direct naar inhoud van Artikel 4 Woongebied
Plan: Hardenberg Centrum, Marsch Kruserbrink voormalige ligweide en Alfalocatie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00171-VG01

Artikel 4 Woongebied

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. woon-zorgeenheden met bijbehorende voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning';

en tevens voor:

  • c. aan huis gebonden beroepen;
  • d. verkeer en verblijf, waaronder parkeervoorzieningen;
  • e. openbare nutsvoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen en water.

Bijbehorende voorzieningen ten behoeve van de woon-zorgeenheden, zoals een vergaderruimte, keuken, huiskamer, medische en algemene/gemeenschappelijke ruimten zijn in de bestemming begrepen.

4.2 Bouwregels
  • a. Voor het bouwen van gebouwen, anders dan ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' gelden de volgende regels:
  • 1. het aantal woningen bedraagt niet meer dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal woningen;
  • 2. ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning' bedraagt het maximale aantal woningen 35 of het maximale aantal woon-zorgeenheden 75;
  • 3. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt niet meer dan 12 m, technische ruimten tellen niet mee in de bouwhoogte;
  • 4. het aantal bouwlagen bedraagt niet meer dan drie, technische ruimten tellen niet als afzonderlijke bouwlaag.
  • b. Voor het bouwen van hoofdgebouwen voor wonen, ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld', gelden de volgende regels:
  • 1. gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • 2. woningen worden gebouwd in de vorm van een woongebouw, binnen de aanduiding zijn maximaal twee woongebouwen toegestaan;
  • 3. indien binnen de aanduiding twee woongebouwen worden gebouwd, dient de afstand tussen deze gebouwen ten minste 19 m te bedragen;
  • 4. het aantal woningen bedraagt niet meer dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal woningen;
  • 5. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt niet meer de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven maximale bouwhoogte, technische ruimten tellen niet mee in de bouwhoogte.
  • c. Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
  • 1. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 6 m, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
  • 2. de goothoogte bedraagt niet meer dan 3,5 m;
  • 3. de bijgebouwen worden achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevels van het hoofdgebouw gebouwd;
  • 4. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen, inclusief de oppervlakte van aan- en uitbouwen, die niet voldoen aan de eisen van het hoofdgebouw, bedraagt niet meer dan 60 m².
  • d. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  • 1. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 5 m;
  • 2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevel ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2 m.
4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;

bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.2, sub a, onder 1:

indien dit in overeenstemming is met het gemeentelijk woonbeleid of er aanleiding is om het aantal woningen in een gebouw of op een bouwperceel te wijzigen vanwege andere marktomstandigheden en/of het voorkomen van leegstand;

  • b. lid 4.2, sub b, onder 3:

voor het toestaan van een kleinere afstand tussen de woongebouwen, met dien verstande dat op het bouwperceel voldoende ruimte voor het parkeren of stallen van auto's moet zijn aangebracht ten behoeve van de woonfunctie ter plekke;

  • c. lid 4.2, sub c, onder 1:

mits de hoogte van het bijgebouw ondergeschikt blijft aan het hoofdgebouw;

  • d. lid 4.2, sub c, onder 4:

tot een oppervlakte van 100 m² voor aan huis gebonden beroepen.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van gronden en bouwwerken in combinatie met bedrijfsdoeleinden anders dan een aan huis gebonden beroep.

4.4.1 Aan huis gebonden beroep

De uitoefening van aan huis gebonden beroepen is alleen toegestaan met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de aan huis gebonden activiteiten voor het beroep mogen uitsluitend inpandig worden verricht;
  • b. de vloeroppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m²;
  • c. degene die de gebruiker is van de woning moet ook degene zijn die het aan huis gebonden beroep uitoefent;
  • d. er mag geen detailhandel plaatsvinden, behoudens een beperkte verkoop in het klein, in direct verband met het aan huis gebonden beroep.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.4 ten behoeve van kleinschalige bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat:

  • a. de kleinschalige bedrijfsactiviteiten behoren tot maximaal categorie 1 van de in de bijlage opgenomen Staat van Bedrijven met inachtneming van de in de Handreiking bedrijven en milieuzonering van de VNG genoemde richtlijnen voor onder meer afstanden;
  • b. niet is toegestaan:
  • een seksinrichting;
  • een horeca-inrichting, met uitzondering van een bed and breakfastvoorziening;
  • detailhandel;
  • groothandel;
  • reparatiewerkzaamheden voor particulieren van motoren, motorvoertuigen, vaartuigen, caravans, landbouwvoertuigen of bromfietsen;
  • c. kleinschalige bedrijfsactiviteiten die niet zijn genoemd in categorie 1, van de in de bijlage opgenomen Staat van bedrijven eveneens zijn toegestaan nadat door aanvrager is aangetoond dat deze activiteiten wat betreft geur, stof en geluid en gevaar en wat betreft ruimtelijke uitstraling, omvang en intensiteit, met een bedrijf uit categorie 1 van de Staat van bedrijven gelijk kunnen worden gesteld;
  • d. de kleinschalige bedrijfsactiviteiten naar ruimtelijke uitstraling, omvang en intensiteit ondergeschikt dienen te zijn en te blijven aan de bestemming voor de woning, waarbij het bedrijfsvloeroppervlak niet meer mag bedragen dan maximaal 30% van de bruto vloeroppervlakte van de woning, met inbegrip van de bijgebouwen;
  • e. de kleinschalige bedrijfsactiviteiten:
  • geen onevenredige hinder mogen opleveren voor de omgeving;
  • geen onevenredige afbreuk mogen doen aan het ruimtelijk (woon)karakter van de buurt;
  • de bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van de nabijgelegen gronden niet onevenredig mogen aantasten;
  • geen onevenredige nadelige invloed mogen hebben op de afwikkeling van het verkeer en niet mogen leiden tot onaanvaardbare parkeerdruk;
  • geen publieksgericht karakter mogen hebben, uitsluitend bezoek op afspraak is toegestaan;
  • f. opslag van goederen of stalling van motorrijtuigen, aanhangwagens en fietsen die verband houden met de kleinschalige bedrijfsactiviteiten uitsluitend zijn toegestaan in gebouwen;
  • g. de woning waarin de kleinschalige bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend, tevens als hoofdverblijf dient van de exploitant;
  • h. detailhandel niet is toegestaan, behoudens als ondergeschikte activiteit bij en direct verband houdend met de uitoefening van de kleinschalige bedrijfsactiviteiten.