direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met waarden - Essen- en Hoevenlandschap
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied Gramsbergen, Vilsterborg 1 Holtheme
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00090-VG01

Artikel 3 Agrarisch met waarden - Essen- en Hoevenlandschap

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Agrarisch met waarden - Essen- en Hoevenlandschap" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden agrarische bedrijvigheid, uitgezonderd glastuinbouw;
  • b. instandhouding van de aldaar voorkomende danwel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden, zoals stijlranden, onverharde paden, onregelmatige verkaveling, half open landschap en waardevolle flora en fauna;
  • c. voorzieningen ten behoeve van extensieve openluchtrecreatie, zoals fiets- en voetpaden en picknickplaatsen;
  • d. bij een en ander behorende voorzieningen, waaronder begrepen nutsvoorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Toegestane bouwwerken

Op de voor "Agrarisch met waarden - Essen- en Hoevenlandschap" aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken zonder dak ten dienste van de bestemming.

3.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken zonder dak als bedoeld in de subleden 3.2.1 gelden de volgende bepalingen:

Bouwwerken   Max. goothoogte   Max. bouwhoogte  
Overige erf- of perceelafscheidingen   -   1 m  
Tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen   -   2 m  

3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.3.1 Vergunningplicht

Behoudens het bepaalde lid 3.3.2, is het verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  Werken en werkzaamheden *  
  a   b   c   d   e   f   g  
Stijlranden   +   +     +   +   +    
Onverharde paden   +              
Onregelmatige verkaveling       +          
Halfopen landschap               +  
Waardevolle flora en fauna   +   +   +   +   +   +   +  
* de bovenstaande letters worden hierna verklaard. In de tabel is + = vergunning vereist  
a   Aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen  
b   Verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet, en het ophogen en egaliseren van gronden  
c   Aanleggen en dempen van water  
d   Aanbrengen van ondergrondse transport-, energie en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur  
e   Diepploegen, zijnde het extra diep –meer dan circa 0,4 m- omploegen  
f   Bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters  
g   Het vellen of rooien van bomen, houtsingels of houtwallen  

3.3.2 Uitzonderingen

Het in lid 3.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee rechtens is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan;
  • c. werken en werkzaamheden die worden uitgevoerd ter ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden;
  • d. werken en werkzaamheden op en in gronden die binnen agrarische bouwvlakken zijn begrepen;
  • e. werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 3.3.1 bij a, voorzover het betreft kavelpaden en in- of uitritten met per geval een oppervlakte van maximaal 60 m²;
  • f. werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 3.3.1 bij b, voorzover het betreft het aanleggen van poelen;
  • g. werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 3.3.1 bij d, voor zover daarvoor een omgevingsvergunning is vereist;
  • h. werken en werkzaamheden die worden uitgevoerd in het kader van of via een verleende subsidie op basis van het Natuurgebiedsplan Overijssel, of daarmee gelijk te stellen plan.

3.3.3 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 3.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, een of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,

  • niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel
  • de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

3.3.4 In te winnen adviezen

Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 3.3.1 winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige, ingeval ze advies nodig achten.