direct naar inhoud van Regels
Plan: Kwalitatief sturen op appartementen 2022
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.BP00244-0003

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Kwalitatief sturen op appartementen 2022 met identificatienummer NL.IMRO.0153.BP00244-0003 van de gemeente Enschede.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 appartement:

een woning / zelfstandige wooneenheid:

  • a. op de verdieping van een gebouw met op de begane grond een andere functie dan wonen, en/of;
  • b. in een gebouw met meerdere woningen / zelfstandige wooneenheden en waarvan de hoofdtoegang uitsluitend bereikbaar is via een gemeenschappelijke verkeersruimte, of;
  • c. in een gebouw met meerdere gestapelde woningen / zelfstandige wooneenheden en waarvan de hoofdtoegang rechtstreeks toegankelijk is vanaf straatniveau.
1.4 bestaande bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde en niet zijnde een tijdelijk toegestaan bouwwerk, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan volgens het geldende recht aanwezig of in uitvoering zijn dan wel na dat tijdstip zijn of mogen worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning.

1.5 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.

1.6 gemeenschappelijke verkeersruimte:

verkeersruimte als bedoeld in het Bouwbesluit 2012 (en na inwerkingtreding van de Omgevingswet in het Besluit bouwwerken leefomgeving), die ten dienste van meerdere appartementen staat.

1.7 grondgebonden appartement:

een appartement als bedoeld in artikel 1.3, onder c.

1.8 kamerverhuurpand:

een woning / wooneenheid die wordt gebruikt door drie of meer personen die ieder afzonderlijk één huishouden vormen dan wel in totaal drie of meer afzonderlijke huishoudens vormen. De woning/wooneenheid kenmerkt zich doordat één of meer van de voorzieningen (keuken, toilet, badkamer) niet uitsluitend voor privé-gebruik (dus voor gezamenlijk gebruik) is, en/of één of meer van de voorzieningen (keuken, toilet, badkamer) bereikt kunnen of moeten worden door het verlaten van de eigen privé-ruimte.

In afwijking van deze definitie wordt een kamer in een verzorgings- of verpleeghuis niet aangemerkt als onzelfstandige bewoning in een kamerverhuurpand.

1.9 middenhuur:

middeldure huurwoning als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel j, van het Besluit ruimtelijke ordening waarvan de jaarlijks te indexeren aanvangshuurprijzen en gebruiksdoelgroepen zijn vastgesteld in de verordening 'Doelgroepenverordening Sociale Huur en Middenhuur 2021' van de gemeente Enschede, dan wel diens rechtsopvolger.

1.10 omgevingsvergunning:

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (en na inwerkingtreding van de Omgevingswet in afdeling 5.1 van die wet).

1.11 sociale huurwoning:

huurwoning als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel d, van het Besluit ruimtelijke ordening waarvan de jaarlijks te indexeren aanvangshuurprijzen en gebruiksdoelgroepen zijn vastgesteld in de verordening 'Doelgroepenverordening Sociale Huur en Middenhuur 2021' van de gemeente Enschede.

1.12 splitsen van een appartement:

het door bouwkundige activiteiten, ongeacht of daarvoor een omgevingsvergunning vereist is, of gebruiksactiviteiten opdelen van een appartement in twee of meer afzonderlijke appartementen.

1.13 vervangende nieuwbouw:

een nieuw te bouwen gebouw met appartementen welke dient ter vervanging en modernisering van het op die locatie voorheen aanwezige en ten behoeve van deze nieuwbouw gesloopte gebouw met appartementen en met een bouwvolume dat vergelijkbaar is met de voorheen aanwezige bebouwing.

1.14 woning / zelfstandige wooneenheid:

een (gedeelte van een) gebouw / een complex van ruimten met woonfunctie, dat door zijn indeling en inrichting uitsluitend bedoeld is voor de huisvesting van en het gebruik door maximaal twee afzonderlijke huishoudens. Waarbij alle voorzieningen (keuken, badkamer en toilet) aanwezig en direct bereikbaar zijn zonder daarvoor eerst een gemeenschappelijke verkeersruimte te moeten betreden.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 gebruiksoppervlak van appartement:

Het gebruiksoppervlak van een appartement is de oppervlakte, gemeten op vloerniveau, tussen de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen. Bij de bepaling van het gebruiksoppervlak worden niet meegerekend:

  • de oppervlakte van delen van vloeren, waarboven de netto-hoogte kleiner is dan 1,5 m, met uitzondering van vloeren onder trappen, hellingbanen e.d.;
  • een liftschacht;
  • een trapgat, schalmgat of vide, indien de oppervlakte daarvan groter is dan of gelijk is aan 4 m2;
  • een vrijstaande bouwconstructie (niet zijnde een trap) indien de horizontale doorsnede daarvan groter is dan of gelijk is aan 0,5 m2;
  • een leidingschacht, indien de horizontale doorsnede daarvan groter is dan of gelijk is aan 0,5 m2;
  • een dragende binnenwand.

Artikel 3 Reikwijdte

  • a. In geldende bestemmingsplannen die nog geen regels bevatten zoals opgenomen in dit plan: de regels in dit plan gelden in aanvulling op de begripsbepalingen, de wijze van meten en de bouw- en gebruiksregels van de geldende bestemmingsplannen voor het realiseren van appartementen waar volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan het wonen (niet zijnde een bedrijfswoning) is toegestaan, met uitzondering van de bouwlagen waar wonen niet is toegestaan.
  • b. In geldende bestemmingsplannen die wel regels bevatten zoals opgenomen in dit plan: de regels in dit plan treden in de plaats van de gelijknamige begripsbepalingen, de wijze van meten en de bouw- en gebruiksregels van de geldende bestemmingsplannen voor het realiseren van appartementen waar volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan het wonen (niet zijnde een bedrijfswoning) is toegestaan, met uitzondering van de bouwlagen waar wonen niet is toegestaan.
  • c. De regels in dit plan treden eveneens in de plaats van de regels in geldende bestemmingsplannen op grond waarvan het verboden is bestaande woningen / zelfstandige wooneenheden te splitsen in meerdere zelfstandige eenheden, met inbegrip van eventuele binnenplanse bevoegdheden om bij een omgevingsvergunning af te kunnen wijken van dat splitsingsverbod;
  • d. De overige regels van de geldende bestemmingsplannen als bedoeld onder a, b en c blijven ongewijzigd en onverminderd van kracht.
  • e. De regels van dit plan treden eveneens in de plaats van de regels in het bestemmingsplan Kwalitatief Sturen op appartementen.
  • f. De regels in dit plan zijn niet van toepassing op de bouw van appartementen waarvoor gedurende 3 jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Kwalitatief sturen op appartementen 2022 een exploitatieovereenkomst met de gemeente was gesloten.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene aanduidingsregels

5.1 Wetgevingszone - afwijkingsgebied 1
5.1.1 Algemene bouw- en gebruiksregels voor appartementen

Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - afwijkingsgebied 1' is het bouwen en/of gebruiken van appartementen alleen toegestaan wanneer wordt voldaan aan alle hierna genoemde criteria:

  • a. het betreft appartementen ten behoeve van middenhuur;
  • b. het minimum gebruiksoppervlak per appartement bedraagt 50 m2
  • c. de hoofdtoegang van het appartement, dan wel de toegang tot de gemeenschappelijke verkeersruimte van meerdere appartementen, is gesitueerd op maximaal 5 meter vanaf de openbare weg;
  • d. appartementen moeten beschikken over een fietsenberging die niet rechtstreeks toegankelijk is vanuit het appartement en buitenruimte van voldoende omvang. Daarvan is sprake indien elk appartement beschikt over:
    • 1. een eigen fietsenberging van 5 m2 of een collectieve fietsenberging, waarbij wordt voldaan aan de geldende normen voor fietsparkeren in de Parkeernormennota Enschede 2017 en waarbij ook wordt voldaan aan de randvoorwaarden voor de maatvoering in de beleidsregel 'gemeenschappelijke fietsenstallingen in woongebouwen Enschede 2021', dan wel, in het geval deze tussentijds worden gewijzigd of vervangen door een andere beleidsregel, aan deze gewijzigde respectievelijk vervangende beleidsregels, en;
    • 2. een eigen buitenruimte met een oppervlak van tenminste 6 m2 of een collectieve buitenruimte van tenminste 6m2 per appartement, bijvoorbeeld in de vorm van een dakterras, balkon of loggia;
  • e. er is geen sprake van het realiseren van appartementen in bestaande bebouwing buiten het bouwvlak van het ter plaatse geldende bestemmingsplan;
  • f. ter plaatse van de geldende bestemmingen 'Gemengd' (al dan niet met bijbehorend volgnummer) en 'Centrum' dient het appartement op de begane grond over twee bouwlagen te beschikken.
5.1.2 Aanvullende bouw- en gebruiksregels voor grondgebonden appartementen

In aanvulling op het bepaalde in lid 5.1.1 geldt voor het bouwen en/of gebruiken van nieuwe grondgebonden appartementen ook de eis dat nieuwe grondgebonden appartementen tenminste twee gevels hebben die grenzen aan de buitenlucht.

5.1.3 Uitzondering bouw- en gebruiksregels voor vergunde appartementen

In afwijking van het bepaalde in lid 5.1.1 geldt dat appartementen waarvoor een omgevingsvergunning is verleend voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, eveneens zijn toegestaan. De aanvullende bouw- en gebruiksregels die in lid 5.1.2 zijn gesteld, zijn niet van toepassing op appartementen waarvoor een omgevingsvergunning is verleend voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.

5.1.4 Afwijken van de bouw- en gebruiksregels voor appartementen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in 5.1.1 onder a en b, mits het de aantoonbare huisvesting betreft van een doelgroep van programmering als genoemd in de gemeentelijke Woonvisie, dan wel diens rechtsopvolger;
  • b. het bepaalde in 5.1.1 onder a, b en d sub 2, mits het sociale huurappartementen betreft door woningbouwcorporaties waarmee prestatieafspraken zijn gemaakt;
  • c. het bepaalde in 5.1.1 onder a mits het appartementen betreft in of bij een monument of een in het geldende bestemmingsplan als 'karakteristiek' aangewezen cultuurhistorisch waardevol gebouw, mits het toevoegen van appartementen aantoonbaar bijdraagt aan het behoud van de karakteristieke waarden.
5.1.5 Overgangsperiode voor vervangende nieuwbouw
  • a. Het bepaalde in de leden 5.1.1, 5.1.2 en 5.1.4 is gedurende een overgangsperiode van 5 jaren niet van toepassing op het verlenen van omgevingsvergunning voor vervangende nieuwbouw, onder de voorwaarde dat het aantal appartementen in de nieuwe situatie niet toeneemt ten opzichte van de voorheen aanwezige situatie.
  • b. De onder a genoemde overgangsperiode van 5 jaren begint op 14 december 2019 (de dag na de datum van inwerkingtreding van het vorige bestemmingsplan 'Kwalitatief Sturen op Appartementen').
5.1.6 Splitsingsverbod voor appartementen

In aanvulling op het bepaalde in de leden 5.1.1 en 5.1.2 is het niet toegestaan om appartementen te splitsen in kleinere appartementen.

5.2 Wetgevingszone - afwijkingsgebied 2
5.2.1 Algemene bouw- en gebruiksregels voor appartementen

Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - afwijkingsgebied 2' is het bouwen en/of gebruiken van appartementen alleen toegestaan wanneer wordt voldaan aan alle hierna genoemde criteria:

  • a. het betreft een of meer appartement(en) als bedoeld in artikel 1.3, aanhef en onder a in één van de hierna genoemde gebieden:
    • 1. in het kernwinkelgebied Glanerbrug, zijnde het gebied aan de Gronausestraat te Glanerbrug begrensd door de Nieuw Frieslandstraat en de Abel Tasmanstraat enerzijds en de Kerkstraat en de Tolstraat anderzijds;
    • 2. aan de Hengelosestraat tussen de Westerstraat en de Wagelerstraat en waarvan de hoofdtoegang is gesitueerd aan de Hengelosestraat, mits de appartementen zijn gesitueerd boven commerciële ruimten;
    • 3. aan de Singels;
    • 4. aan één of meer van de hierna genoemde invalswegen / radialen in het gebied binnen de Singels: Emmastraat, Lipperkerkstraat, Oldenzaalsestraat, Deurningerstraat, Haaksbergerstraat en Kuipersdijk;
    • 5. aan de Beckumerstraat in Boekelo, tussen de spoorlijn en de Smaragdstraat / Meester De Wolfstraat;
    • 6. De ontwikkeling van appartementen op het perceel kadastraal bekend als zijnde gemeente Enschede, sectie K nummer 3650.
  • b. het minimum gebruiksoppervlak per appartement bedraagt 75 m2;
  • c. de hoofdtoegang van het appartement, dan wel de toegang tot de gemeenschappelijke verkeersruimte van meerdere appartementen, is gesitueerd op maximaal 5 meter vanaf de openbare weg;
  • d. appartementen moeten beschikken over een fietsenberging die niet rechtstreeks toegankelijk is vanuit het appartement en buitenruimte van voldoende omvang. Daarvan is sprake indien elk appartement beschikt over:
    • 1. een eigen fietsenberging van 5 m2 of een collectieve fietsenberging, waarbij wordt voldaan aan de geldende normen voor fietsparkeren in de Parkeernormennota Enschede 2017 en waarbij ook wordt voldaan aan de randvoorwaarden voor de maatvoering in de beleidsregel 'gemeenschappelijke fietsenstallingen in woongebouwen Enschede 2021', dan wel, in het geval deze tussentijds worden gewijzigd of vervangen door een andere beleidsregel, aan deze gewijzigde respectievelijk vervangende beleidsregels, en;
    • 2. een eigen buitenruimte met een oppervlak van tenminste 6 m2 of een collectieve buitenruimte van tenminste 6m2 per appartement, bijvoorbeeld in de vorm van een dakterras, balkon of loggia;
  • e. er is geen sprake van het realiseren van appartementen in bestaande bebouwing buiten het bouwvlak van het ter plaatse geldende bestemmingsplan.
5.2.2 Uitzondering bouw- en gebruiksregels voor vergunde appartementen

In afwijking op het bepaalde in lid 5.2.1 geldt dat appartementen waarvoor een omgevingsvergunning is verleend voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, eveneens zijn toegestaan.

5.2.3 Afwijken van de bouw- en gebruiksregels voor appartementen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in 5.2.1 onder a, mits het appartementen betreft in of bij een monument of een in het geldende bestemmingsplan als 'karakteristiek' aangewezen cultuurhistorisch waardevol gebouw, mits het toevoegen van appartementen aantoonbaar bijdraagt aan het behoud van de karakteristieke waarden;
  • b. het bepaalde in 5.2.1 onder a en b, mits het de aantoonbare huisvesting betreft van een doelgroep van programmering als genoemd in de gemeentelijke Woonvisie betreft, dan wel diens rechtsopvolger;
  • c. het bepaalde in 5.2.1 onder a, b en d sub 2, mits het sociale huurappartementen betreft door woningbouwcorporaties waarmee prestatieafspraken zijn gemaakt.
5.2.4 Overgangsperiode voor vervangende nieuwbouw
  • a. Het bepaalde in de leden 5.2.1, 5.2.2 en 5.2.3 is gedurende een overgangsperiode van 5 jaren niet van toepassing op het verlenen van omgevingsvergunning voor vervangende nieuwbouw, onder de voorwaarde dat het aantal appartementen in de nieuwe situatie niet toeneemt ten opzichte van de voorheen aanwezige situatie.
  • b. De onder a genoemde overgangsperiode van 5 jaren begint op 14 december 2019 (de dag na de datum van inwerkingtreding van het vorige bestemmingsplan 'Kwalitatief Sturen op Appartementen').
5.2.5 Splitsingsverbod voor appartementen

In aanvulling op het bepaalde in de leden 5.2.1 is het niet toegestaan om appartementen te splitsen in kleinere appartementen.

Artikel 6 Algemene procedureregels

6.1 Afwegingskader voor afwijkingen

Bij toepassing van een afwijkingsbevoegdheid zoals bedoeld in deze regels, geldt als voorwaarde dat geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van:

  • het woon- en leefklimaat;
  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de parkeersituatie in de openbare ruimte;
  • de sociale veiligheid;
  • de brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • de milieusituatie;
  • de cultuurhistorische waarde;
  • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken
7.1.1 Overgangsbepaling

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
7.1.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid 7.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

7.1.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 7.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

7.2 Overgangsrecht gebruik
7.2.1 Overgangsbepaling

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

7.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 7.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

7.2.3 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 7.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

7.2.4 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 7.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan "Kwalitatief sturen op appartementen 2022".