Jhr. Von Heijdenstraat 22-28

5.4 Flora & fauna

De nationale natuurbeschermingswetten beogen een waarborg te scheppen voor een zorgvuldige afweging tussen het belang van natuurbescherming en andere belangen in het geheel van ruimtelijke ordening. De nationale regelgeving in dit verband is vastgelegd in de Flora- en faunawet (bescherming van soorten) en de Natuurbeschermingswet (bescherming van gebieden). In deze wetten zijn eveneens de E.G. Vogel- en Habitatrichtlijn en andere internationale verdragen verankerd.

Met de uitgevoerde quickscan is getoetst of de ruimtelijke ingrepen in strijd zijn met de bepalingen in de betreffende wetgeving.

Op 18 juni 2009 is de locatie bezocht om te inventariseren of beschermde soorten aanwezig zijn, waarop de voorgenomen ruimtelijke ingrepen effecten kunnen hebben. Hierbij is met name gelet op sporen of kenmerken van verblijfsplaatsen van gebouwbewonende beschermde soorten (zoals steenmarters, vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen).

Op basis van de uitgevoerde quickscan flora en fauna wordt geconcludeerd dat er in de Flora- en faunawet beschermde soorten kunnen voorkomen op de locatie. De voorgenomen realisatie van zorgappartementen kan derhalve in strijd zijn met de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet.

De dichte begroeiingen aan de oostelijke gevel moeten als geschikte broedplaats voor vogels worden beschouwd. Indien nodig kunnen de dichte begroeiingen, op het moment dat geen broedende vogels aanwezig zijn, zonder een ontheffing en zonder verdere maatregelen worden verwijderd. Over het algemeen broeden vogels tussen half maart en half juli.

Omdat verder geen kenmerken of sporen van gebouwbewonende soorten zijn aangetroffen, zijn ten aanzien van overige soorten geen maatregelen aan de orde. Ook een ontheffing is niet benodigd.