direct naar inhoud van Artikel 3 Centrum
Plan: Gramsbergen, centrumontwikkeling De Oostermaat/Stationsstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00186-VG01

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen op de verdieping, met dien verstande dat het aantal appartementen niet meer bedraagt dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal appartementen;
  • b. detailhandel, met dien verstande dat supermarkten uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
  • c. dienstverlening;
  • d. bedrijven en instellingen zoals vermeld in de categorieën 1 tot en met 2 van de bij deze regels behorende Staat van bedrijven;
  • e. horeca categorie I;

en tevens voor:

  • f. verkeers- en verblijfsvoorzieningen, waaronder begrepen een voet-fietsroute, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – voet-fietsroute';
  • g. openbare nutsvoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. speelvoorzieningen;
  • k. water.

Onder detailhandel en bedrijfsactiviteiten is niet begrepen:

  • het vervaardigen en/of de opslag van vuurwerk, anders dan ten behoeve van consumentenverkoop;
  • risicovolle inrichtingen;
  • geluidzoneringsplichtige inrichtingen op grond van de Wet geluidhinder;
  • m.e.r.-plichtige en m.e.r.-beoordelingsplichtige inrichtingen;
  • detailhandel in volumineuze goederen, dan wel in brand- en/of explosiegevaarlijke stoffen.

In de bestemming is maximaal één supermarkt begrepen.

3.2 Bouwregels
  • a. Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen, met uitzondering van gebouwen en overkappingen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeer en verblijf gelden de volgende regels:
  • 1. de gebouwen en overkappingen worden uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd;
  • 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen bedraagt niet meer dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogten, dan wel bedraagt de maximale bouwhoogte niet meer dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven hoogte, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' het gebouw mag worden voorzien van een platte afdekking.

  • b. Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeer en verblijf gelden de volgende regels:
  • 1. de inhoud bedraagt per gebouwtje niet meer dan 30 m³;
  • 2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m.

  • c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
  • 1. de bouwhoogte van erf- terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte op zijerven die grenzen aan een openbaar toegankelijk gebied op een afstand van 1 m of minder uit de perceelgrens ten hoogste 1 m bedraagt;
  • 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 5 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende functies of gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;

met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 3.2, sub a, onder 1:

voor een overschrijding van het bouwvlak van ten hoogste 15%;

  • b. lid 3.2, sub a, onder 2 en 3:

voor het verhogen van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 15%;

  • c. lid 3.2, sub c:

tot een bouwhoogte van 3 m voor erf- en terreinafscheidingen en 15 m voor overige bouwwerken.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:

  • a. opslag voor de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken in combinatie met bedrijfsdoeleinden anders dan een aan huis gebonden beroep;
  • c. horeca categorie II en horeca categorie III.
3.4.1 Aan huis verbonden beroep

De uitoefening van aan huis gebonden beroepen is alleen toegestaan met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de aan huis gebonden activiteiten voor het beroep mogen uitsluitend inpandig worden verricht;
  • b. de vloeroppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m²;
  • c. degene die de gebruiker is van de woning moet ook degene zijn die het aan huis gebonden beroep uitoefent;
  • d. er mag geen detailhandel plaatsvinden, behoudens een beperkte verkoop in het klein, in direct verband met het aan huis gebonden beroep;
  • e. het parkeren dient binnen het erf op eigen terrein plaats te vinden, dan wel in alternatieve ruimte waarin in de nabijheid wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en/of onderhouden van alternatieve parkeer- en of stallingsruimte.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 3.1 en lid 3.4:

voor het toestaan van:

  • supermarkten, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
  • bedrijven die zijn genoemd in categorie 1 en 2 van de bij de regels behorende Staat van bedrijven of die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met de in categorie 1 tot en met 2 genoemde bedrijven kunnen worden gelijkgesteld;
  • horeca categorie II;
  • religie, verenigingsleven, cultuur, onderwijs, opvoeding, recreatie, gezondheidszorg, bejaardenzorg of zorg en opvang voor andere doelgroepen en andere openbare en bijzondere voorzieningen en dienstverlening, alsook ondergeschikte horeca;

mits de betreffende nieuwe functie:

  • geen onevenredige hinder oplevert voor de omgeving;
  • geen onevenredige afbreuk doet aan het ruimtelijk (centrum)karakter;
  • de bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van de nabijgelegen gronden niet onevenredig worden aangetast;
  • geen onevenredige nadelige invloed mag hebben op de afwikkeling van het verkeer en niet leidt tot onaanvaardbare parkeerdruk.