direct naar inhoud van Artikel 3 Cultuur en ontspanning
Plan: Evenementenhal Hardenberg 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00022-VG01

Artikel 3 Cultuur en ontspanning

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Cultuur en ontspanning ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein', het organiseren van evenementen, beurzen, tentoonstellingen, vlooienmarkten, shows, congressen, sportevenementen, concerten, bedrijfsfeesten, veilingen, en amusementsproducties, een bioscoop, zwembad of casino daaronder niet begrepen, met ondergeschikte en daarbijbehorende detailhandel, horeca en kantoren;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca', een hotelaccommodatie;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', terreinontsluiting;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', evenemententerrein en parkeerterrein;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch', de uitoefening van een agrarisch bedrijf;

met daarbijbehorende:

  • f. gebouwen, een bedrijfswoning daar niet onder begrepen;
  • g. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • h. andere-werken;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. erven;
  • k. terreinen;
  • l. waterpartijen;
  • m. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • n. groen- en parkeervoorzieningen;

met dien verstande dat:

  • o. voor de voorziening in de parkeerbehoefte wordt voorzien in voldoende parkeer- of stallingsruimte.
3.2 Bouwregels

Op de voor ' Cultuur en ontspanning ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

3.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage bedraagt niet meer dan 70;
  • c. ter plaatse van de aanduiding maximale bouwhoogte mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • d. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp mogen gehandhaafd worden;
  • e. een gebouw mag alleen worden gebouwd indien uit de aanvraag om bouwvergunning blijkt dat zulks niet ten koste gaat van de beschikbare parkeergelegenheid, danwel indien voldoende parkeer- of stallingsruimte wordt gerealiseerd. Als voldoende wordt in ieder geval aangemerkt indien voldaan wordt aan de norm van 8,8 parkeerplaatsen per 100 m² bvo.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van reclamezuilen en lichtmasten mag niet meer bedragen dan 25 m;
  • b. ter plaatse van de aanduiding parkeerterrein mogen reclamezuilen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding - mast worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 10 m mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van verwijsborden mag niet meer bedragen dan 7 m;
  • d. de bouwhoogte van een overkapping van een looproute mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • e. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 2,5 m.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.