direct naar inhoud van Artikel 4 Groen
Plan: Haaksbergen Dorp, deelplan Hassinkbrink, partiële herziening Hassinkborgh
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1062-0001

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
      • groenvoorzieningen en water;

met daarbij behorende

      • fiets- en voetpaden;
      • speelvoorzieningen;
      • geluidwerende voorzieningen (aarden wal);
      • verhardingen;
      • verkeersvoorzieningen;
      • openbare nutsvoorzieningen;
      • overige functioneel met de bestemming 'Groen' verbonden voorzieningen.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' zijn de gronden tevens bestemd voor ontsluiting van gronden met de bestemming 'Gemengd' en de aanduiding 'onderwijs' .

4.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht ten dienste van de bestemming met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen.
  • b. kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mogen maximaal 5 meter hoog zijn.
4.3 Werken, geen bouwwerken zijnde

Binnen deze bestemming mag een geluidwerende voorziening in de vorm van een aarden wal worden aangelegd met inachtneming van de bepaling dat de hoogte van de aarden wal ten hoogste 5 meter mag bedragen, gemeten vanaf de kruin van de weg.

4.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmeting en de plaats van de bebouwing alsmede werken, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
4.5 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

4.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing van het bepaalde in lid 4.5 verlenen ten behoeve van de aanleg van parkeervoorzieningen, mits geen onevenredige aantasting plaats vindt van:

  • a. een samenhangend straat en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.