direct naar inhoud van 5.6 Geur
Plan: Buitengebied Hardenberg, Elfde wijk 13a Heemserveen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00163-VG01

5.6 Geur

5.6.1 Wet geurhinder en veehouderij

De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) vormt vanaf 1 januari 2007 het toetsingskader bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor inrichtingen, als het gaat om geurhinder vanwege dierenverblijven van veehouderijen. Op grond van de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) dient tussen een emissiepunt van een dierenverblijf waarin melkkoeien en/of vrouwelijk jongvee worden gehouden en een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom een afstand van 100 meter en buiten de bebouwde kom een afstand van 50 meter te worden aangehouden. Voor de overige dieren welke binnen de inrichting worden gehouden, is in de Wet geurhinder en veehouderij een geurnorm opgenomen.

5.6.2 Geurverordening gemeente Hardenberg

De Wgv maakt het voor gemeenten mogelijk om gebiedsgericht geurbeleid op te stellen. Daarmee krijgt de gemeente een instrument om de ontwikkeling van (grootschalige) veehouderij te sturen. Gemeenten mogen bij verordening van de normen van de Wgv afwijken, binnen bepaalde grenzen. Het hanteren van afwijkende normen moet worden onderbouwd vanuit een ruimtelijke visie op de ontwikkeling van het gebied, de zogenaamde “gebiedsvisie”. De gemeente Hardenberg heeft een dergelijke 'geurverordening' opgesteld en gebiedsgericht geurbeleid ontwikkeld. Deze geurverordening vormt het toetsingskader voor vergunningaanvragen en is richtinggevend voor ruimtelijke plannen binnen de gemeente Hardenberg.

Onderstaand kaartbeeld omvat een uitsnede van de bij deze geurverordening behorende kaart. Voor de locatie Elfde Wijk 13a geldt een geurnorm van 14 odeureenheden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00163-VG01_0018.png"

Afbeelding 5.2 Uitsnede kaart geurverordening (bron: gemeente Hardenberg)

5.6.3 Onderzoeksresultaten geur

In het voorliggende geval is er geen sprake van een vergroting van het bouwvlak of van een toename van het aantal dieren en daarmee een toename van de geurbelasting. Enkel het bestemmingsvlak wordt vergroot teneinde hier een kippenuitloop te realiseren. Voor deze kippenuitloop dient echter wel een afstand in acht te worden genomen. Op basis van de gemeentelijke geurverordening bedraagt deze afstand minimaal 50 meter. Aan deze afstandseis wordt ruimschoots voldaan. Het dichtstbijzijnde geurgevoelige object ligt op circa 140 meter afstand van het plangebied.

5.6.4 Conclusie

Het aspect geur vormt geen belemmering voor de dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling.