direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Bestemmingsplan Dedemsvaart Centrum, Multifunctioneel Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00141-VG01

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen behorende tot categorie 1 van de bij deze regels behorende Staat van bedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 1';
  • b. maatschappelijke voorzieningen behorende tot de categorieën 1 tot en met 2 van de bij deze regels behorende Staat van bedrijven;
  • c. horeca, categorie I;
  • d. verkeer en verblijf;
  • e. openbare nutsvoorzieningen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
  • a. Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
  • 1. de gebouwen, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en verkeer en verblijf, dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • 2. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 7,5 m;
  • 3. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 12 m;

  • b. Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeer en verblijf gelden de volgende regels:
  • 1. de inhoud bedraagt per gebouwtje niet meer dan 30 m³;
  • 2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m.

  • c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
  • 1. de bouwhoogte van erf- terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte op zijerven die grenzen aan een openbaar toegankelijk gebied op een afstand van 1 m of minder uit de perceelgrens ten hoogste 1 m bedraagt;
  • 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 5 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de parkeervoorzieningen;

bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 3.2, sub a, onder 2:

voor het verhogen van de toegestane goothoogte met maximaal 15%.

3.4 Specfieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder ter plaatse van de aanduiding "verblijfsgebied uitgesloten" wordt begrepen het gebruik van gronden ten behoeve van verblijfsfuncties, waaronder begrepen terrassen.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
  • 1. lid 3.1, onder a en lid 3.4:

voor het toestaan van voorzieningen en functies die zijn genoemd in een categorie 2 van de Staat van bedrijven en met dien verstande dat de aanvrager van de omgevingsvergunning dient aan te tonen dat de betreffende voorziening of functie, naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, kan worden gelijkgesteld met de voorzieningen en functies die volgens lid 3.1, onder a zijn toegestaan.

  • b. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 en 3.4 voor het toestaan van dienstverlening en horeca, categorie II, mits de betreffende nieuwe functie:
  • geen onevenredige hinder oplevert voor de omgeving;
  • geen onevenredige afbreuk doet aan het ruimtelijk karakter van het gebied;
  • de bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van de nabijgelegen gronden niet onevenredig worden aangetast;
  • geen onevenredige nadelige invloed mag hebben op de afwikkeling van het verkeer en niet leidt tot onaanvaardbare parkeerdruk.