direct naar inhoud van 4.2 Flora en fauna
Plan: Scholtenhagen-Watermolen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1037-0004

4.2 Flora en fauna

Flora- en faunawet
De bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten wordt in de Flora- en faunawet (1998) geregeld. Bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen dient uitdrukkelijk rekening te worden gehouden met de eventuele aanwezigheid van beschermde soorten, als ook met beschermde gebieden op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn (resp. 1979 en 1992).

Golfbaan Het Langeloo
Op de golfbaan wordt een nieuw clubgebouw gerealiseerd. Voor de bouw is een flora- en faunaonderzoek uitgevoerd3. De resultaten zijn hieronder weergeven. Het plangebied is niet van groot belang voor zwaarder beschermde soorten. Er komen vooral algemeen beschermde soorten voor. Ten aanzien van de meeste soortgroepen zijn geen locatiespecifieke gegevens beschikbaar uit recente inventarisaties. Hierdoor kan volledige zekerheid niet worden geboden. Wel zijn de aanwezige gegevens voldoende om een goede verwachtingswaarde te kunnen opstellen. Aanvullende gebiedsdekkende inventarisaties kunnen worden overwogen, maar zijn niet noodzakelijk vanuit het oogpunt van de Flora- en faunawet.

Geen van de aangetroffen soorten is voor het voortbestaan van de populatie afhankelijk van het plangebied. Voor geen van de aangetroffen soorten wordt de staat van instandhouding dan ook negatief beïnvloed. Verbodsbepalingen worden mogelijk overtreden ten aanzien van broedvogels. Mitigeren van negatieve effecten is noodzakelijk. Het aanvragen van een ontheffing is niet noodzakelijk.

Mitigerende maatregelen
Ten aanzien van vleermuizen wordt geadviseerd om bij graafwerkzaamheden en grondverzet in de periode maart-oktober werkzaamheden overdag uit te voeren en wordt geadviseerd om geen aanvullende verlichting te gebruiken. Ten aanzien van broedvogels wordt geadviseerd om bij graafwerkzaamheden en grondverzet in de periode maart – juli werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren of deze voor het broedseizoen te beginnen en continu door te zetten. Tevens wordt aanbevolen om voor aanvang van het broedseizoen vegetatie uit het plangebied te verwijderen en kort te houden.

Erve Bruggert
Bij Erve Bruggert wordt minimale nieuwe bebouwing gerealiseerd. Gezien de aard hiervan wordt flora- en faunaonderzoek vooralsnog niet noodzakelijke geacht.

Forellenvisserij
Ten behoeve van de flora en fauna is een natuurtoets4 uitgevoerd. Uit dit onderzoek volgt dat op de bouwlocatie geen beschermde soorten voorkomen. In de nabije omgeving van de bouwlocatie is wel broedgelegenheid voor vogels aanwezig. De daar voorkomende soorten zijn echter gewend aan menselijke activiteiten en zullen dan ook geen negatieve gevolgen van de bouwwerkzaamheden en het toekomstig gebruik ondervinden. Er worden geen beschermde dieren opzettelijk verontrust en geen vaste rust- en verblijfplaatsen verstoord.

Het beplantingsplan maakt het gebied aantrekkelijk voor vogels en andere kleine diersoorten en zorgt ervoor dat de gebouwen geen extra verstorende invloed hebben op het omringende landschap.

De voorgenomen plannen zullen geen verhoging van emissies geven. Het project zal dan ook geen negatieve gevolgen op het Habitatrichtlijngebied Buurserzand en Haaksbergerveen hebben.

De voorgenomen plannen zijn niet in strijd met de vigerende wet- en regelgeving met betrekking tot natuurbescherming en hebben geen negatieve effecten op beschermde plant- en diersoorten, habitats en beschermde gebieden.

Houten huis
Het theehuis wordt gesitueerd op een bestaande parkeerplaats, die bestaat uit een dikke laag puinafval. Er zijn geen bestaande ecologische waarden aanwezig waardoor er ook geen sprake zal zijn van verstoring door het plan.