direct naar inhoud van Artikel 16 Waarde - Beeldbepalende boom
Plan: Bestemmingsplan Centrum Haaksbergen, 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1098-0002

Artikel 16 Waarde - Beeldbepalende boom

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Beeldbepalende boom' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de aanwezige beeldbepalende bomen.

16.2 Bouwregels
  • a. Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
  • b. Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de waarden als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in overige artikelen prevaleert de bestemming 'Waarde - Beeldbepalende boom'.
16.3 Nadere eisen
  • a. Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen ten aanzien van:
    • 1. de situering van bouwwerken;
    • 2. de afmetingen van bouwwerken;
    • 3. de aard van de verhardingen;
    • 4. de fundering van bouwwerken;
    • 5. de bescherming van de boom of bomen tijdens de bouwfase;
    • 6. het onderhoud van de bomen na de bouwfase.
  • b. Voor het stellen van nadere eisen, geldt de in artikel 23 vermelde voorbereidingsprocedure.
16.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van

  • a. het bepaalde in artikel 16.2 ten aanzien van het bouwen van bouwwerken en toestaan dat op of in deze gronden een bij de andere bestemming toelaatbaar bouwwerk wordt gebouwd, indien wordt aangetoond dat door het bouwen van de gronden de conditie, levensverwachting, groeiplaats en (beeld)kwaliteit van de boom of bomen niet worden aangetast;
  • b. het gestelde in artikel 16.2 indien geoordeeld is dat de boom of bomen niet meer als waardevol is/zijn aan te merken. Aan het verlenen van de vergunning kan de kap van de boom of bomen met daaraan gekoppeld een herplantplicht worden verbonden;
  • c. ten behoeve van de onder a en b genoemde omgevingsvergunning kan een bomen-effect-rapportage worden verlangd waaruit blijkt dat de bouw geen onevenredige gevolgen heeft voor de levensvatbaarheid en de ruimtelijke of ecologische betekenis van de boom;
16.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het snoeien, behoudens normale onderhouds- en beheerwerkzaamheden gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van de boom;
    • 2. het afhakken van wortels van de boom;
    • 3. het aanleggen van verhardingen;
    • 4. het aanleggen van paden en parkeerstroken;
    • 5. het bevestigen van voorwerpen aan of in de boom.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies welke het plan overeenkomstig de in lid 16.1 bepaalde doeleinden beoogt te beschermen dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
  • c. Geen omgevingsvergunning als bedoeld onder a is vereist voor werken en werkzaamheden welke op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.
16.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in de zin dat de bestemming 'Waarde - Beeldbepalende boom' gedeeltelijk of geheel wordt verwijderd indien aangetoond is dat de boom of bomen vanwege conditie, levensverwachting, groeiplaats, (beeld)kwaliteit niet meer waardevol zijn danwel dat er elders voldoende maatregelen, bijvoorbeeld herplant, worden getroffen om het verlies aan waardevolle bomen te compenseren.