direct naar inhoud van Artikel 5 Recreatie - Voorzieningen
Plan: Camping De Oldemeyer te Rheeze
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00082-VG01

Artikel 5 Recreatie - Voorzieningen

 

5. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Recreatie - Voorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen ten dienste van het recreatieterrein;

b.    dienstwoningen;

c.    bijgebouwen bij dienstwoningen;

met de daarbijbehorende:

d.    tuinen en terreinen;

e.    wegen en paden;

f.     parkeervoorzieningen;

g.    speelvoorzieningen;

h.    groenvoorzieningen;

i.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5. 2.       Bouwregels

5. 2. 1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

a.    de gebouwen zullen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;

b.    ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage (%)’ zal het bebouwingspercentage ten hoogste het in de aanduiding aangegeven percentage bedragen.

5. 2. 2. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen gelden de volgende regels:

a.    de goothoogte van gebouwen zal ten hoogste 5,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van gebouwen zal ten hoogste 8,00 m bedragen.

5. 2. 3. Voor het bouwen van een dienstwoning gelden de volgende regels:

a.    het aantal dienstwoningen zal ten hoogste twee bedragen;

b.    de inhoud van een dienstwoning zal ten hoogste 600 m³ bedragen;

c.    de goothoogte van een dienstwoning zal ten hoogste 3,00 m bedragen;

d.    de bouwhoogte van een dienstwoning zal ten hoogste 9,00 m bedragen.

5. 2. 4. Voor het bouwen van bijgebouwen bij een dienstwoning gelden de volgende regels:

a.    het aantal bijgebouwen per dienstwoning zal ten hoogste twee bedragen;

b.    de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen zal per dienstwoning ten hoogste 50 m² bedragen;

c.    de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw zal ten hoogste 2,00 m bedragen;

d.    de bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw zal ten hoogste 5,00 m bedragen;

e.    de bouwhoogte van een aangebouwd bijgebouw zal ten hoogste 9,00 m bedragen.

5. 2. 5. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van speelwerktuigen en lichtmasten zal ten hoogste 7,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen.

5. 3.       Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan detailhandel ten behoeve van de bestemming;

b.    het gebruik van de gebouwen en bouwwerken voor permanente bewoning, tenzij het een dienstwoning betreft;

c.    het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van bewoning.