direct naar inhoud van Artikel 7 Centrum
Plan: Bestemmingsplan Balkbrug
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00006-VG01

Artikel 7 Centrum

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, met dien verstande dat het aantal (dienst)woningen per bouwperceel niet meer mag bedragen dan het bestaande aantal;
  • b. detailhandel en kantoren;
  • c. bedrijven en instellingen behorende tot de categorieën 1 tot en met 2 van de bij deze regels behorende Staat van bedrijven, dan wel bedrijven die wat betreft geur, stof, gevaar en geluid daarmee vergelijkbaar zijn;
  • d. educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen, sportvoorzieningen, recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening;
  • e. verkeer en verblijfsvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  • h. openbare nutsvoorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;

en tevens voor:

  • j. horeca van categorie I, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 1';
  • k. horeca van categorie I en II, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2';
  • l. horeca van categorie I, II en III, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3'.

Onder detailhandel en bedrijfsactiviteiten is niet begrepen:

  • detailhandel in volumineuze goederen, dan wel in brand- en/of explosiegevaarlijke stoffen;
  • het vervaardigen en/of de opslag van vuurwerk, anders dan ten behoeve van consumentenverkoop;
  • risicovolle inrichtingen;
  • geluidzoneringsplichtige inrichtingen op grond van de Wet geluidhinder;
  • m.e.r.-plichtige en m.e.r.-beoordelingplichtige inrichtingen, met uitzondering van bestaande bedrijven.
7.2 Bouwregels
  • a. Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen, met uitzondering van gebouwen en overkappingen voor openbare nutsvoorzieningen, verkeer en verblijfsvoorzieningen, en parkeerterrein, gelden de volgende regels:
  • 1. de gebouwen mogen de rooilijn niet overschrijden;
  • 2. de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan 115% van de goot- en bouwhoogte van het bestaande gebouw op het bouwperceel;
  • 3. het bebouwingspercentage bedraagt niet meer dan 70% van het bouwperceel, dan wel ten hoogste het percentage aan bestaande bebouwing indien dat meer bedraagt, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' geen gebouwen mogen worden gebouwd.

  • b. Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeer en verblijfsvoorzieningen gelden de volgende regels:
  • 1. de inhoud bedraagt per gebouwtje niet meer dan 30 m³, dan wel niet meer dan de bestaande inhoud, indien deze meer bedraagt;
  • 2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m, dan wel de bestaande hoogte, indien deze meer bedraagt.

  • c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
  • 1. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 5 m;
  • 2. er zijn uitsluitend vergunningsvrije erf- en perceelafscheidingen toe-gestaan overeenkomstig artikel 2 van bijlage 2 van het Besluit omgevingsrecht (zoals dat geldt op het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan), met dien verstande dat bestaande erf- en perceelafscheidingen eveneens zijn toegestaan.
7.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de parkeervoorzieningen;

afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 7.2, sub a, onder 2:

voor het verhogen van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 15%;

  • b. lid 7.2, sub a, onder 3:

voor het verhogen van het bebouwingspercentage met dien verstande dat op ieder bouwperceel voldoende ruimte voor het parkeren of stallen van auto's is aangebracht ten behoeve van de bedrijfsvoering ter plekke, dan wel in alternatieve ruimte in de nabijheid is of wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij verlening van de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en onderhoud van de alternatieve parkeer- en/of stallingsruimte;

  • c. lid 7.2, sub c:

tot een bouwhoogte van 3 m voor erf- en terreinafscheidingen en voor overige bouwwerken tot een bouwhoogte van 15 m.

7.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:

  • 1. het aantal (dienst)woningen in een pand te wijzigen/te verhogen;
  • 2. opslag voor de voorgevel van gebouwen.
7.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 7.1, onder c:

voor het toestaan van bedrijven die niet zijn genoemd in categorie 1 tot en met 2 van de Staat van bedrijven, maar die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met de in categorie 1 tot en met 2 genoemde bedrijven kunnen worden gelijkgesteld;

  • b. lid 7.4, onder 1:

indien dit in overeenstemming is met het gemeentelijk woonbeleid of er aanleiding is om het aantal (dienst)woningen in een pand te wijzigen/verhogen vanwege andere marktomstandigheden en/of het voorkomen van leegstand.