direct naar inhoud van 5.1 Flora & fauna
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied Hardenberg, locatie Rheezerveenseweg 1b en 2a te Heemserveen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00075-OH01

5.1 Flora & fauna

5.1.1 Algemeen

Bescherming in het kader van de natuur wet- en regelgeving is op te delen in gebieds- en soortenbescherming. Bij gebiedsbescherming heeft men te maken met de Natuurbeschermingswet en de Ecologische Hoofdstructuur. Soortenbescherming komt voort uit de Flora- en faunawet. Hierin wordt onder andere de bescherming van dier- en plantensoorten geregeld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige natuurwaarden.

Hiervoor is een quickscan flora & fauna noodzakelijk. Deze is uitgevoerd door Eelerwoude uit Goor. De quickscan is opgenomen in Bijlage 2 van deze toelichting.

5.1.2 Gebiedsbescherming

Natuurgebieden of andere gebieden die belangrijk zijn voor flora en fauna kunnen op basis van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn (Natura2000) worden aangemerkt als speciale beschermingszones (SBZ's). Het plangebied bevindt zich niet in of in de buurt van een speciale beschermingszone als bedoeld in de Vogel- en/of Habitatrichtlijn of in de buurt van de Ecologische Hoofdstructuur of ander natuurgebieden. Gebiedsbescherming is daarom niet aan de orde.

5.1.3 Soortenbescherming
5.1.3.1 Inleiding

De mogelijke aanwezigheid van beschermde dier- en/of plantensoorten is bepaald aan de hand van de volgende gegevens:

  • Vrij beschikbare gegevens van het Natuurloket [www.natuurloket.nl];
  • Regionale en landelijke verspreidingsatlassen en rapporten;
  • Verspreidingsgegevens van amfibieën, reptielen en vissen [www.ravon.nl];
  • Een oriënterend veldbezoek op 16 april 2010.

Een oriënterend veldbezoek is erop gericht te controleren in hoeverre soorten, waarvan op basis van literatuurgegevens wordt aangenomen dat deze aanwezig kunnen zijn, daadwerkelijk in het plangebied voorkomen of in hoeverre het plangebied voldoet aan de eisen die deze soorten aan hun leefomgeving stellen.

5.1.3.2 Kappen buiten broedseizoen

In het plangebied kunnen diverse vogelsoorten tot broeden komen. Omdat het verstoren van broedende vogels verboden is door de Flora en faunawet, moeten werkzaamheden als het verwijderen van bomen buiten het broedseizoen worden uitgevoerd (tenzij met zekerheid kan worden aangetoond dat er geen vogels broeden in te verwijderen bomen). Het broedseizoen ligt voor de meeste soorten tussen maart en medio juli.

5.1.3.3 Vleermuizen

Er zijn negatieve effecten op vleermuizen te verwachten door het verwijderen van de houtwal. Er zal hiervoor gecompenseerd moeten worden door in de winter periode een nieuwe wal te maken en deze dicht door te planten met snelgroeiende bomen en struiken. Na enige tijd staat er dan weer een houtwal van enige omvang, die gebruikt kan worden als vliegroute.

5.1.3.4 Conclusie

Op basis van onderzoeksgegevens wordt vastgesteld dat de voorgenomen uitbreiding van Bogro B.V. niet in strijd is met de Flora- en faunawet mits de genoemde adviezen worden opgevolgd. Er worden geen negatieve effecten verwacht op (strikt) beschermde soorten. Er hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd. Wel blijft de zorgplicht van de Flora- en faunawet (zie bijlage) van toepassing. De geplande werkzaamheden dienen echter wel buiten het broedseizoen uitgevoerd te worden.