direct naar inhoud van 4.5 M.e.r.-beoordeling
Plan: Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1085-0002

4.5 M.e.r.-beoordeling

Kader

In hoeverre een bestemmingsplan m.e.r.(beoordelings)plichtig is, moet worden bepaald aan de hand van het Besluit Milieu-Effectrapportage 1994. In dat besluit zijn de gronden weergegeven op basis waarvan een plicht tot het opstellen van een planMER, besluitMER en/of m.e.r.beoordeling  ontstaat. Hieronder is weergegeven op basis van welke gronden uit het Besluit Milieu-Effectrapportage 1994 een mer(beoordelings)plicht voor het bestemmingsplan ontstaat of kan ontstaan.

  • 1. De uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein

Uitbreiding/wijziging terrein meer dan 75 hectare (bruto) bedraagt. Volgens bijlage D van het Besluit Milieu-Effectrapportage 1994 (nummer 11.3) is het bestemmingsplan dan m.e.r.-beoordelingsplichtig.

  • 2. De toegestane activiteiten

De toegestane activiteiten in het bestemmingsplan die m.e.r. .-(beoordelings)plichtig zijn.

  • 3. De gevolgen op de nabijgelegen Natura-2000 gebieden

In het geval belangrijke negatieve effecten op de Natura-2000 gebieden niet zijn uit te sluiten dient een planMER te worden gemaakt. Om het concrete effect van de toegelaten mogelijkheden in het bestemmingsplan op de Natura-2000 gebieden te bepalen, dient een zogenoemde voortoets te worden verricht.

Het Besluit Milieu-Effectrapportage is per 1 april gewijzigd waardoor ook voor ontwikkelingen die beneden de drempelwaarden liggen, bezien dient te worden of een (vormvrije) m.e.r.-beoordeling noodzakelijk is.

Toetsing plangebied

Onderhavig bestemmingsplan heeft betrekking op het vastleggen van de bestaande situatie, waarbij hoofdzakelijk alle bedrijfskavels reeds ingevuld zijn. Het plangebied heeft een oppervlakte van ca. 45 hectare. Tevens zijn er grond van het bestemmingsplan geen activiteiten toegestaan welke m.e.r.-plichtig zijn. Op grond van de flora en fauna toetsing (zie paragraaf 4.4) is reeds geconcludeerd dat onderhavig bestemminsplan geen significant effect heeft op in de nabijheid gelegen Natura-2000 gebieden. Ten behoeve van de realisatie van het bedrijventerrein Stepelerveld is een voortoetst uitgevoerd in het kader van mogelijk negatieve effecten op in de nabijheid gelegen Natura-2000 gebieden. Hieruit is naar voren gekomen dat er geen significant nadelige effecten te verwachten zijn. Gelet op de bestaande situatie van de bedrijventerreinen Stepelo en De Greune en de afstand tot de natuurgebieden, kan geconcludeerd worden dat een voortoets achterwege kan blijven.

Conclusie

Gelet op het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat ten behoeve van dit bestemmingsplan een m.e.r.-beoordeling niet noodzakelijk is.