direct naar inhoud van Artikel 3 Centrum-2
Plan: Jhr. Von Heijdenstraat 22-28
Status: onherroepelijk
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.PB1002-0003

Artikel 3 Centrum-2

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. ambachtelijke dienstverlening voor zover daarvoor geen vergunning op grond van de Wet milieubeheer is vereist;
  • c. horeca -1 bedrijven;
  • d. maatschappelijke voorzieningen met uitzondering van educatieve voorzieningen en sport- en recreatieve voorzieningen;
  • e. wonen, met dien verstande dat de functie wonen uitsluitend is toegestaan op de verdieping;
  • f. zakelijke dienstverlening op de verdieping.
  • g. ontsluitingsmogelijkheden ten behoeve van aangrenzende functies.
  • h. ter plaatse van de aanduiding besluitsubvlak zorgwoning tevens voor bijzondere woonvoorzieningen al dan niet in combinatie met medische, paramedische en verzorgende ondersteuning, met dien verstande dat deze woonvoorzieningen uitsluitend zijn toegestaan op de verdieping;

met de daarbij de behorende:

  • i. parkeer- en groenvoorzieningen;
  • j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels

Op de voor Centrum-2 aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

3.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. de bedrijfsvloeroppervlakte van een winkel mag niet meer bedragen dan 600 m² tenzij anders aangegeven op de verbeelding;
  • b. de hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • c. de hoofdgebouwen dienen met de voorgevel in de voorgevelbouwgrens te worden gebouwd;
  • d. het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag 100 % bedragen.
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte', mogen de goot en bouwhoogte van gebouwen mogen niet meer bedragen dan aangegeven op de verbeelding;
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen die van af de voet gemeten maximaal 2 meter hoog mogen zijn;
3.2.3 Afwijkende maatvoering

In afwijking van het bepaalde in 3.2.1 en 3.2.3 geldt dat indien een afwijkende maatvoering aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan, deze maatvoering als maximum mag worden gehanteerd voor dat gebouw en, voor zover het goothoogten, bouwhoogten en dakhellingen betreft, voor uitbreidingen van dat gebouw.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
3.3.1 Procedure

Voor het stellen van nadere eisen geldt de in 7.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

3.4 Afwijking van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in:

  • a. 3.2.1 sub c met dien verstande en in zoverre dat de voorgevel ten hoogte 3 meter achter de voorgevelbouwgrens mag worden opgericht;
3.4.1 Afwegingskader

Een in 3.4 genoemde afwijking kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
3.4.2 Procedure

Voor een besluit tot afwijken geldt de in 7.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

3.5 Afwijking van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in 3.1 sub e en h en toestaan dat de functie 'wonen' alsmede 'bijzondere woonvoorzieningen' is toegelaten op de begane grond.

3.5.1 Afwegingskader

Er kan slecht worden afgeweken zoals verwoord in 3.5 indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
3.5.2 Procedure

Voor een besluit tot afwijken geldt de in 7.1 vermelde voorbereidingsprocedure.