direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Buitengebied, partiële herziening Kolleweg 7
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1078-0003

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied
3.3.1.1 Inleiding

De gemeente Haaksbergen heeft een volledig nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied in voorbereiding. Het buitengebied van Haaksbergen is erg waardevol en vraagt daarmee om actueel beleid dat op evenwichtige wijze regelgeving en gebiedsgericht ontwikkelingen regelt.

Het nieuwe bestemmingsplan heeft betrekking op het hele buitengebied van de gemeente. Alleen de bebouwde kommen van Haaksbergen, Buurse en Sint Isidorushoeve vallen niet onder dit plan.
Het nieuwe bestemmingsplan biedt ruimte aan nieuwe inzichten en initiatieven in markt en beleid. Belangrijkste uitgangspunt bij de ontwikkeling van het buitengebied is dat de diversiteit en de verschillende kernkwaliteiten in de toekomst moeten worden behouden en versterkt. Landbouw, natuur en recreatie dienen daarbij hand in hand te gaan met dien verstande dat in bepaalde gebieden de ontwikkeling van een bepaalde sector voorrang krijgt. Ruimtelijke kwaliteit heeft in het hele buitengebied prioriteit. Het slopen van landschapsontsierende stallen in het kader van de rood-voor-rood regeling kan bijvoorbeeld bijdragen aan verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.

3.3.1.2 Toetsing

Het bouwperceel heeft in het voorontwerpbestemmingsplan, de bestemming 'Agrarisch – Agrarisch bedrijf' gekregen met een aanduiding van een 'intensieve veehouderij', de omliggende gronden zijn bestemd als 'Agrarisch'. Onder 'Agrarisch bedrijf' wordt verstaan;

'een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, niet zijnde: een glastuinbouwbedrijf, een boomkwekerij, een champignonkwekerij, gebruiksgerichte paardenhouderij of een wormenkwekerij'

De intensieve veehouderij op dit perceel wordt echter beëindigd en de activiteiten op het gebied van mesttransport worden voortgezet. Daarom is een partiële herziening van het bestemmingsplan 'Buitengebied' nodig, om het aan het buitengebied gelieerde agrarische nevenactiviteit, planologisch in te passen. Een specifieke bestemming gericht op mesttransport is wenselijk zodat in de toekomst het bedrijfsmatig houden van dieren of telen van gewassen niet meer toegestaan is.

De aanliggende agrarische grond kan de bestemming 'Agrarisch' wel behouden, echter wordt dit in het voorontwerp bij het agrarisch bedrijf betrokken. In dit bestemmingsplan is de grond opgenomen in de rest van de omgeving.

3.3.2 Rood voor rood en VAB-beleid 2011
3.3.2.1 Inleiding

Het college van B&W heeft op 8 april 2008 voor het eerst beleid vastgesteld voor Rood voor rood (RvR) en Vrijkomend agrarische bedrijfsbebouwing (VAB). Aanleiding voor het opstellen van het RvR en VAB beleid was de Streekplanherzieningen 'Rood voor Rood met gesloten beurs' en 'Nieuwe landgoederen'. Daarnaast bleek in 2007 dat er in de gemeente veel agrarische ondernemers (deels) wilden stoppen met hun agrarische activiteiten en initiatieven voor ontwikkeling hadden. Het beleid is opgesteld om de kaders voor het behandelen van RvR en VAB aanvragen van (voormalige) agrarische ondernemers te kunnen behandelen. In de afgelopen drie jaar zijn goede resultaten geboekt met het werken met RvR en VAB beleid. Er is veel interesse om gebruik te maken van de mogelijkheden die het beleid biedt. Afgelopen jaar is het beleid geactualiseerd en op 23 augustus 2011 is het vernieuwde 'Rood voor Rood en VAB-beleid' voor een periode van zes weken ter inzage gelegd.

3.3.2.2 Doelstellingen

Met het RvR en VAB beleid worden verschillende doelen nagestreefd. In voorliggend geval is het VAB-beleid van belang: het hoofddoel van het VAB beleid is namelijk gericht op sociaaleconomische ontwikkelingen. Het beleid is erop gericht nieuwe economische dragers in het landelijk gebied te realiseren. Dit houdt in dat de resterende economische waarde van een VAB wordt benut voor nieuwe functies. Er worden, kortom, mogelijkheden geboden om bestaande gebouwen te hergebruiken voor andere activiteiten dan de landbouw.

3.3.2.3 Kaders VAB

De (inhoudelijke) kaders voor VAB worden gevormd door aspecten uit het provinciale beleid en de gemeentelijke beleidsuitgangspunten:

  • afbakening;
  • aard en omvang functies;
  • sloop en nieuwbouw;
  • toekomstige nieuwbouw;
  • verbetering ruimtelijke kwaliteit;
3.3.2.4 Toetsing

Het initiatief past binnen de afbakening die geformuleerd is in het kader van het VAB-beleid. Aangezien de omvang van de bedrijvigheid groter is dan 350m² is er sprake van maatwerk. De onderzoeken gericht op de (ruimtelijke) effecten op de omgeving laten een positief effect zien en de activiteit is gerelateerd aan het landelijk gebied. Aan het criterium sloop en nieuwbouw wordt ook voldaan, er is gekozen voor de sloop van twee landschapontsierende varkensschuren en hergebruik van één varkensschuur. De loods die wordt teruggebouwd – in het kader van toekomstige nieuwbouw - heeft een kleinere oppervlakte vergeleken met de te slopen bebouwing en de locatie wordt landschappelijk ingepast. Deze aspecten zullen gezamenlijk de ruimtelijke kwaliteit van de locatie verbeteren en zorgen voor sociaaleconomische vitaliteit.

De beëindiging van de intensieve veehouderijtak in combinatie met het hergebruiken en vervangen van de varkensschuren is volledig in overeenstemming met de doelstelling en uitvoeringsregels van het beleid.

3.3.3 Landschapsontwikkelingsplan
3.3.3.1 Inleiding

De gemeenten Haaksbergen en Hof van Twente hebben een gezamenlijk landschapsontwikkelingsplan laten opstellen (vastgesteld mei 2005). Dit plan biedt een samenhangende visie op landschapskwaliteit en bouwstenen en inrichtingsprincipes voor landschapsontwikkeling.

3.3.3.2 Concrete maatregelen

Het plangebied wordt in het landschapsontwikkelingsplan aangemerkt als 'Natuurzone Haaksbergen'. Deze aanduiding omvat alle waardevolle natuurgebieden in gemeente Haaksbergen. Het realiseren van ecologische verbindingszone, EHS, Natura 2000 of versterking en uitbreiding van natuur in algemeenheid wordt hierbij als doel gesteld. Daarnaast zijn er enkele 'ontwikkelingsmogelijkheden' benoemd, hieronder staan de meest relevante aspecten benoemd:

  • Hervestiging, nieuwsvestiging en uitbreiding van de intensieve veehouderij is niet mogelijk.
  • Bestaande intensieve agrarische bedrijven kunnen blijven, echter wordt er gestreefd naar verplaatsing.
  • Behoud, ontwikkeling en versterking van natuurwaarden.
  • RvR en VAB toepasbaar in het hele deelgebied, rekeninghoudend met de wettelijke kaders.
3.3.3.3 Toetsing

In de regels is specifiek geregeld dat hervestiging en nieuwsvestiging niet meer mogelijk is nadat de intensieve veehouderij is beëindigd. Daarnaast laat het landschapsontwikkelingsplan het toe om voor deze locatie het RvR en VAB beleid te gebruiken. De kenmerkende landschapselementen worden behouden en versterkt. Het inrichtingsplan, met betrekking tot de beplanting, voorziet in het poten van bomen in de vorm van lanen wat past bij het planmatige en rechtlijnige karakter van jong heide- en broekontginningslandschap. Door deze vorm van inplanting komt de ontginningstructuur weer sterker naar voren en wordt de locatie goed ingepast in de landelijke omgeving.

3.3.4 Conclusie toetsing aan gemeentelijk beleid

Geconcludeerd kan worden dat, afgezien van het voorontwerpbestemmingsplan, de in dit voorliggende plan besloten ruimtelijke ontwikkeling in overeenstemming is met het gemeentelijk beleid. Wel dient de bestemming een nadere specificatie te krijgen zodat het mesttransportbedrijf kan worden voortgezet en het bedrijfsmatig houden van dieren en/of telen van gewassen niet meer mogelijk is.