direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen - Voormalige boerderijen
Plan: Buitengebied Gramsbergen Anerveenseweg 64
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00016-0401

Artikel 4 Wonen - Voormalige boerderijen

 

4. 1.          Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen - Voormalige boerderijen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.      woonhuizen in de vorm van voormalige boerderijpanden, al dan niet in combinatie met ruimte voor beroepen of bedrijven, zoals die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, niet zijnde geluidzoneringsplichtige, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;

b.      het behoud en het herstel van de karakteristieke hoofdvormen van de voormalige boerderijpanden;

c.      aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;

met de daarbijbehorende:

d.      tuinen, erven en terreinen;

e.      bouwwerken geen gebouwen zijnde.

4. 2.          Bouwregels

4. 2. 1. Voor het bouwen van woonhuizen gelden de volgende regels:

a.      per bestemmingsvlak zal ten hoogste één woonhuis worden gebouwd;

b.      een woonhuis zal binnen het bouwvlak worden gebouwd;

c.      de goot- en bouwhoogte van een woonhuis zal ten hoogste de in de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” aangegeven hoogte bedragen;

d.      de dakhelling van een woonhuis zal ten minste 30° en ten hoogste 60° bedragen.

4. 2. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

a.      de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 125 m² bedragen;

b.      de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 3,00 m bedragen;

c.      de afstand tot de zijdelingse perceelgrens zal ten minste 1,00 m bedragen, tenzij het bijgebouw in de perceelgrens wordt gebouwd;

d.      de bijgebouwen zullen tenminste op een afstand van 4,00 meter achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de woning en het verlengde daarvan worden gebouwd en op geen grotere afstand dan 15,00 m ten opzichte van het woonhuis.

4. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:


a.      de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het woonhuis en het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;

b.      de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.

4. 3.          Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

a.      het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;

b.      het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning.

4. 4.          Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

 

-          het bepaalde in lid 4.3. onder a en toestaan dat een woonhuis, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, wordt gebruikt voor meer dan één woning, mits:

1.      deze ontheffing uitsluitend wordt toegepast ten behoeve van de huisvesting van een tweede (huishouden van een) persoon;

2.      de bestaande bouwmassa niet wordt vergroot en er niet meer dan twee woningen worden gevestigd;

3.      de wijzigingsbevoegdheid passend is in het geldende Woonplan;

4.      er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in dié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;

5.      geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.