direct naar inhoud van 4.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied Hardenberg, Zwarte Dijk 33a Lutten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00133-VG01

4.3 Gemeentelijk beleid

4.3.1 Toekomstvisie gemeente Hardenberg 2004 - 2019

De toekomstvisie voor de gemeente Hardenberg is vastgesteld door de gemeenteraad van Hardenberg op 27 mei 2004. Dit plan kent drie doelstellingen:

  • samenhang in diverse gemeentelijke beleidsvelden ondersteunen;
  • een helder profiel naar buiten toe creëren;
  • strategische politieke keuzes maken.


Burgerparticipatie en inhoudelijke kaderstelling stonden centraal in het proces. De gemeenteraad heeft gekozen voor het scenario 'Stevig' en versterkt de kwaliteiten van de gemeente Hardenberg volgens een gelaagd model, zelfredzaamheid & eigen verantwoordelijkheid en samenwerking & bundeling. De kwaliteiten zijn de onderlinge betrokkenheid, de prettige woonomgeving, de ondernemerszin en de groene ruimte.

Ten aanzien van niet-agrarische bedrijvigheid buiten de economische zones geldt, dat de ontwikkelingsmogelijkheden per gebied zullen verschillen. In de gemengde gebieden wordt ruimte geboden aan meerdere functies, waaronder bedrijvigheid. In deze gebieden worden ruime mogelijkheden geboden voor (startende) bedrijvigheid in vrijgekomen agrarische bebouwing. Ook komen er mogelijkheden voor bedrijvigheid vanaf bestaande woonlocaties.

4.3.1.1 Toetsing

Onderhavig plan sluit aan bij de ambities zoals verwoord in 'de 'Toekomstvisie gemeente Hardenberg 2004 -2019'. Het betreft de herontwikkeling van een voormalig bedrijfsperceel, waarbij het uitgangspunt een forse verbetering van de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse is. Door de sloop van landschapontsierende bebouwing, de landschappelijk verantwoorde inpassing van de nieuwe woning en een facelift voor de witte schuur, wordt de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse fors verbeterd. De aard en schaal van de nieuwe bebouwing is passend in de omgeving.

4.3.2 Visienota Buitengebied gemeente Hardenberg

De gemeente Hardenberg heeft de hoofdlijnen van het nieuwe ruimtelijke beleid voor het totale buitengebied van de gemeente Hardenberg geformuleerd in de ‘Visienota Buitengebied Gemeente Hardenberg’. De nota richt zich vooral op de realisatie van ruimtelijke kwaliteiten in het buitengebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00133-VG01_0017.png"

Figuur 4.6: Uitsnede en ligging plangebied in de Visienota Buitengebied gemeente Hardenberg (Bron: Gemeente Hardenberg)


De ruimtelijke visie zoals vastgelegd in de visienota moet de basis gaan vormen voor een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied in de gemeente Hardenberg. De hoofddoelen van het ruimtelijk beleid zoals verwoord in de 'Visienota Buitengebied' zijn:

  • Op een duurzame en efficiënte wijze ruimte scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies;
  • Het vergroten van de leefbaarheid van het platteland;
  • Het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit.


Voor wat betreft de functie 'wonen' heeft de gemeente haar gemeentelijke beleid verwoord in een aantal uitgangspunten/doelstellingen te weten:

  • 1. Behoud van een gevarieerd woningaanbod in het buitengebied, zowel qua inhoud van de woningen als qua verschijningsvorm;
  • 2. De afstemming van de maximale inhoudsmaat van woningen in het buitengebied op de gebiedskenmerken;
  • 3. Het bieden van ruime mogelijkheden voor inwoning;
  • 4. Het bieden van de mogelijkheid om aan vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen een woonfunctie toe te kennen; waarbij ruimere mogelijkheden gelden naarmate meer oppervlakte aan landschapsontsierende bedrijfsgebouwen worden afgebroken;
  • 5. Het tegengaan van permanente bewoning van recreatiewoningen;
  • 6. Het bieden van ruimte voor opvulling van open gaten in bebouwingslinten met woningbouw of kleinschalige bedrijvigheid.

De gemeente sluit een toename van de woonfunctie in het buitengebied niet uit. Wel wordt uitgegaan van optimale benutting van de bestaande bebouwing. Wonen in het buitengebied wordt niet meer gezien als een ongewenste functie maar als een waardevol bestandsdeel van het totale woningaanbod van de gemeente. De gemeente streeft dan ook naar het instandhouden van een gevarieerd aanbod aan woonmilieus. Het toevoegen van een woonfunctie mag geen belemmeringen opleveren voor bestaande functionerende agrarische bedrijven.

4.3.2.1 Toetsing

De in dit bestemmingsplan besloten ruimtelijke ontwikkeling past goed binnen de ambities zoals verwoord in de 'Visienota Buitengebied Hardenberg'. De nota richt zich immers vooral op de realisatie van ruimtelijke kwaliteiten in het buitengebied. Voorliggend bestemmingsplan voorziet in een ruimtelijke kwaliteitsimpuls voor onderhavig perceel middels het opgestelde ruimtelijke kwaliteitsplan. Geconcludeerd kan worden dat het plan een aanzienlijke kwaliteitsimpuls ter plaatse met zich meebrengt, waarbij de nieuwe woning geen belemmeringen oplevert voor omliggende functionerende agrarische bedrijven.

4.3.3 Welstandsnota

Het bevorderen van de kwaliteit van de dagelijkse leefomgeving is een belangrijk streven van het gemeentebestuur van de gemeente Hardenberg. Het daartoe te voeren beleid, ook wel aangeduid als welstandsbeleid, is in de welstandsnota vastgelegd en door de gemeenteraad vastgesteld in zijn vergadering van 26 september 2002. Met dit beleid wil het gemeentebestuur potentiële indieners van plannen en ontwerpers inspireren en uitdagen tot het ontwikkelen van plannen die de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente Hardenberg duurzaam ten goede komen. Daarnaast dient het als toetsingskader voor concrete bouwplannen. In de welstandsnota is het plangebied getypeerd als 'veenontginning'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00133-VG01_0018.png"

Figuur 4.7: ligging plangebied in de welstandsnota (Bron: gemeente Hardenberg)

Voor de verschillende gebiedsomschrijvingen worden in de Welstandsnota verschillende criteria aangegeven waarop de bebouwing zich hoort te conformeren in relatie tot het bebouwingsbeeld van de omgeving. Aspecten die betrekking hebben op onderhavig plan zijn:

• De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegen zich in de directe omgeving. In het veenontginningsgebied zijn daarbij in ieder geval relevant:

- de structuur van de verkaveling;

- schaal en maat;

- richting en oriëntatie van de voorgevel;

- vorm van de kappen en de gevelbeëindiging.

• Hoe grootschalige uitbreidingen of veranderingen aan het erf, passen in het landschap en op het erf.

• De samenhang van bouwwerken op een erf.

• Hoe de verschijningsvorm zich verhoudt tot de kwaliteit van de bebouwing in de directe omgeving.

4.3.3.1 Toetsing

Wanneer naar het plan gekeken wordt, kan de conclusie zijn dat de nieuwe bebouwing goed aansluit bij de huidige bebouwing op het erf. Qua schaal en maat past de uitbreiding goed bij het naastgelegen woonperceel. Door de woning te clusteren met de bestaande bebouwing, ontstaat er visueel één erf. De bebouwing in omliggende plangebied wordt gekenmerkt door wisselende nokrichtingen. De nokrichting is in overeenstemming met de richting en oriëntatie van de andere voorgevel(s) in de omgeving. Doordat de schuren aan de straatzijde worden gesloopt, vindt een aanzienlijke verbetering van de ruimtelijke kwaliteit plaats. Middels een ruimtelijk kwaliteitsplan wordt gegarandeerd dat door de aanleg van nieuw groen het geheel opgaat in de omgeving. De schuur wordt afgeschermd zonder dat het open karakter van het gebied verloren gaat. De zichtlijnen op het achterliggende landschap zijn zeer belangrijk en worden in het opgestelde ruimtelijke kwaliteitsplan dan ook gerespecteerd en behouden. De nieuwe woning wordt een onderdeel van de bestaande bebouwing. Door de situering van de woning wordt er geclusterd en lijkt er visueel 1 erf te ontstaan.

4.3.4 Duurzaam Hardenberg

Hardenberg wil een duurzame en een klimaatneutrale gemeente worden. Deze ambitie wordt verwoord in de kadernotitie 'Duurzaam Hardenberg' (oktober/november 2007). De gemeente houdt zich voorlopig aan het bereiken van de doelen 30 % minder CO2 uitstoot, 20 % energiebesparing en 20 % inzet duurzame energie. Gestreefd wordt naar regionale energieopwekking. Binnen duurzaamheid is prioriteit gegeven aan de aanpak van het klimaatprobleem.  Op basis van de trias energetica (energiebesparing – inzet duurzame energie – efficiënt gebruik fossiel) is gekozen voor drie sporen: de eigen organisatie (goed voorbeeld geven), de burgers thuis en op school en het maatschappelijk speelveld (bedrijven, zorg, kerken). Begonnen is met het uitvoeren van een energiescan op CO2 uitstoot in de gemeente om de primaire doelgroepen te bepalen. Dit zijn de huishoudens en de bedrijven waaronder de gemeente. Hierop is de keus voor de projecten gebaseerd. De projecten zijn opgenomen in een convenant Klimaataanpak Hardenberg, dat is afgesloten met de provincie Overijssel. De provincie zorgt voor cofinanciering van deze projecten.

De vervolgnota Duurzaam Hardenberg (2008) tracht een beeld te geven van de voortgang en ontwikkelingen rond Duurzaam Hardenberg sinds behandeling van de kadernotitie ‘Duurzaam Hardenberg’ in oktober/november 2007 én instemming te verkrijgen met de huidige aanpak, prioritering en het beschikbaar stellen van benodigde middelen. In deze vervolgnota staat onder andere genoemd dat er een paragraaf duurzaamheid opgenomen dient te worden in bestemmingsplannen. Het is overigens zo dat een initiatiefnemer zelf kiest in hoeverre het aspect duurzaamheid wordt doorgevoerd in het plan. Een uitwerking van het aspect duurzaamheid is te vinden in Hoofdstuk 3 Planbeschrijving onder paragraaf 3.5.