direct naar inhoud van 5.8 Luchtkwaliteit
Plan: Haaksbergen Dorp, deelplan Hassinkbrink, partiële herziening Hassinkborgh
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1062-0001

5.8 Luchtkwaliteit

5.8.1 Kader

De Eerste Kamer heeft op 9 oktober 2007 het wetsvoorstel voor de wijziging van de Wet milieubeheer goedgekeurd, met name hoofdstuk 5, titel 2, uit genoemde wet is veranderd. Deze titel handelt over luchtkwaliteit en derhalve staat de nieuwe titel 2 bekend als de 'Wet luchtkwaliteit'. Deze wet is op 15 november 2007 (stb. 2007, 434) in werking getreden en vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005.

De Wet luchtkwaliteit is het gevolg van de Europese Kaderrichtlijn luchtkwaliteit. De EU-richtlijn en de Wet luchtkwaliteit zijn opgesteld om mensen te beschermen tegen de negatieve gevolgen van luchtverontreiniging.

Krachtens artikel 5.16 lid 1 van de Wet milieubeheer dient voor elke bevoegdheid, zoals genoemd in artikel 5.16 lid 2 van de Wet milieubeheer, die gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit verslechtert als gevolg van een bevoegdheid.

Voortvloeiend uit de Wet milieubeheer is het Besluit niet in betekenende mate (Besluit NIBM) van kracht geworden. Het begrip 'niet in betekenende mate' betekent in concreto dat een project of activiteit, waarvoor een besluit wordt genomen, niet meer dan 1% van de grenswaarde van de jaargemiddelde concentratie mag bijdragen. Deze 1%-regel is naar verwachting tijdelijk totdat deorgatie is verleend door de Europese Unie. De Europese Unnie moet hierbij goedkeuring geven aan het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Bij derogatie mag een 3%-regel worden toegepast.

5.8.2 Situatie plangebied

De gemeente Haaksbergen heeft in 2007 onderzoek gedaan naar de luchtkwaliteit in het plangebied, ten behoeve van de vaststelling van het bestemmingsplan 'kantorenlocatie Hassinkbrink'. Dit onderzoek heeft uitgewezen dat er op de locatie en in haar omgeving geen plandrempels worden overschreden. Vanwege een verdere daling van de achtergrondwaarden in de toekomst, aldus volgens het rekenmodel CARII, zal de totale hoeveelheid berekende luchtverontreinigde stoffen eveneens dalen.

5.8.3 Conclusie

Vanwege een minime afwijking in de verkeersaantrekkende werking en de uitstoot van luchtverontreinigde stoffen tussen het het programma uit het bestemmingsplan 'kantorenlocatie Hassinkbrink' en het toekomstige programma, is verder onderzoek naar luchtkwaliteit niet nodig.