direct naar inhoud van Artikel 3 Centrum
Plan: Bestemmingsplan Dedemsvaart Centrum, Markt Westzijde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00149-VG01

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte van supermarkten niet meer mag bedragen dan 1.905 m2;
  • b. dienstverlening;
  • c. horeca, categorie I;
  • d. wonen op verdieping, al dan niet in combinatie met zorgvoorzieningen;
  • e. verkeer en verblijfsvoorzieningen;
  • f. openbare nutsvoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. water

met dien verstande dat de aan- en afvoer van het bevoorradingsverkeer voor de detailhandel aan de Judith van Marlelaan uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' mag plaats vinden;

Onder detailhandel is niet begrepen:

  • detailhandel in volumineuze goederen, dan wel in brand- en/of explosiegevaarlijke stoffen.
3.2 Bouwregels
  • a. Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen, met uitzondering van gebouwen en overkappingen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeer- en verblijfsvoorzieningen,gelden de volgende regels:
  • 1. gebouwen en overkappingen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • 2. in afwijking van het bepaalde in lid 1 is het toegestaan een overkapping of een gebouwtje voor nutsvoorzieningen buiten het bouwvlak te bouwen, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m en de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 150 m²;
  • 3. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte;
  • 4. het aantal woningen bedraagt niet meer dan 21;
  • 5. voor het bouwen van woningen geldt dat deze slechts mogen worden gebouwd indien ten aanzien van het verkeerslawaai, berekend overeenkomstig de richtlijnen uit de Wet geluidhinder, een geluidsniveau van 33 dB en 28 dB voor respectievelijk verblijfsruimten en bedruimten (zoals bedoeld in het Bouwbesluit 2012) niet wordt overschreden.

  • b. Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsvoorzieningen gelden de volgende regels:
  • 1. de inhoud bedraagt per gebouwtje niet meer dan 30 m³, dan wel niet meer dan de bestaande inhoud indien deze meer bedraagt;
  • 2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m, dan wel niet meer dan de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt.

  • c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  • 1. de bouwhoogte van erf- terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte op zijerven die grenzen aan een openbaar toegankelijk gebied op een afstand van 1 m of minder uit de perceelgrens ten hoogste 1 m bedraagt;
  • 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 5 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende functies of gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;

met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 3.2, sub a onder 4:

ten behoeve van de bouw van meer dan 21 woningen indien uit nader onderzoek is gebleken dat dit op grond van milieueisen (geluidhinder, luchtkwaliteit) en parkeerdruk geen belemmeringen oplevert;

  • b. lid 3.2, sub b:

tot een bouwhoogte van 3 m voor erf- en terreinafscheidingen en 15 m voor overige bouwwerken.

3.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
  • b. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 3.4 sub a, wordt in ieder geval gerekend het laden en lossen met vrachtwagens elders dan ter plaats van de aanduiding 'laad- en losplaats'.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het gebruik van gebouwen en gronden voor:
  • 1. kantoren;
  • 2. bedrijven en instellingen behorende tot de categorieën 1 tot en met 2 van de bij deze regels behorende Staat van bedrijven, dan wel bedrijven die wat betreft geur, stof, gevaar en geluid daarmee vergelijkbaar zijn;
  • 3. educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen, sportvoorzieningen, recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening;
  • 4. wonen, al dan niet in combinatie met zorgvoorzieningen, op de begane grond.
  • b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 en 3.4 ten behoeve de vergroting van het bedrijfsvloeroppervlak van een supermarkt mits wordt voorzien in voldoende parkeerplaatsen voor deze uitbreiding.
  • c. De onder a bedoelde omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend indien:
  • de activiteiten geen onevenredige hinder meebrengen voor de omgeving;
  • de bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van de nabijgelegen gronden niet onevenredig worden aangetast;
  • de activiteiten geen onevenredige nadelige invloed hebben op de afwikkeling van het verkeer en leidt tot onaanvaardbare parkeerdruk.
  • d. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4, sub b ten behoeve van het laden en lossen op andere plaatsen dan ter plaatse van de aanduiding 'laad- en losplaats', mits er maatregelen worden getroffen waardoor omliggende woningen niet onevenredig worden gehinderd door het laden en lossen.