direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Buitengebied Avereest, locatie Rheezerend 194 te Dedemsvaart
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00084-VG02

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. groenvoorzieningen;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. water;
  • g. wegen en paden;

met de daarbijbehorende:

  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:

  • de gezamenlijke inhoud van gebouwen zal ten hoogste 3100 m³ bedragen.

5.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. een hoofdgebouw dient vrijstaand te worden gebouwd;
  • d. de bouwhoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 8,00 m bedragen.

5.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zullen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen' worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 250 m² bedragen;
  • c. de goothoogte van een aan- of uitbouw of bijgebouw zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of bijgebouw zal ten hoogste 8,00 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een overkapping zal ten hoogste 3,50 m bedragen.

5.2.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en het verlengde, daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de stedenbouwkundig karakteristieke bebouwing.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning.