direct naar inhoud van 4.5 Natuurtoets
Plan: Buitengebied Hardenberg, Elfde Wijk 42 Rheezerveen (Het Stoetenslagh)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00153-VG01

4.5 Natuurtoets

4.5.1 Algemeen

Op het plan is wetgeving met betrekking tot de bescherming van de natuur van toepassing. Deze wetgeving richt zich op twee hoofdthema's. Het gaat hierbij om de bescherming van natuurgebieden (gebiedsbescherming) en de bescherming van plant- en diersoorten (soortbescherming).

Gebiedsbescherming

De bescherming van natuurgebieden wordt geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische hoofdstructuur (EHS). Ruimtelijke projecten kunnen niet zonder meer worden gerealiseerd in beschermde natuurgebieden. Projecten die in de nabijheid van beschermde natuurgebieden worden geprojecteerd, dienen te worden getoetst op de mogelijke negatieve effecten die zij op deze gebieden kunnen hebben en of zij verstoring zullen veroorzaken (externe werking). Als sprake is van externe werking dan kan het noodzakelijk zijn dat bij de provincie (bevoegd gezag) een vergunning volgens artikel 19d van de Natuurbeschermingswet aangevraagd moet worden.

Soortbescherming

Soortbescherming wordt geregeld in de Flora- en faunawet. In deze wet is een aantal planten en dieren aangewezen als beschermd. Deze beschermde organismen mogen niet zonder reden in hun bestaan worden aangetast. Belangrijk is het feit dat beschermde organismen ook buiten natuurgebieden voorkomen. De wet maakt een onderscheid tussen licht en zwaar beschermde soorten. Indien sprake is van bestendig beheer, onderhoud of gebruik dan wel van ruimtelijke ontwikkeling of inrichting, gelden voor sommige, licht beschermde soorten, de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet niet. Als negatieve effecten op zwaar beschermde soorten optreden, dient een ontheffing volgens art. 75 van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd bij het ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie. Voor de zwaar beschermde soorten wordt deze ontheffing slechts verleend, indien:

  • er sprake is van een wettelijk geregeld belang (groot maatschappelijk belang, in sommige gevallen ook ruimtelijke inrichting en ontwikkeling);
  • er geen alternatief is;
  • een afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort.
4.5.2 Onderzoek

Het plan betreft de realisatie van een parkeerterrein en de herinrichting van het terrein bij de entree. Door Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. is een Flora en Fauna onderzoek uitgevoerd ten behoeve van de voorgenomen ontwikkelingen. De resultaten van dit onderzoek staan beschreven in het rapport 'Ontwikkelingen Het Stoetenslagh, Onderzoek naar schermde natuurwaarden' (d.d. 24 januari 2012, rev00, kenmerk 243723). Dit rapport is als bijlage 2 bijgevoegd.

Uit het onderzoek volgt dat de Flora- en faunawet geen belemmering vormt voor de uitvoering van het plan. De natuurbeschermingswet 1998 is niet van toepassing op dit plan. Het plangebied maakt geen onderdeel uit van de EHS.

4.5.3 Maatregelen naar aanleiding van het onderzoek

Er zijn mitigerende maatregelen voor broedende vogels in het rapport voorgeschreven. Deze houden in, dat bij het uitvoeren van de werkzaamheden dient rekening gehouden worden met het broedseizoen (van half maart tot en met half juni). De werkzaamheden dienen buiten dit seizoen te starten. De instandhouding van de voorkomende zoogdieren of vleermuizen komt niet in gevaar, omdat in de omgeving voldoende geschikt leefgebied aanwezig is.