Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Molengoot Hardenberg
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0160.0000BP00111-VG01

Artikel 4 Natuur

4.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.      
het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke, landschappelijke waarden;
b.      
water;
c.       
extensief recreatief medegebruik;
d.      
een verhard fietspad ter plekke van de aanduiding ‘pad’;
e.      
onverharde voetpaden;
f.        
voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water en voorzieningen ten behoeve van de waterkering, waaronder dijken, kaden en dijksloten;
met daarbij behorende
g.      
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
 
4.2 Bouwregels
 
4.2.1 Ten aanzien van deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.
 
4.2.2 Ten aanzien van deze bestemming geldt dat er voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende regels:
a.      
de bouwhoogte van terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1,50 m;
b.      
de bouwhoogte van verwijs c.q. informatieborden mag niet meer bedragen dan 2,50 m;
c.       
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 6 m.
 
4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
 
4.3.1 Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de onder 4.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen gebouwen zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
a.      
het ophogen, afgraven of egaliseren van de gronden voor zover de Ontgrondingenwet en de daarop gebaseerde verordeningen niet van toepassing zijn;
b.      
het vellen, rooien of verwijderen van de op de gronden aanwezige houtgewassen en andere begroeiing, voor zover de Boswet en de daarop gebaseerde verordeningen niet van toepassing zijn;
c.       
het aanleggen van verharde paden dan wel het verharden van paden met uitzondering van de paden ter plaatse van de aanduiding ’pad’.
 
4.3.2 Een omgevingsvergunning wordt geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheid dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen, blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
 
4.3.3 Geen omgevingsvergunning is nodig voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden:
a.      
die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
b.      
die noodzakelijk zijn ter realisering van de aan de grond gegeven bestemming en de krachtens 4.2 toegelaten bouwwerken;
c.       
die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.