direct naar inhoud van 5.1 Bodem
Plan: Centrum Haaksbergen, partiële herziening Marktplan
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1082-0002

5.1 Bodem

Bij transformatie van (delen van) het plangebied naar nieuwe functies dient rekening te worden gehouden met de bodemsituatie. Weliswaar zijn de aspecten van bodemverontreiniging en de noodzaak van sanering geregeld in afzonderlijke wetgeving met eigen procedures, dat neemt niet weg dat aannemelijk moet zijn gemaakt dat de aanwezige bodemverontreiniging aan de financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan niet in de weg staat. Indien blijkt dat de bodemkwaliteit niet direct geschikt is voor de gewenste bestemming, zal een afweging gemaakt moeten worden over de in acht te nemen saneringswijze in relatie tot de maatschappelijke en financiële lasten.

Onderzoek

Voor de planlocatie is de bodemkwaliteit in beeld gebracht doormiddel van de volgende onderzoeken:

  • Verkennend en aanvullend bodemonderzoek Centrum Haaksbergen (Grontmij, 11 september 2001, kenmerk 11/01197)
  • Nader bodemonderzoek (Grontmij, briefrapportage, 11 december 2011, kenmerk 11/01232)
  • Verkennend bodem- en asbestonderzoek Marktpromenadeplan Haaksbergen (Grontmij, 31 oktober 2007, kenmerk 9935407)

Resultaten

  • Deellocatie Markt 15a: Hier is bij één boring in de bovengrond een sterk verhoogd gehalte aan PAK's aangetoond. Waarschijnlijk wordt deze verontreiniging veroorzaakt door de slakken die in de bovengrond zijn aangetroffen. Aanbevolen wordt om deze verontreiniging bij de herinrichting van het terrein onder milieukundige begeleiding te verwijderen.
  • Deellocatie Markt 16: In de grond zijn hier geen verhoogde gehalten geconstateerd. In het grondwater is een licht verhoogd gehalte aan zink aangetroffen.
  • Deellocatie Markt 17: Hier is in de bovengrond een licht verhoogd gehalte aan zink, lood, koper en PAK's geconstateerd.
  • Deellocatie Markt 18 en 18a: Hier is in de bovengrond een kleine minerale olie verontreiniging geconstateerd van circa 5 m3. Omdat het pand bewoond was tijdens het onderzoek konden er inpandig geen boringen worden verricht. Er is daarom aanbevolen om zodra het pand leeg staat of is gesloopt aanvullend nader onderzoek uit te voeren. Eventuele verontreiniging kan bij de herinrichting van het terrein onder milieukundige begeleiding worden verwijderd. In het geval de omvang groter blijkt dan 25 m3 verontreinigde grond is hiervoor een beschikking of een BUS melding noodzakelijk.
  • Deellocatie Markt 19: Hier is in de bovengrond een licht verhoogd gehalte aan koper, kwik, lood, zink en PAK's aangetroffen. In de ondergrond zijn geen verhoogde gehalten geconstateerd.
  • Deellocatie Markt 20: Hier is in de bovengrond van een boring een sterk verhoogd gehalte aan lood en zink aangetoond. Daarnaast is in drie andere boringen een matig verhoogd gehalte aan lood en in twee boringen een licht verhoogd gehalte aan zink geconstateerd. In een boring is in de ondergrond een matig verhoogd gehalte aan koper en een licht verhoogd gehalte aan lood geconstateerd. Omdat de vervuiling op deze locatie nog niet is afgebakend is hier nog aanvullend onderzoek naar nodig. Binnen de onderhavige planlocatie is het westelijke gedeelte bestemd voor park. De boringen waarin de verontreiniging is geconstateerd bevinden zich niet in dit gedeelte.
  • Deellocatie De Braak: Hier is in het grondwater tussen de Braak 4 en de kruising met de Hibbertsstraat een ernstige verontreiniging met arseen geconstateerd met en omvang van circa 150 m3. Omdat er geen sprake is van actuele humane, ecologische of verspreidingsrisico's is de uitvoering van een sanering niet urgent. Afhankelijk van het bouwplan dient te worden bepaald in hoeverre saneringsmaatregelen noodzakelijk zijn. Daarbij kan gedacht worden aan bronbemalingen die van invloed zijn op deze grondwaterverontreiniging. Bij variant 1 bevindt een deel van de bodemverontreiniging binnen het bebouwingsvlak, bij variant 2 valt het er buiten, zie onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1082-0002_0005.png"

  • Deellocatie Hibbertstraat 6-10: Hier is in een verkennend onderzoek in oktober 2000 in één monster een verontreiniging met lood en zink aangetroffen. Ten tijde van het onderzoek in oktober 2007 werd deze verontreiniging niet meer geconstateerd. Waarschijnlijk is de omvang van deze verontreiniging zeer klein (<10 m3). Aanvullend onderzoek is daarom niet noodzakelijk. Bij ontgraving moet hiermee echter wel rekening worden gehouden.

Op een aantal locaties is tijdens het onderzoek asbest verdacht materiaal aangetroffen. Dit materiaal is inmiddels verwijderd.

Conclusie

Gelet op de ligging van de verontreinigingen kan gesteld worden dat het geen belemmering oplevert voor het beoogde gebruik.