direct naar inhoud van 2.2 Het begrip ruimtelijke kwaliteit
Plan: Buitengebied Hardenberg, Reestdal en Bergentheim-Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00181-VG01

2.2 Het begrip ruimtelijke kwaliteit

Ruimtelijke kwaliteit is een begrip waarvoor geen scherpe definitie bestaat. Het is ook niet iets dat vanzelf ontstaat. Het is het resultaat van natuurlijke processen en menselijk handelen. In de Visienota Buitengebied is het begrip "ruimtelijke kwaliteit" gedefinieerd als “eigen identiteit”. Een compacte omschrijving van ruimtelijke kwaliteit is: gebruikswaarde + belevingswaarde + toekomstwaarde.


Gebruikswaarde = doelmatigheid + functionele samenhang
Belevingswaarde = diversiteit + identiteit + schoonheid
Toekomstwaarde = duurzaamheid + aanpasbaarheid + beheerbaarheid
 

Ruimtelijke kwaliteit is zichtbaar en spreekt tot de verbeelding: in de vorm van bijvoorbeeld een fraai landschap, een natuurgebied met een rijke biodiversiteit of een boerenerf dat goed is ingepast in zijn omgeving. Ruimtelijke kwaliteit ontstaat door een goede samenwerking van alle betrokkenen, vanuit hun eigen verantwoordelijkheid. Het bestemmingsplan is één van de instrumenten die door de gemeente wordt ingezet bij het sturen op ruimtelijke kwaliteit. Het is de juridische waarborg, die duidelijkheid en rechtszekerheid biedt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00181-VG01_0006.png"

Bij de vertaling van ruimtelijke kwaliteit in het bestemmingsplan hanteert de gemeente de volgende principes:

Zuinig ruimtegebruik: 

Het principe van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik houdt in dat de gemeente uitgaat van (her)benutting van bestaande bebouwing en de combinatie van functies op bestaande erven, bijvoorbeeld bij hergebruik van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen.

Gebiedskenmerken + ontwikkelingsrichting: 

Het buitengebied van de gemeente Hardenberg is opgedeeld in verschillende landschapstypen, met elk hun eigen gebiedskenmerken en ontwikkelingsrichting. Deze gebiedskenmerken zijn verder uitgewerkt met inbreng van de kennis en ervaringen van de bewoners van het gebied, maar ook van de organisaties die professioneel bij het gebied zijn betrokken. De uitkomsten van dit proces is vastgelegd in Landschap-Identiteit-Kaarten (LIK's). Hieruit volgt dat de identiteit van de deelgebieden voornamelijk is gebaseerd op de visuele kenmerken, zoals de structuur van het landschap, de aanwezige bebouwing en het grondgebruik.