direct naar inhoud van 3.3 Bergentheim-Zuid
Plan: Buitengebied Hardenberg, Reestdal en Bergentheim-Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00181-VG01

3.3 Bergentheim-Zuid

3.3.1 Beschrijving gebiedskenmerken

Bergentheim-Zuid is gevormd in de periode van de veenontginningen. Door het graven van ontwateringsloten werd het veen drooggelegd en kon deze als brandstof worden gebruikt. De afgegraven gronden werden, wanneer deze voldoende "droog" waren, in gebruik genomen als akkerbouwgrond.

De ontvening vond plaats met behulp van ontwateringssloten. Deze sloten kwamen uit op de hoofdwijk, die midden door het plangebied loopt. De wijk kwam uit in het kanaal Almelo-De Haandrik. Het kanaal ligt op het laagste punt van het plangebied. In lage, natte gebieden liggen de sloten en wijken dicht bij elkaar.

Aan de zuidwestzijde en in het centrale deel liggen de lager gelegen veenkoloniale ontginningsvlaktes. Deze ontginningsgebieden kenden een hoge grondwaterstand en zijn daarom in het verleden ontwaterd via vele ontwateringssloten. De kavels tussen deze ontwateringssloten zijn daarom smal. De hogere gronden langs de stuwwal zijn minder sterk verkaveld dan rest van het plangebied. Hier kon worden volstaan met een minder sterke ontwatering.

In het plangebied is een beperkt aantal wegen aanwezig, waarvan de meesten een rechtlijnige structuur hebben. De wegen verbinden in feite de stuwwal met het Vechtdal. Bijzondere wegen zijn:

  • De Kloosterdijk, dit is een kaarsrechte weg tussen het vroegere klooster van Sibculo en Marienberg;
  • De Rauwbloksweg, dit is een openbare weg die grotendeels niet is bebouwd of beplant;
  • De N341, vanwege het slingerende verloop ten opzichte van de overige kaarsrechte wegen.

De eenduidige structuur van het veenontginningslandschap is één van de kenmerken die het plangebied identiteit geeft. Het gebied bestaat overwegend uit rechthoekige kavelpatronen en rechte wegen.

Qua bebouwing is het 'Groninger' type in Bergentheim-Zuid een veel voorkomende ontginningsboerderij (zie afbeelding 1.2). Dit type kenmerkt zich door een groot volume en een eenduidige hoofdvorm van de bebouwing van voorhuis (woongedeelte), schuur en opstallen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00181-VG01_0018.jpg"

Afbeelding 3.5: Rechtlijnig wegenpatroon

In de loop der tijd zijn aan de ontginningsassen nieuwe woningen in diverse stijlen toegevoegd. Omdat het volume van deze nieuwe woningen vele malen kleiner is dan dat van de bestaande boerderijen, is een gevarieerd beeld aan bebouwing ontstaan.

Het centrale deel van Bergentheim-Zuid wordt gekenmerkt door het ontbreken van beplanting. De aanwezige groenstructuur bestaat met name uit bomenrijen langs wegen, wegbermen en enige erfbeplanting. Vanaf de ontginningsassen en het kanaal Almelo-De Haandrik zijn er doorzichten en vergezichten naar het achterliggende open gebied.

De randen van Bergentheim-Zuid zijn meer besloten vanwege de bebouwingslinten en de aanwezigheid van enkele aanwezige houtsingels op kavelgrenzen. De stuwwal staat door zijn dichte beplantingen en geconcentreerde woningbouw in contrast met het open veenontginningslandschap.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00181-VG01_0019.jpg"

Afbeelding 3.6: Besloten bebouwingslint


De erven zijn langs de ontginningsassen gelegen en kennen een rationele opbouw (rechthoekig of vierkant). De bebouwing bevindt zich op de kop van de kavel en oriënteert zich op de weg. De nokrichting van de bebouwing volgt de richting van de slagenverkaveling. De schaarse bebouwing op het erf heeft veelal een forse maat. De erven en de erfbebouwing hebben zich aangepast aan de modernisering van de agrarische sector. Zowel de boerderijwoning als de gebouwen zijn in omvang toegenomen. Om landbouwmachines te kunnen stallen zijn de bedrijfsgebouwen ook hoger geworden.

De gronden zijn voornamelijk in gebruik door de landbouw (weide- of akkergrond). De niet-agrarische functies zijn voornamelijk te vinden langs de Kanaalweg Oost en in de buurt van de kernen aan de randen van het pilotgebied. De laatste jaren is een aantal agrarische bedrijven definitief gestopt.

Het plangebied kent minder natuurwaarden in vergelijking met het Reestdal. In de bermen en de taluds van wegen komen nog heiderestanten voor. In de diverse wijken kunnen bijzondere plantensoorten worden gevonden als groot blaasjeskruid, drijvend fonteinkruid en drijvende waterweegbree.

In de winterperiode foerageren in het open gebied grote groepen rietganzen, voornamelijk de Europese taigarietgans. Deze ganzen hebben hun slaap- en rustplaats in het nabijgelegen natuurgebied Engbertsdijkvenen. Ter plaatse van de zandwinplas komen oeverzwaluwen en amfibieën voor.

Uit de LIK is gebleken dat er twee verschillende landschapstypen binnen Bergentheim-Zuid aanwezig zijn, namelijk het:

  • Open veenontginningslandschap (OL);
  • Besloten veenontginningslandschap (BL).

Deze zijn in afbeelding 3.7 weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00181-VG01_0020.jpg"
Afbeelding 3.7: Landschapstypen in Bergentheim-Zuid

3.3.2 Gewenste ontwikkelingen

Open veenontginningslandschap

Het toekomstbeeld richt zich zowel op de landbouw als op het landschap.

  • Landschap: In de ontwikkelingsvisie geldt als uitgangspunt het behoud van de grootschaligheid (openheid). De openheid, grootschaligheid en wijkenstructuur zijn in het bestemmingsplan opgenomen binnen de gebiedsbestemming. De gemeente streeft naar het verbeteren van de herkenbaarheid van de wijkenstructuur.
  • Landbouw: De landbouw krijgt ruimte voor groei en schaalvergroting. Het bestemmingsplan probeert zoveel mogelijk ruimte te bieden aan de landbouwbedrijven in dit gebiedstype, maar is bij het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden wel gebonden aan de beperkingen die vanuit andere wet- en regelgeving (vooral op het gebied van natuur en milieu) voor het plangebied geldt.
  • Wonen: Een aantal voormalige veenontginningsboerderijen is bestemd als "karakteristiek". Voor deze boerderijen geldt dat de bestaande verschijningsvorm in stand moet blijven. De bestaande inhoudsmaat geldt daarbij als maximum. Deze bedraagt meestal meer dan 1.500 m3. Voor de overige, kleinere (voormalige arbeiders)woningen geldt een maximale inhoudsmaat van 750 m3. Hierdoor blijft het contrast tussen de verschillende woningtypen behouden. Afwijking van deze inhoudmaat is mogelijk tot 1.200 m3, wanneer een verbetering van het erf plaatsvindt.

Besloten ontginningslandschap

In het besloten ontginningslandschap is, in vergelijking met het open ontginningslandschap, een grotere verscheidenheid aan functies passend.

  • Landschap: Het halfopen landschap is hier waardevol en zal in dit plan worden beschermd door de gebiedsbestemmingen.
  • Landbouw: Omdat in dit deelgebied een grotere diversiteit aan functies mag ontstaan, worden hier ruime mogelijkheden opgenomen voor verbrede landbouw. De bestaande agrarische bedrijven krijgen ruimte voor verdere bedrijfsontwikkeling. Ook zullen mogelijkheden worden geboden voor sloop en/of hergebruik van vrijkomende agrarische bebouwing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00181-VG01_0021.jpg"

Afbeelding 3.8: Visiekaart Bergentheim-Zuid