direct naar inhoud van 6.3 Landschapsinrichtingplan
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied Hardenberg, Polenweg 19 Heemserveen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00055-VG01

6.3 Landschapsinrichtingplan

Door middel van een landschapsinrichtingsplan wordt de uitbreiding van de woning op een verantwoorde manier ingepast in het landschap. Deze is opgesteld door het Buro Poelman Reesink Landschapsarchitectuur en is opgenomen in Bijlage 4 van deze toelichting In figuur 6.6. is een uitsnede van de inrichtingsschets opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00055-VG01_0021.png"

Figuur 6.6. Landschapsinrichtingsplan behorende bij de uitbreiding van de woning

De woning zal op een natuurlijk manier worden ingepast in het landschap. Bestaande structuren zullen versterkt worden door onder andere de toevoeging van streekeigen bomen en/of boomgroepen. Zoals blijkt uit de schets wordt er een aanzienlijk gedeelte aan nieuwe heide gerealiseerd. Met het aanleggen van nieuwe heidevegetatie, gecombineerd met struweel wordt het areaal natuur in het gebied vergroot. Hierbij kan het nieuwe heidegebied dienen als stapsteen tussen de ernaast gelegen natuurgebieden en zo uitwisseling bevorderen tussen de verschillende natuurgebieden. In figuur 6.7. is de situering van het plangebied t.o.v. andere omliggende natuurgebieden weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00055-VG01_0022.png"

Figuur 6.7. Situering plangebied t.o.v. andere natuurgebieden

Er wordt droge heide aangelegd en door een gradiënt in hoogteligging aan te brengen wordt de diversiteit binnen het gebied vergroot. Het al aanwezige gebied met heide wordt uitgebreid in zuidoostelijke richting. Deze inpassing sluit aan bij de natuurdoeltypen van de omliggende natuurgebieden, waar we afwisselend open heidevelden vinden, bossen en vennen. De struwelen bieden een corridor van het ene naar het andere gebied, ook bloem- en kruidenrijke graslanden kunnen deze functie vervullen. De aanwezige greppels en kleine watergangen in het gebied zullen de uitwisseling eveneens bevorderen. In figuur 6.8 is een overzichtsschets opgenomen van de aan te leggen oppervlaktes nieuwe natuur en de afstanden tot de omliggende natuurgebieden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00055-VG01_0023.png"

Figuur 6.8. Oppervlaktes aan te leggen nieuwe natuur en afstanden tot omliggende natuurgebieden

Deze nieuwe natuur (droge heide) sluit aan bij het oorspronkelijke landschap. Zoals aangegeven in 3.2.3.1. waren de grote oppervlaktes aan natte en droge heidegronden kenmerkend voor het jonge heide- en broekontginningslandschap. Door de aanleg van nieuwe droge heide wordt tegemoetgekomen aan dit oorspronkelijke landschap.

Qua soortenverscheidenheid moet bij droge heide gedacht worden aan struikhei, met (korst)mossen, grassen, kruiden en eventueel andere dwergstruiken als Blauwe- en Rode bosbes, Gewone dophei of Kraaihei. De kleine verschillen in bodem, het reliëf en beheer leiden tot verdere verschillen in de vegetatie. Door natuurlijke successie is er ook een voortdurende neiging tot het opslaan van Grove den en Ruwe berk. Wanneer deze verspreid door het gebied staan kunnen hier soorten gevonden worden als Boomleeuwerikken, Nachtzwaluw, Klapekster en Raaf.

Al met al wordt er een stevige impuls gegeven aan de ruimtelijke kwaliteit van het gebied door deze aanleg van nieuwe natuur. Het erf aan de Polenweg wordt voorzien van een stevige landschappelijke jas. De uitvoering van het landschapsinrichtingsplan is gegarandeerd doordat een uitvoeringsovereenkomst met de initiatiefnemer is afgesloten en de bestemming 'Natuur' is opgenomen op de verbeelding.