direct naar inhoud van 5.1 Geluid
Plan: Haaksbergen dorp, deelplan De Els, partiële herziening Veldmaterstraat 23
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1063-0003

5.1 Geluid

5.1.1 Kader

In het kader van de Wet geluidhinder (Wgh) moet voor het oprichten van geluidsgevoelige bestemmingen (woningen, scholen, ziekenhuizen, etc.), die binnen de onderzoekszone van (spoor)wegen liggen, een toets aan de geluidsnormen plaatsvinden.

In de Wet geluidhinder (Wgh) worden eisen gesteld aan de toelaatbare geluidsbelasting op de gevels van nog niet geprojecteerde woningen langs een bestaande weg of spoor in stedelijk en buitenstedelijk gebied. Voor woningen binnen een onderzoekszone is een maximaal toelaatbare geluidsbelasting (L den) op de gevel ten gevolge van verkeerslawaai vastgesteld op 48 dB (voorkeursgrenswaarde) en een maximaal te verlenen ontheffingswaarde van 63 dB voor het binnenstedelijk gebied.

5.1.2 Situatie plangebied

Bij het akoestisch onderzoek zijn de Veldmaterstraat en de Beethovenstraat betrokken.
De wegen Lijsterbes en Meidoorn zijn vanwege de zeer lage verkeersintensiteit buiten beschouwing gelaten.

Ten gevolge van de Veldmaterstraat bedraagt de maximale geluidbelasting op de toekomstige woningen 59 dB (inclusief aftrek 5 dB ex artikel 110g Wgh). De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt hiermee overschreden. Er dienten voor de drie woningen derhalve hogere grenswaarden aangevraagd te worden. De maximale ontheffingswaarde voor een nieuw te bouwen woning van 63 dB wordt niet overschreden.

Ten gevolge van de Beethovenstraat bedraagt de maximale geluidbelasting op de toekomstige woningen 45 dB (inclusief aftrek 5 dB ex artikel 110g Wgh). Er wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB.

De gecumuleerde geluidbelasting ten gevolge van wegverkeerlawaai bedraagt maximaal 64 dB (exclusief aftrek ex artikel 110g Wgh). De gecumuleerde geluidbelasting zoals aangegeven in tabel 3.4 dient aangehouden te worden bij het bepalen van de benodigde geluidwerende voorzieningen. Ten aanzien van de geluidwering van de gevels dienen zodanig maatregelen te worden getroffen dat de geluidbelasting binnen de verblijfsgebieden niet meer bedraagt dan 33 dB.