direct naar inhoud van 5.4 Geluid
Plan: Gramsbergen, centrumontwikkeling De Oostermaat/Stationsstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00186-VG01

5.4 Geluid

Wegverkeerslawaai

Het plan biedt de mogelijkheid tot het realiseren van woningen. De Wet geluidhinder beschouwt een woning als een geluidsgevoelig gebouw. Onderzocht dient te worden of toetsing aan de Wet geluidhinder dient plaats te vinden.

ZONES

In het kader van de Wet geluidhinder bevinden zich langs alle wegen zones. Bij de bouw van geluidsgevoelige objecten binnen deze zones dient akoestisch onderzoek plaats te vinden. Dit geldt niet voor wegen die zijn gelegen binnen een als woonerf aangeduid gebied en wegen waarvoor een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt. De zone in binnenstedelijk gebied bedraagt 200 m uit de as van de weg.

Van belang voor het plangebied is de Oostermaat. Deze weg kent een 50 km/uur-regime en derhalve ook een zone. De te realiseren woningen liggen binnen de zone van deze weg.

NORMEN

Behoudens situaties waarbij door Gedeputeerde Staten of burgemeester en wethouders een hogere waarde is vastgesteld, geldt voor geluidsgevoelige objecten binnen een zone als hoogst toelaatbare geluidsbelasting van de gevel 48 dB. Bij het voorbereiden van een plan dat geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op grond behorende bij een zone, dienen burgemeester en wethouders een akoestisch onderzoek in te stellen.

Indien de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde van 48 dB te boven gaat, kunnen burgemeester en wethouders, mits gemotiveerd, een hogere waarde vaststellen tot maximaal 63 dB (artikel 83 van de Wet geluidhinder).

UITGANGSPUNTEN VERKEER

Bij de berekeningen is gebruikgemaakt van de verkeersprognoses van de gemeente Hardenberg voor 2020. Daarnaast is uitgegaan van een groei van het verkeer met 6% in de periode 2020 tot 2023. In de berekeningen is verder uitgegaan van een wegdek van dicht asfaltbeton. In navolgende tabel zijn de gebruikte gegevens weergegeven.

Weg   Wegdek-
type  
Etm. int.
2023  
Verdeling  
      periode   uur %   % samenstelling  
          lv   mv   zv  
De Oostermaat   DAB   1667   dag   7,03   79,94   83,34   88,85  
      avond   2,96   14,84   12,32   5,10  
      nacht   0,49   5,22   4,34   6,05  

BEREKENINGEN

Met behulp van Standaard Rekenmethode I zijn de 48 dB-geluidscontouren van de Oostermaat berekend onder zogenaamde vrije-veldcondities. Dat wil zeggen dat geen rekening is gehouden met de afschermende bebouwing tussen de te realiseren woningen en de betreffende weg. Bij de berekeningen is verder rekening gehouden met een aftrek van 5 dB op grond van artikel 110g van de Wet geluidhinder 2006.

CONCLUSIES

De 48 dB-geluidscontour ligt ongeveer op 25 m uit de as van de Oostermaat. De te realiseren woningen liggen op grotere afstand van deze weg. In de zin van de Wet geluidhinder is geen sprake van geluidhinder wat betreft het wegverkeerslawaai.

Het rekenblad is opgenomen in de bijlagen.

Spoorweglawaai

Zoals eerder opgemerkt, biedt het voornemen de mogelijkheid tot het realiseren van geluidsgevoelige gebouwen. Daarmee is ook hoofdstuk 7 (Zones langs spoorwegen) van de Wet geluidhinder van belang. De spoorlijn Zwolle-Emmen kent een zone van 100 m ter weerszijden van het spoor, gemeten vanaf de buitenste spoorstaaf.

Behoudens situaties waarbij door Gedeputeerde Staten of burgemeester en wethouders een hogere waarde is vastgesteld, geldt voor geluidsgevoelige bebouwing binnen een zone als hoogst toelaatbare geluidsbelasting van de gevel 55 dB.

Bij het voorbereiden van de vaststelling of de herziening van een ruimtelijk plan dat geheel of gedeeltelijke betrekking heeft op grond behorende bij een zone als vorengenoemd, dienen burgemeester en wethouders een akoestisch onderzoek in te stellen.

Indien de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde van 55 dB te boven gaat, kunnen burgemeester en wethouders, gemotiveerd, een hogere waarde vaststellen tot maximaal 68 dB.

BEREKENINGEN EN CONCLUSIE

Bij de berekeningen is gebruikgemaakt van het akoestisch spoorwegboekje Aswin 2011. Bij Aswin wordt tegenwoordig de Prognose 2010-15 niet meer meegeleverd. Dit is een uitvloeisel van het Reken- en Meetvoorschrift 2006 waarin het volgende wordt gesteld: 'Omdat er omtrent de prognose voor het maatgevend jaar in de toekomst geen generieke uitspraken kunnen worden gedaan, is dat deel van het emissieregister vervallen.'

Op 1 juli 2012 is het wetsvoorstel voor de introductie van de geluidsproductie-plafonds in werking getreden. De geluidsproductieplafonds zijn ingevoegd als hoofdstuk 11 in de Wet milieubeheer. De nieuwe regels komen, wat de rijksinfrastructuur betreft, in de plaats van de huidige regels omtrent de aanleg en reconstructie van een weg en de aanleg of wijziging van een spoorweg. Zij hebben geen betrekking op de bouw van geluidsgevoelige objecten langs wegen en spoorwegen met geluidproductieplafonds. Daarop zijn de bestaande regels van de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer, met enkele noodzakelijke aanpassingen, van toepassing.

De geluidproductieplafonds geven de geluidproductie aan die een weg of spoorweg maximaal mag voortbrengen op aan weerszijden van de spoorweg gelegen punten, en moeten –behoudens een besluit tot verhoging of verlaging- permanent worden nageleefd. De geluidproductieplafonds zijn in het algemeen gelegen op het niveau van de heersende waarde (wat spoorweglawaai betreft het gemiddelde van de periode 2006 - 2008) plus een zogenaamde 'werkruimte' van 1,5 dB. Bij berekeningen dienen deze gegevens als uitgangspunt te dienen.

Uit het Register spoorverkeer blijkt dat de geluidsproductieplafonds op 58 dB liggen. Deze plafonds (opgenomen als referentiepunten) liggen op 50 m uit het spoor om de 100 m. Uit het register blijkt ook dat de gemeten waarde op dit moment reeds de waarde van het geluidsproductieplafond van 58 dB heeft bereikt. Van een werkruimte van 1,5 dB is op deze locatie dus geen sprake meer. Dit houdt in dat het geluidsniveau niet verder mag toenemen.

Indien de gegevens die zijn gebruikt ten behoeve van het vaststellen van de geluidsproductieplafonds worden gebruikt bij de berekeningen voor onderhavig project, blijkt dat de woningen boven de te realiseren supermarkt een maximale geluidsbelasting kennen van afgerond 55 dB. De overige woningen kennen een maximale geluidsbelasting van afgerond 54 dB.

In de zin van de Wet geluidhinder/Wet milieubeheer is derhalve geen sprake van geluidhinder.

Supermarkt

Aangezien het de vervanging van de bestaande supermarkt betreft, wordt geen toename van het geluid ten gevolge van de supermarkt verwacht.