direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf - Essen- en hoevenlandschap
Plan: Buitengebied Hardenberg, Spokenkampweg 2 te Brucht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00088-VG01

Artikel 4 Bedrijf - Essen- en hoevenlandschap

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Essen- en hoevenlandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 1 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', zijn aangeduid als categorie 1, 2 of 3.1;
  • b. bij een en ander behorende voorzieningen waaronder parkeerplaatsen en nutsvoorzieningen,

een en ander met uitzondering van:

  • c. detailhandelsbedrijven, tenzij het betreft:
    • 1. detailhandel die als zodanig ingevolge het hiervoor bepaalde onder a en b is toegestaan;
    • 2. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in een bedrijf met een maximale verkoopoppervlakte van 100 m2.
  • d. bevi's;
  • e. bedrijven, die zijn aangewezen als inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, krachtens artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;
  • f. seksinrichtingen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bedrijfsgebouwen,
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', één bedrijfswoning, met daarbij behorende bijgebouwen,
  • c. andere bouwwerken;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'ondergronds bouwwerk', uitsluitend ondergrondse bouwwerken.

4.2.2 Bovengronds bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 4.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen mag binnen het bouwvlak niet meer bedragen dan 800 m2;
  • b. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd, indien vaststaat dat binnen hetzelfde bouwvlak ten minste één ander gebouw ten behoeve van de betreffende instelling of voorziening is of wordt gebouwd;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m³ of niet meer dan de bestaande inhoud, indien die meer dan 750 m³ bedraagt;
  • d. de goothoogte van niet-inpandige bedrijfswoningen mag niet meer dan 3,5 m bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 10 m of niet meer dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte, indien die meer dan 3,5 m en 10 m bedragen;
  • e. de goothoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer dan 4,5 m bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 10 m of niet meer dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte, indien die meer dan 4,5 m en 10 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven of niet meer dan de bestaande bouwhoogte indien die meer bedraagt dan hierna is aangegeven:

bouwwerken
 
max. bouwhoogte  
erf- of perceelsafscheidingen op tenminste 1 m achter de voorgevelrooilijn   2 m  
overige erf- of perceelafscheidingen   1 m  
palen, masten, technische installaties en overige, andere bouwwerken   12 m  

4.2.3 Ondergronds bouwen
a Ondergrondse werken

Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.

b Ondergrondse bouwwerken

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken als bedoeld in sublid 4.2.1 onder d, gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:

  • 1. de gezamenlijke oppervlakte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 400 m2;
  • 2. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 4 meter onder peil.

4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Oppervlakte gebouwen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van sublid 4.2.2 onder a, ten behoeve van het binnen eenzelfde bestemmingsvlak bouwen van bedrijfsgebouwen tot een oppervlakte van 125% van de bestaande gebouwen, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. per geval dient redelijkerwijs de noodzaak voor een doelmatige bedrijfsvoering te zijn aangetoond aan de hand van een deugdelijk bedrijfsplan;
  • b. inpassing van de gebouwen in het landschap moet op zorgvuldige wijze plaatsvinden, aan de hand van een deugdelijk erfinrichtingsplan.

4.3.2 Vergroten inhoud woning

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van sublid 4.2.2 onder c, ten behoeve van het vergroten van de inhoud van de woning tot 1.000 m³, mits de inpassing van de gebouwen in het landschap op zorgvuldige wijze plaatsvindt, aan de hand van een deugdelijk erfinrichtingsplan.

4.3.3 Bouwhoogte erf- of perceelsafscheiding

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van sublid 4.2.2, onder f, ten behoeve van het bouwen van erf- of perceelafscheidingen tot een bouwhoogte van 3 m, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. per geval dient redelijkerwijs de noodzaak voor een doelmatige bedrijfsvoering te zijn aangetoond;
  • b. per geval dient voorzien te worden in een redelijke landschappelijke inpassing.

4.3.4 Afwijken ondergronds bouwen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in sublid 4.2.3 onder b voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 m onder peil, onder de voorwaarde dat:

  • a. de waterhuishouding niet wordt verstoord;
  • b. geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden.