direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met waarden - Besloten heideontginningslandschap
Plan: Buitengebied Hardenberg, Schuineslootweg te Schuinesloot en Volle Urenweg te Hoogenweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00157-VG01

Artikel 3 Agrarisch met waarden - Besloten heideontginningslandschap

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Agrarisch met waarden - Besloten heideontginningslandschap" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden agrarische bedrijvigheid, uitgezonderd glastuinbouw;
  • b. instandhouding van en ontwikkeling van het besloten landschap;
  • c. voorzieningen ten behoeve van openluchtrecreatie, zoals fiets- en voetpaden en picknickplaatsen;
  • d. watergangen en waterpartijen; en
  • e. bij een en ander behorende voorzieningen, waaronder begrepen nutsvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Toegestane bouwwerken buiten bouwvlakken

Op gronden als bedoeld in lid 3.1 mogen uitsluitend tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen en erf- of perceelafscheidingen worden gebouwd.

3.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 3.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken mogen niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven of niet meer dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte indien die meer bedragen dan hierna is aangegeven:
Bouwwerken   Max. bouwhoogte  
Erf- of perceelafscheidingen   1,3 m  
Tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen   2 m  
3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.3.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden

Behoudens het bepaalde lid 3.3.2 is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  Werken en werkzaamheden *  
  a   b   c   d   e   f   g  
Besloten landschap               +  
* de bovenstaande letters worden hierna verklaard. In de tabel is + = vergunning vereist  
a   Aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen  
b   Verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet, en het ophogen en egaliseren van gronden  
c   Aanleggen en dempen van water  
d   Aanbrengen van ondergrondse transport-, energie en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur  
e   Diepploegen, zijnde het extra diep –meer dan circa 0,4 m- omploegen  
f   Bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters  
g   Het vellen of rooien van bomen, houtsingels of houtwallen  

3.3.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het in lid 3.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee rechtens is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan;
  • c. werken en werkzaamheden die worden uitgevoerd ter ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden uit bijvoorbeeld het Natuurgebiedsplan Overijssel;
  • d. werken en werkzaamheden op en in gronden die binnen agrarische bouwvlakken zijn begrepen;
  • e. werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 3.3.1 bij a, voorzover het betreft kavelpaden en in- of uitritten;
  • f. werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 3.3.1 bij b, voorzover het betreft het aanleggen van poelen;
  • g. werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 3.3.1 bij d, voor zover daarvoor een bouwvergunning is vereist;
  • h. werken en werkzaamheden die worden uitgevoerd in het kader van of via een verleende subsidie op basis van het Natuurgebiedsplan Overijssel, of daarmee gelijk te stellen plan.

3.3.3 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 3.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, een of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,

  • niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel
  • de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

3.3.4 In te winnen adviezen

Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 3.3.1 winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige, ingeval ze advies nodig achten.