direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied Gramsbergen, Engeland 6 Ane
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00056-VG01

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Visienota Buitengebied Gemeente Hardenberg

De gemeente Hardenberg heeft de hoofdlijnen van het nieuwe ruimtelijke beleid voor het totale buitengebied van de gemeente Hardenberg geformuleerd in de ‘Visienota Buitengebied Gemeente Hardenberg’. De nota richt zich vooral op de realisatie van ruimtelijke kwaliteiten in het buitengebied.

De ruimtelijke visie zoals vastgelegd in de visienota moet de basis gaan vormen voor een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied in de gemeente Hardenberg. De hoofddoelen van het ruimtelijk beleid zoals verwoord in de 'Visienota Buitengebied' zijn:

  • Op een duurzame en efficiënte wijze ruimte scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies;
  • Het vergroten van de leefbaarheid van het platteland;
  • Het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit.

De gemeente Hardenberg heeft in de visienota een aantal deelgebieden onderscheiden. Het plangebied ligt op de rand van twee verschillende deelgebieden te weten; 'Vechtdal' en 'Collendoorn, Gramsbergen-Zuid, Radewijk'. In figuur 3.5. zijn de visiekaarten behorende bij de twee deelgebieden opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00056-VG01_0010.png"

Figuur 3.5. Visiekaarten deelgebieden 'Collendoorn, Gramsbergen-Zuid, Radewijk' en 'Vechtdal' (Bron: Gemeente Hardenberg)

Voor wat betreft het deelgebied Collendoorn, Gramsbergen-Zuid, Radewijk is de ontwikkelingsrichting gemengd gebied waarin de functies wonen, (verbrede) landbouw en economie de belangrijkste functies zijn. Voor het deelgebied Vechtdal is de ontwikkelingsrichting voornamelijk op de ecologische zone van de Vecht gericht. Binnen deze ontwikkelingsrichting zijn de belangrijkste functies water (afvoerfunctie Vecht), biodiversiteit, (verbrede) landbouw en recreatie en toerisme.

Het onderhavige initiatief ligt in beide deelgebieden. Het voornemen van initiatiefnemer is om het agrarisch bedrijf voort te zetten met daarbij enkele (verbrede) agrarische nevenactiviteiten bij het agrarische bedrijf. Dit sluit goed aan bij de ontwikkelingsrichtingen behorende bij het deelgebeid Collendoorn, Gramsbergen-Zuid, Radewijk en het deelgebied Vechtdal.

3.3.2 Welstandsnota Hardenberg

Het plangebied valt in de welstandsnota in het 'essen en kampen' landschap. In figuur 3.5. is een uitsnede van de welstandskaart behorende bij de welstandnota opgenomen

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00056-VG01_0011.png"

Figuur 3.5 Uitsnede welstandskaart gemeente Hardenberg (Bron: Gemeente Hardenberg)

Het essen en kampenlandschap heeft vanaf de Middeleeuwen zijn huidige vorm gekregen. Het landschap is reliëfrijk en kent daardoor een kronkelend patroon van wegen en waterlopen. De nederzettingen zijn ontstaan in de overgangen van de beekdalen naar de hoger gelegen zandgronden. Door de veelheid en variatie aan beplanting is het landschap kleinschalig. De open essen vormen een vontrast met deze kleinschaligheid.

Erven liggen in het essen en kampenlandschap verspreid, in linten langs de essen, of in clusters tussen de essen en kampen. De bebouwing op de erven liggen veelal in een losse strooiing. Later werden ook gebouwen meer evenwijdig geplaatst. Het beleid van de gemeente is erop gericht om de belangrijkste karakteristieken in deze landschappen, de onregelmatigheid, de diversiteit en de kleinschaligheid te handhaven.

Bouwplannen worden beoordeeld op een aantal aspecten die kenmerkend zijn voor de bebouwing in de welstandsgebieden 'essen en kampen'. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar de samenhang van de bouwwerken en het erf en hoe de verschijningsvorm van de gebouwen zich verhoudt tot de kwaliteit van de bebouwing in de directe omgeving. Bij uitbreidingen of verandering van een erf wordt een erfinrichtingsplan gevraagd waarin aangetoond moet worden hoe de wijzigingen passen in het landschap en op het erf.

3.3.3 Conclusie toetsing aan gemeentelijk beleid

Onderhavige ruimtelijke ontwikkeling vindt plaats op een bestaand erf waarbij de agrarische functie behouden blijft en enigszins verbreed wordt door nevenactiviteiten te ontwikkelen. Het erf wordt ingericht conform een erfstructuurplan dat aansluit bij de landschappelijke kenmerken en kwaliteiten van het essen en kampenlandschap (zie ook hoofdstuk 6). Geconcludeerd wordt dat de in dit plan besloten ruimtelijke ontwikkeling past binnen de uitgangspunten van het gemeentelijk beleid.