direct naar inhoud van 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Haaksbergen Dorp, deelplan Hassinkbrink, partiële herziening Hassinkborgh
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1062-0001

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.2.1 Procedure

De primaire aanleiding voor het opstellen van de voorliggende partiële herziening van het bestemmingsplan Haaksbergen Dorp, deelplan Hassinkbrink is het in overeenstemming brengen van het bestemmingsplan met de voorgenomen ontwikkelingen binnen het plangebied. De specifieke vraag voor ruimtelijke inpassing van een nieuwe basisschool met gymzaal op het plangebied dient, naast de vestiging van kantoren mogelijk gemaakt te worden. Aangezien de afname van gronden voor de kantoorlocatie tot op heden teleurstellend is, wordt er via de partiele herziening eveneens flexibiliteit geboden aan de vestiging van meerdere functies, zodat de zachte overgang tussen bedrijvigheid en woningen -welke in het vorige bestemmingsplan reeds aandacht kreeg- ook praktisch mogelijk wordt gemaakt.

De ruimtelijke en milieukundige bouwstenen, alsmede de wensen en randvoorwaarden van de ambtelijke organisatie en het bewonersoverleg zijn richtinggevend geweest voor de uitwerking van bovenstaand stedenbouwkundig plan. Het concept-stedenbouwkundig plan is voorgelegd. Nadat bevindingen van belanghebbenden zijn meegenomen is het stedenbouwkundig plan definitief gemaakt. Aan de hand van dit plan is het bestemmingsplan opgesteld. Bij de wijziging van het bestemmingsplan zijn belanghebbenden, waaronder omwonenden, dus vanaf het eerste moment betrokken geweest.

Het bestemmingsplan is om de voorgaande redenen dan ook niet als voorontwerp- bestemmingsplan voor inspraak aangeboden - zoals mogelijk op basis van de gemeentelijke inspraakverordening ex artikel 150 Gemeentewet. In het kader van de toekomstige ontwikkelingen in het plangebied zijn de diensten van provincie en rijk, die betrokken zijn bij de zorg voor ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn, voldoende betrokken conform artikel 3.1.1 Bro.

6.2.2 Zienswijzen

Overeenkomstig artikel 3.8 lid 1 sub d. Wro heeft het ontwerpbestemmingsplan met ingang van 17 juli 2009 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn meerdere zienswijzen ingediend. De in de zienswijze vervatte bezwaren hebben geen aanleiding gegeven het ontwerpbestemmingsplan aan te passen. In de bijlage is de Nota van zienswijzen opgenomen.