direct naar inhoud van 2.1 Cultuurhistorische ontwikkeling
Plan: Bestemmingsplan Balkbrug
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00006-VG01

2.1 Cultuurhistorische ontwikkeling

Aan de hand van topografische kaartjes uit verschillende jaren wordt de ruimtelijke ontwikkeling van Balkbrug in beeld gebracht. Het gaat om vier momentopnames, namelijk: 1850, 1900, 1950 en 2000 (toegevoegd aan einde van dit hoofdstuk).

De nederzetting Balkbrug is ontstaan als gevolg van de aanleg van de Dedemsvaart. Over het in 1809 gegraven kanaal werden bruggen gebouwd. De bruggen kenden een nummer. De brug in de verbinding Ommen - Zuidwolde (ter plaatse van het huidige Balkbrug) werd aangeduid als brug no. 7. Omstreeks 1820 werd bij de brug een herberg gebouwd. De brug kreeg al gauw de naam van de herbergier: Kruizinga's brug.

Wanneer de naam Balkbrug voor het eerst aan de brug en daarbij aan de plaats Balkbrug is gegeven, is niet precies bekend. De naam is afgeleid van de balk die zich onder water in de doorvaartopening van de brug bevond. Deze diende om de diepgang van de schepen te regelen. De balk kon hoger of lager gehangen worden al naar gelang de waterstand in het kanaal.

Naast de aanleg van de Dedemsvaart is er nog een andere gebeurtenis die bepalend is geweest voor de ontwikkeling van Balkbrug en omgeving. Het betreft de stichting van de bedelaarskolonie Ommerschans door de Maatschappij van Weldadigheid. De huidige penitentiaire inrichting Veldzicht is uit deze ontwikkeling voortgekomen.

1850

Uit het kaartbeeld van omstreeks 1850 blijkt dat bij de Balkbrug en langs de Dedemsvaart enige bebouwing is gelegen. Dit betreft onder meer de herberg bij de brug en een korenmolen direct ten zuidoosten van de brug. Ten zuiden van de Dedemsvaart ligt de op sterk regelmatige wijze vormgegeven ontginning van de Maatschappij van Weldadigheid, genaamd De Kolonie. Ten noorden liggen de bouw- en graslanden en bospercelen behorende tot wat nu Oud Avereest wordt genoemd. Aan de oostzijde liggen nog onontgonnen gronden in het Katinger Veld. Veldzicht is nog niet gerealiseerd.

De vaart vormt de belangrijkste verbinding. De wegen zijn onverhard. Opmerkelijk is dat het wegenbeloop in de richting De Wijk en Zuidwolde nauwelijks afwijkt van het huidige beloop van deze wegen.

1900

In de periode 1850 tot 1900 hebben in en rond Balkbrug vele veranderingen plaatsgevonden. De bebouwing langs de Dedemsvaart is sterk toegenomen, vooral ten westen van de Balkbrug. Van enige komvorming bij de brug is nog geen sprake. De korenmolen wordt op de kaart als Sterremolen aangeduid.

De wegverbindingen zijn sterk verbeterd. De weg richting De Wijk en de weg langs de noordzijde van de vaart naar Dedemsvaart is van bestrating voorzien. De weg langs de zuidzijde van de vaart richting Nieuwleusen en de weg richting Ommen zijn als grind- of gruisweg verhard. De overige wegen zijn onverhard. Blijkbaar zijn de verkeersstromen richting Zuidwolde niet groot gezien de onverharde staat van deze verbinding. Langs de noordzijde van de Dedemsvaart is een stoomtramlijn aangelegd. Even ten westen van Balkbrug sluit de tramlijn uit de richting Meppel hierop aan.

Er is een begin gemaakt met de ontginning van het Katinger Veld. In het oostelijke deel van De Kolonie is een groot aantal percelen bebost. Balkbrug en De Kolonie zijn door deze bosgordel ruimtelijk van elkaar gescheiden. Aan de noordwestzijde van Balkbrug zijn de ruimtelijke veranderingen gering.

In deze periode is ook de rijksinrichting Veldzicht gebouwd (1892), alsmede een aantal dienstwoningen, dat ook nu nog ten noorden van de inrichting is gelegen.

1950

Omstreeks 1950 is de bebouwing verder toegenomen. Het betreft voornamelijk woonbebouwing ten dienste van Veldzicht. Van een duidelijke kernvorming is nog steeds geen sprake.

De belangrijkste wegen zijn inmiddels verhard, zoals de weg van Balkbrug naar Zuidwolde. De stoomtram is uit het straatbeeld verdwenen.

De meeste gronden in de omgeving van Balkbrug zijn ontgonnen. In het Katingerveld ligt nog een kleine oppervlakte 'woeste grond'.

Opmerkelijk is dat de oppervlakte bos in de directe omgeving van Balkbrug is afgenomen.

De Ommerschans heeft zijn functie als bedelaarskolonie verloren. Het manifesteert zich als bosperceel met daarin gelegen de grachten van de voormalige schans.

2000

In de periode 1950-2000 is de kern Balkbrug fors gegroeid. Aan de zuidoostzijde van de oorspronkelijke nederzetting is veel nieuwbouw tot stand gekomen. Aan de noordoostzijde heeft zich een aantal bedrijven gevestigd en zijn sportvoorzieningen gerealiseerd.

Wat betreft de infrastructuur is de situatie ingrijpend gewijzigd. De Dedemsvaart is gedempt en heeft plaats gemaakt voor geasfalteerde wegen. Ook de noord-zuidverbinding is sterk verbeterd door de aanleg van de N48.

De landbouwgronden en de bossen in de omgeving Balkbrug hebben weinig ruimtelijke veranderingen ondergaan.

Veldzicht is in oppervlakte toegenomen. Het is een gesloten, met grachten en hekwerken omgeven inrichting geworden.

De Sterremolen is in oostelijke richting verplaatst en heet nu De Star.

Beschermd dorpsgezicht

Het gebied Ommerschans - Balkbrug is op 24 november 2011 aangewezen als Beschermd Dorpsgezicht.

Het te beschermen gebied omvat het centrale, meest gave deel van de negentiende-eeuwse, orthogonale veenontginningen van de Maatschappij van Weldadigheid.

Het gebied is van belang vanwege de volgende waarden:

  • Cultuurhistorische waarden: het gebied vormt een ruimtelijke uitdrukking van ontwikkelingen en opvattingen betreffende militaire strategie, opvoeding, correctie en landbouwontginning uit de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw;
  • Historisch – ruimtelijke waarden: er is sprake van een sterke ruimtelijke samenhang van structuur en bebouwing uit de verschillende ontwikkelingsfasen van het gebied. Daarnaast ligt zowel aan de agrarische structuur als aan het gebied rondom het rijksasiel een duidelijk functioneel stedenbouwkundig concept ten grondslag. Van bijzonder belang is de ontginningsstructuur, die karakteristiek is voor de Maatschappij van Weldadigheid;
  • Situationele waarden: de relatie tussen onbebouwd en bebouwd gebied is in samenhang gepland. De historische bebouwing draagt sterk bij aan die samenhang;
  • Gaafheid/herkenbaarheid: er is sprake van een hoge mate van gaafheid en herkenbaarheid van de verschillende ruimtelijke functionele ontwikkelingsfasen binnen het gebied (verkaveling, strategische weg, schans en gestichtsontwikkeling;
  • Zeldzaamheid: het gebied dat in zijn historische gelaagdheid de structurele, visuele en architectonische uitdrukking vormt van geografische, maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkelingen, is qua verschijning zeer zeldzaam in Nederland.
  • Als uitdrukking van het werk van de Maatschappij voor Weldadigheid is het enigszins vergelijkbaar met Veenhuizen (Drenthe), dat echter niet de historische gelaagdheid van de Ommerschans bezit.

Het besluit tot aanwijzing d.d. 24 november 2011 en bijbehorende toelichting bij het besluit tot aanwijzing zal als bijlage bij het bestemmingsplan worden opgenomen.

In onderhavig bestemmingsplan is een beschermende regeling opgenomen. De ligging van het gebied is weergegeven op de Waardenkaart in paragraaf 4.2.