direct naar inhoud van 4.8 Archeologie
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied Hardenberg, landhuis Rheezerweg nabij nr. 82 te Diffelen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00201-VG01

4.8 Archeologie

Archeologische waarden dienen op grond van de (herziene) Monumentenwet 1988 te worden mee gewogen in de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen. Het Oversticht is om advies gevraagd. Op 20 oktober 2010 heeft Het Oversticht aangegeven dat archeologisch onderzoek noodzakelijk is (zie bijlagen).

Opmerking: Het Oversticht heeft in de bijlage twee deellocaties benoemd: locatie 1 en locatie 2. In het hierna beschreven archeologisch onderzoek zijn deze twee locaties omgewisseld.

Er is archeologisch onderzoek verricht door MUG Ingenieursbureau b.v., Archeologisch bureau- en booronderzoek Landgoed Uilenkamp te Diffelen, gemeente Hardenberg (OV), rapportnummer 2010-145 d.d. 23 december 2010. Het rapport is separaat raadpleegbaar bij de gemeente. Dit onderzoek heeft betrekking op twee locaties in het plangebied, omdat op deze locaties ten tijde van het onderzoek sprake was van het voornemen van een bouwplan. Inmiddels is alleen voor locatie 1 in het voorliggend bestemmingsplan het realiseren van bebouwing mogelijk. Omdat locatie 2 deel uitmaakt van het plangebied, zijn de conclusie en aanbeveling van het gehele onderzoek hierna weergegeven.

Conclusie

Locatie 1

Uit het booronderzoek blijkt dat op deze locatie de bodem bestaat uit een bouwvoor die via een vergraven bodemlaag overgaat in het onderliggende dekzand. De bodemopbouw is hier niet meer intact.

De vragen uit de inleiding kunnen voor locatie 1 als volgt beantwoord worden:

Vraag 1: Is de bodemopbouw intact en hoe ziet die eruit? De bodemopbouw bestaat uit een bouwvoor die via een vergraven restant van het esdek overgaat in dekzand. De bodemopbouw is niet meer intact.

Vraag 2: Zijn er archeologische indicatoren aanwezig en zo ja, wat is de aard, datering en horizontale en verticale spreiding hiervan? In geen van de boringen zijn archeologische indicatoren aangetroffen.

Vraag 3: Komt het verwachtingsmodel overeen met de veldgegevens? Het verwachtingsmodel gaat uit van een goede trefkans op archeologische resten bij een intacte bodemopbouw. Uit het booronderzoek blijkt dat de bodemopbouw niet meer intact is.

Locatie 2

Op deze locatie is de bodemopbouw beïnvloed door de rivier de Vecht. Op een ondergrond van dekzand ligt een laag zandige leem, vermoedelijk een afzetting de Vecht. Op deze kleilaag is zand afgezet, dan wel ingewaaid, waarvan in de top bodemvorming heeft plaatsgevonden. Aan de basis van dit zandpakket heeft roestneerslag plaatsgevonden, omdat de grondwaterstroming hier op de kleilaag stagneert. In de bouwvoor zijn in alle boringen brokkenklei aanwezig die er op wijzen dat er pogingen zijn gedaan de leemlaag in de ondergrond te doorbreken om zo de waterhuishouding te verbeteren. Voor dit deelgebied geldt dat de bodemopbouw dus niet meer intact is.

De vragen uit de inleiding kunnen voor locatie 2 als volgt beantwoord worden:

Vraag 1: Is de bodemopbouw intact en hoe ziet die eruit?

De bodemopbouw bestaat uit een bouwvoor met leembrokken die via een roesthoudende zandlaag overgaat in een dunne laag sterk zandige klei waaronder het dekzand ligt. De kleibrokken in de bouwvoor wijzen er op dat de bodem tot in de kleilaag geroerd is. Ze is dus niet meer intact.

Vraag 2: Zijn er archeologische indicatoren aanwezig en zo ja, wat is de aard, datering en horizontale en verticale spreiding hiervan? In geen van de boringen zijn archeologische indicatoren aangetroffen.

Vraag 3: Komt het verwachtingsmodel overeen met de veldgegevens? Het verwachtingsmodel gaat uit van een goede trefkans op archeologische resten bij een intacte bodemopbouw. Uit het booronderzoek blijkt dat de bodemopbouw niet meer intact is.

Aanbeveling

Gezien de aanwezigheid van een verstoorde bodemopbouw op beide locaties wordt voor beide locaties aanbevolen het terrein vrij te geven. Mocht men tijdens de uitvoering van het veldwerk onverhoopt alsnog op archeologische resten stuiten, dan dient de bevoegde overheid, de gemeente Hardenberg, hiervan meteen op de hoogte gebracht te worden."

SLOTCONCLUSIE

De slotconclusie is dat het onderdeel archeologie geen bezwaren oplevert voor het bestemmingsplan.