorwaarden:
Gebruik dat afwijkt van de gebruiksactiviteiten in 6.2 en 6.3 is verboden. In ieder geval omvat het verbod:
Het is toegestaan zonder omgevingsvergunning een bouwactiviteit te verrichten en het te bouwen bouwwerk in stand te houden en te gebruiken ten behoeve van de activiteiten als bedoeld in artikel 6.2 mits deze in overeenstemming is met Artikel 10.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gebouwen te (ver)bouwen en bouwwerken te realiseren en deze in stand te houden en te gebruiken ten behoeve van de activiteiten als bedoeld in 6.2 en 6.3, anders dan de vergunningvrije bouwactiviteiten bedoeld in artikel 6.5.1.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit wordt, in aanvulling op de algemene indieningsvereisten voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 12.2, een tekening verstrekt waarop de volgende afstanden zijn aangegeven:
Bouwwerken | Maximale bouwhoogte | Minimale dakhelling | Maximale goothoogte | |
Hoofdgebouw 1 | 10 meter | 30º | 3,5 meter | |
Bijbehorende bouwwerken (exclusief overkappingen) | 6 meter | 18º | 3 meter | |
Overkappingen | 3,5 meter | |||
Erf- en perceelsafscheidingen op ten minste 1 meter achter de voorgevelrooilijn | 2 meter | |||
Overige erf- en perceelsafscheidingen | 1 meter | |||
Overige andere bouwwerken | 10 meter |
De regels over de 'Gebieden met archeologische (verwachtings)waarde' zijn gesteld met het oog op:
Indien uit het in 7.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning over:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een bouwactiviteit te verrichten en het te bouwen bouwwerk in stand te houden en te gebruiken, anders dan:
Het is verboden een bouwactiviteit te verrichten en het te bouwen bouwwerk in stand te houden en te gebruiken:
Het is toegestaan zonder omgevingsvergunning de volgende aanlegactiviteiten te verrichten en de aan te leggen werken in stand te houden en te gebruiken, mits deze behoren bij de toegedeelde functie:
In aanvulling op artikel 7.3, 7.4 en 7.207b van de Omgevingsregeling, worden bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit of een melding op grond van dit plan de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Een omgevingsvergunning kan in ieder geval worden geweigerd in het belang van: