Haaksbergen-Dorp, partiële herziening Frankenhuisterrein

Artikel 10 Algemene aanduidingsregels

10.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geldt een geluidszone als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder.

10.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geldt voor het bouwen van gebouwen dat een op grond van de daar voorkomende bestemming(en) toelaatbare woning of een ander geluidsgevoelig gebouw als bedoeld in de Wet geluidhinder, of de uitbreiding daarvan, slechts mag worden gebouwd indien voor deze woning of ander geluidsgevoelig gebouw hogere grenswaarden als bedoeld in de Wet geluidhinder zijn vastgesteld voor de vaststelling van dit bestemmingsplan, of gelijktijdig met dit bestemmingsplan.

10.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 11.2 ten behoeve van de bouw van een woning of ander geluidsgevoelige gebouw als bedoeld in de Wet geluidhinder of het gebruik van een geluidsgevoelig terrein als bedoeld in de Wet geluidhinder, voor zover voor deze woningen, gebouwen of terreinen voor de vaststelling van dit bestemmingsplan, of gelijktijdig met dit bestemmingsplan geen of te lage hogere waarden zijn vastgesteld als bedoeld in lid 11.2.

• a. ontheffing wordt verleend indien uit akoestisch onderzoek blijkt dat kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder;
• b. ontheffing kan eveneens worden verleend als, ten behoeve van de woning of ander geluidsgevoelige gebouw als bedoeld in de Wet geluidhinder of het gebruik van geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in de Wet geluidhinder, hogere waarden zijn vastgesteld voor het nemen van het besluit tot ontheffing, of gelijktijdig met het nemen van het besluit tot ontheffing.

10.4 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn in ieder geval de volgende gebruiksvormen in

strijd met artikel 7.10 van de Wro:

• a. het gebruik van een terrein als geluidsgevoelig terrein als bedoeld in de Wet geluidhinder, tenzij voor het geluidsgevoelige terrein hogere grenswaarden als bedoeld in de Wet geluidhinder zijn vastgesteld voor de vaststelling van dit bestemmingsplan, of gelijktijdig met dit bestemmingsplan;
• b. het gebruik van niet-geluidsgevoelige gebouwen als geluidsgevoelig gebouw als bedoeld in de Wet geluidhinder.