direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Onzelfstandige bewoning Enschede 2022
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.BP00227-0003

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding bestemmingsplan

In Enschede zijn er sinds 2007 regels voor onzelfstandige bewoning (kamergewijze verhuur). Tot 2016 was er een omzettingsvergunningstelsel op grond van de Huisvestingswet nodig voor kamergewijzeverhuur. Door een wijziging van de Huisvestingswet was het voor Enschede niet langer mogelijk een omzettingsvergunningstelsel in stand te houden.

Sinds 2016 is daarom in de bestemmingsplannen een verbod opgenomen dat onzelfstandige bewoning zonder vergunning niet meer is toegestaan. Het was mogelijk om af te wijken van dit verbod als werd voldaan aan de beleidsregel “Onzelfstandige bewoning Enschede” of een eventuele vervangende beleidsregel.

De regels voor onzelfstandige bewoning zijn in 2020 geëvalueerd. De voorgaande regels voor onzelfstandige bewoning waren gebaseerd op het principe van spreiding van de kamerverhuurpanden. Geconcludeerd is dat dit spreidingsprincipe nog steeds gewenst is, maar dat voor een goede balans een aanpassing van regels noodzakelijk is. De belangrijkste redenen hiervoor zijn:

1. De huidige regels maken onbedoeld meer kamerverhuur mogelijk als er in een buurt/straat studio's zijn/worden gerealiseerd;

2. De puur getalsmatige toetsing in de huidige regels houdt geen rekening met andere aspecten die van invloed zijn op de leefbaarheid;

3. De 'zomerdip' (door uitschrijven van studenten) geeft bij aanvragen voor onzelfstandige bewoning ruimte op papier die er in werkelijkheid niet is;

4. Door het ontbreken van een overzicht van alle kamerverhuurpanden worden afwegingen soms gebaseerd op onjuiste aannames.

Dit heeft geresulteerd in een voorbereidingsbesluit en de bijbehorende beleidsregel 'Onzelfstandige bewoning Enschede 2021'. Met het voorbereidingsbesluit en de beleidsregel wordt voorkomen dat nieuwe situaties van onzelfstandige bewoning ontstaan waar dit uit het oogpunt van leefbaarheid niet gewenst is. Nieuwe situaties van onzelfstandige bewoning zijn in beginsel verboden. Er kan een uitzondering op dit verbod worden gemaakt -en een vergunning worden verleend- als wordt voldaan aan de voorwaarden die genoemd staan in het voorbereidingsbesluit.

Het voorbereidingsbesluit is vastgesteld vooruitlopend op dit bestemmingsplan. Het bestemmingsplan Onzelfstandige bewoning Enschede 2022 ” heeft als doel om een duidelijk kader te geven waarin medewerking kan worden verleend aan het realiseren van onzelfstandige bewoning. Het voorbereidingsbesluit vervalt op het moment dat dit bestemmingsplan terinzage is gelegd.

1.2 Ligging en begrenzing plangebied

Het bestemmingsplan Onzelfstandige bewoning Enschede 2022 ” heeft betrekking op het gehele stedelijke gebied van de gemeente Enschede. Onderstaand is de begrenzing van het plangebied weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0153.BP00227-0003_0001.png"

1.3 Geldende juridische regelingen

Zoals hiervoor al aangegeven is het bestemmingsplan "Onzelfstandige bewoning Enschede 2022" een zogenaamd 'parapluplan'. Binnen de grenzen van het plangebied van dit bestemmingsplan geldt dan ook een groot aantal bestemmingsplannen. Deze geldende plannen blijven onverkort van kracht, ook nadat het parapluplan is vastgesteld en in werking getreden. De regels van het bestemmingsplan "Onzelfstandige bewoning Enschede 2022" zijn of wel een aanvulling op de regels van de geldende bestemmingsplannen dan wel een vervanging van de daarin opgenomen gebruiksregels voor het realiseren en gebruiken van kamerverhuurpanden.

1.4 Wettelijk kader

Het wettelijk kader van een bestemmingsplan is de Wet ruimtelijke ordening (hierna Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (hierna Bro).

Wet ruimtelijke ordening (Wro)

De Wro schrijft voor dat de gemeenteraad "voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer bestemmingsplannen vaststelt, waarbij ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening de bestemming van de in dat plan begrepen grond wordt aangewezen en met het oog op die bestemming regels worden gegeven".


Besluit ruimtelijke ordening (Bro)

In het Bro is geregeld hoe een bestemmingsplan en andere ruimtelijke plannen er uit moeten zien, wat vastgelegd moet worden en wat meegewogen moet worden (artikelen 3.1.2 t/m 3.1.7 en artikelen 3.2.1 t/m 3.2.4 Bro). In artikel 3.1.6 van het Bro is bepaald dat elk bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting. In de toelichting moet worden vermeld wat de uitkomsten zijn van onderzoeken over ecologie/flora/fauna, hoe het is gesteld met de waterhuishouding, of de Wet milieubeheer van toepassing is voor bijvoorbeeld een Milieu Effect Rapport (MER), of sprake is van archeologische/cultuurhistorische waarden, welke milieukwaliteitseisen wat betreft lucht, bodem, geluid bij het plan betrokken zijn en welk beleid van gemeente, provincie en Rijk een rol speelt.

Een bestemmingsplan is daarom een juridisch ruimtelijk beleidsdocument, waarin de bestemming van de gronden met inbegrip van de daarop van toepassing zijnde gebruiks- en bouwregels en de daarop aanwezige bebouwing worden vastgelegd, maar waarin ook ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden zijn opgenomen.


Digitalisering

Alle ruimtelijke plannen moeten voor iedereen digitaal beschikbaar en raadpleegbaar zijn. Daarvoor is een landelijke voorziening in het leven geroepen. Er moet gewerkt worden via landelijk vastgestelde regels (artikel 1.2.1 en 1.2.2 Bro, nader uitgewerkt in de ministeriële Regeling standaarden ruimtelijke ordening).

1.5 Adviezen, vooroverleg en procedure

Adviezen

Voorafgaand aan het in procedure brengen van een bestemmingsplan vragen burgemeester en wethouders aan het binnen het plangebied werkzame erkende wijkorgaan advies uit te brengen over het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan. Dit is geen wettelijke procedurestap maar een binnen de gemeente Enschede gehanteerde werkwijze, die is vastgelegd in de Regeling Wijkorganen 2008 en nader uitgewerkt in de notitie Wijkorganen en Adviesafspraken.

Binnen het plangebied van het bestemmingsplan Onzelfstandige bewoning Enschede 2022 ” zijn een groot aantal wijk- en dorpsraden actief. Tijdens het opstellen van het voorbereidingsbesluit heeft er meerdere malen overleg plaatsgevonden met de wijk- en dorpsraden. Er zijn meerdere bijeenkomsten georganiseerd waarbij de wijk- en dorpsraden waren uitgenodigd. Er is daarbij een voorlichtingsvideo gemaakt en naar alle wijkraden gestuurd. Dit bestemmingsplan wijkt niet af van de oorspronkelijke kaders van het voorbereidingsbesluit. Dit betekent dat de wijk- en dorpsraden actief betrokken zijn geweest bij de inhoud van dit bestemmingsplan.

Vooroverleg

In het Bro is voorgeschreven (artikel 3.1.1) dat burgemeester en wethouders voorafgaand aan het in procedure brengen van een nieuw bestemmingsplan overleg moeten plegen met de besturen van eventueel betrokken andere gemeenten, het waterschap, de provincie en met die diensten van het Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn. Van het wettelijke vooroverleg met Rijk en provincie kan in de praktijk in veel gevallen worden afgezien. De provincie Overijssel en het Rijk hebben beleid vastgesteld, waarin is bepaald dat zij een bestemmingsplan alleen nog voor vooroverleg willen ontvangen, indien dat bestemmingsplan ontwikkelingen mogelijk maakt die raken aan bepaalde ruimtelijke belangen van de provincie of het Rijk.

Het bestemmingsplan Onzelfstandige bewoning Enschede 2022 ” maakt geen ontwikkelingen mogelijk waarbij ruimtelijke belangen van andere gemeenten, het waterschap Vechtstromen, de provincie Overijssel of het Rijk in het geding zijn. Daarom is voor dit bestemmingsplan afgezien van het plegen van vooroverleg.

Procedure

Terinzagelegging ontwerpplan

Op de procedure van het bestemmingsplan is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure uit afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Dit betekent dat het ontwerp van een bestemmingsplan gedurende een periode van zes weken ter inzage moet worden gelegd. Deze terinzagelegging biedt iedereen de mogelijkheid om gedurende die periode zienswijzen naar voren te brengen bij de gemeenteraad. Die terinzagelegging wordt gepubliceerd in het gemeentelijk blad, in "Huis aan Huis" en op de website van de gemeente.

De aankondiging van de terinzagelegging van dit ontwerpbestemmingsplan Onzelfstandige bewoning Enschede 2022 ” en de mogelijkheid om tijdens die periode een zienswijze naar voren te brengen is op (datum) gepubliceerd in "Huis aan Huis", op de website van de gemeente Ensched en het Gemeenteblad.

Zienswijzen

Er zijn meerdere zienswijzen binnengekomen. Van de gemeentelijke beantwoording daarvan is een verslag gemaakt dat als bijlage bij het vaststellingsbesluit van het bestemmingsplan wordt gevoegd.

Rechtsbescherming

Na vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad staat voor belanghebbenden nog de mogelijkheid open om bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State beroep in te stellen tegen het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Ruimtelijke beleidskader

In Enschede zijn ongeveer 1850 onzelfstandig bewoonde woningen (peil 2017). Dit is 2,5 % van de totale woningvoorraad. Deze onzelfstandig bewoonde woningen zijn verdeeld over de hele stad, maar met hogere concentraties in enkele – met name oudere – buurten. In enkele buurten heeft de aanwezigheid van onzelfstandige bewoning geleid tot ongewenste effecten, zoals geluidsoverlast, rommelige uitstraling en achterstallig onderhoud aan huis en tuin en doorbreking van de sociale cohesie in de buurt.

In het verleden werd onzelfstandige bewoning gereguleerd door de De Huisvestingswet. Tot eind 2015 kende de gemeente Enschede een omzettingsvergunningstelsel. Voor het omzetten van een zelfstandige woning in onzelfstandige woonruimten was een omzettingsvergunning nodig. Dit vergunningstelsel was gebaseerd op de huisvestingsverordening. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Huisvestingswet ontbrak het de gemeente Enschede sinds 1 januari 2016 aan de wettelijke mogelijkheid een huisvestingsverordening op te stellen. Hiermee is ook het omzettingsvergunningstelsel komen te vervallen en de mogelijkheid tot het reguleren van onzelfstandige bewoning.

In 2015 en 2016 was een voorbereidingsbesluit genomen om op korte termijn een kader te stellen voor het reguleren van de ruimtelijke gevolgen van onzelfstandige bewoning. Voor panden met onzelfstandige bewoning door 5 of meer (2015) 3 of meer (2016) personen was op basis van het voorbereidingsbesluit een omgevingsvergunning nodig, waarbij getoetst werd op maximale percentages per buurt en straat, vergelijkbaar met het regime zoals dat gold onder de werking van de huisvestingsverordening.

Sinds 2016 is daarom in de bestemmingsplannen (waaronder het parapluplan "Onzelfstandige bewoning Enschede") een verbod opgenomen dat onzelfstandige bewoning zonder vergunning niet meer was toegestaan. Het was mogelijk om af te wijken van dit verbod als werd voldaan aan de beleidsregel “Onzelfstandige bewoning Enschede” of een eventuele vervangende beleidsregel. Dit bestemmingsplan bleek echter een aantal ongewenste effecten mee te brengen waardoor de raad heeft besloten een nieuw voorbereidingsbesluit en de daarbij bijbehorende beleidsregel 'Onzelfstandige bewoning Enschede 2021' vast te stellen vooruitlopend op dit voorliggend bestemmingsplan.

Met het voorbereidingsbesluit en de beleidsregel werd voorkomen dat nieuwe situaties van onzelfstandige bewoning ontstonden waar dit uit het oogpunt van leefbaarheid niet gewenst is. Nieuwe situaties van onzelfstandige bewoning waren in beginsel verboden. Er kon een uitzondering op dit verbod worden gemaakt -en een vergunning worden verleend- als wordt voldaan aan de voorwaarden die genoemd staan in het voorbereidingsbesluit. Het bestemmingsplan Onzelfstandige bewoning Enschede 2022 ” heeft als doel om een duidelijk kader te geven waarin medewerking kan worden verleend aan het realiseren van onzelfstandige bewoning. Het bestemmingsplan omvat het stedelijke gebied van de gemeente Enschede(zie de afbeelding bij paragraaf 1.2). Bij de begrenzing van het bestemmingsplan is rekening gehouden met de buurtindeling van het CBS.

Dit bestemmingsplan is een continuering van het bestaande beleid. Dit betekent dat onder andere het spreidingsmechanisme van 50 meter in stand wordt gehouden. Het spreidingsmechanisme is reeds opgenomen in het huidige voorbereidingsbesluit. Op het moment dat in een straal van 50 meter reeds een bestaand kamerverhuurpand aanwezig is, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd. Als er binnen de 50 meter geen bestaand kamerverhuurpand aanwezig is, dan wordt vervolgens beoordeeld of er sprake is van een kwetsbaar woon- en leefklimaat in de omgeving. Of daarvan sprake is, dient beoordeeld te worden aan de hand van de beoordelingscriteria die zijn opgenomen in de beleidsregel 'Onzelfstandige bewoning Enschede 2022' dan wel, als deze tussentijds wordt gewijzigd of vervangen door een andere beleidsregel, aan deze gewijzigde respectievelijk vervangende beleidsregel.

Voor het kunnen huisvesten van doelgroepen van beleid door woningsbouwcorporaties waarmee prestatieafspraken zijn gemaakt (gemeentelijke Woonvisie) geldt een aanvullende regeling. Het is mogelijk om -gemotiveerd- af te wijken van de minimale gebruiksoppervlaktes, afstandseis en het maximaal aantal kamers. Daarnaast kan worden afgeweken van het criterium ten aanzien van het vereiste woon- en leefklimaat in de omgeving.

Afwijken van het afstandscriterium, het toegestane aantal kamers en het criterium ten aanzien van woon- en leefklimaat in de omgeving zal onderbouwd moeten worden op basis van maatwerk. De doelgroep en omvang van de kamerverhuur moet kunnen passen in de beoogde omgeving en omgekeerd mag de omgeving door de vestiging van de doelgroep en omvang van de kamerverhuur niet onevenredig in zijn woon- en leefkwaliteit worden benadeeld.

Afwijken van de minimale gebruiksoppervlaktes kan slechts aanvaardbaar zijn indien gemotiveerd kan worden dat de betreffende doelgroep van beleid redelijkerwijs toe kan met een kleinere gebruiksoppervlakte om toch over voldoende woon- en leefkwaliteit te kunnen beschikken.

Met de regels wordt een betere spreiding van de kamerverhuurpanden beoogd. Daarnaast wordt meer nadrukkelijk het aanwezige woon- en leefklimaat in de omgeving van het aangevraagde kamerverhuurpand meegenomen in de afweging of hieraan medewerking kan worden verleend.

De gemeenteraad heeft reeds op 30 augustus 2022 besloten om nieuwe kamerverhuurpanden niet mogelijk te maken binnen Havengebied. Daarom wordt het niet mogelijk om nieuwe kamerverhuurpanden toe te staan binnen dit plangebied. Voor Newtonpark geldt dat het niet wenselijk is om kamerverhuur toe te staan. Dit betekent dat uitsluitend het verbod en de uitzondering voor bestaande kamerverhuurpanden van toepassing wordt binnen Havengebied en Newton Park. Het vergunnen van nieuwe kamerverhuurpanden is uitgesloten binnen deze gebieden.

Hoofdstuk 3 Omgevingsaspecten

Op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening wordt in het kader van de voorbereiding van een bestemmingsplan nagegaan of dat plan uitvoerbaar is. In dat kader moet elk bestemmingsplan worden getoetst aan een aantal omgevingsaspecten. Het vaststellen van een bestemmingsplan kan namelijk gevolgen hebben voor de belangen van natuur en milieu en voor de waterhuishouding.

Het bestemmingsplan "Onzelfstandige bewoning Enschede 2022" bevat alleen aanvullingen en/of afwijkingen op de gebruiksregels in de geldende bestemmingsplannen ten behoeve van het gebruik van een woning als kamerverhuurpand. Het bestemmingsplan heeft verder geen consequenties voor het te bebouwen of te gebruiken oppervlak, of de te realiseren bouwmassa dat mogelijk is op grond van de geldende bestemmingsplannen. Een verdere toetsing aan de belangen van milieu, natuur en waterhuishouding kan daarom achterwege blijven.

In elk nieuw bestemmingsplan dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maakt, zal afzonderlijk op de gebiedsspecifieke omgevingsaspecten worden ingegaan.

Hoofdstuk 4 Juridische planopzet

4.1 Indeling planregels

Het juridisch bindend gedeelte van het bestemmingsplan bestaat uit de regels en de bijbehorende verbeelding waarop de diverse bestemmingen zijn aangegeven. De regels en de verbeelding dienen in samenhang te worden bekeken.

De regels zijn onderverdeeld in drie hoofdstukken:

Inhoudelijk bevat het bestemmingsplan alleen één gebiedsaanduiding, welke valt onder de algemene aanduidingsregels. Daarnaast worden er definities toegevoegd en vervangen.

Gebiedsaanduiding 'overige zone - verbod onzelfstandige bewoning'

artikel 5.1.1 Verbod

De gebiedsaanduiding 'overige zone - verbod onzelfstandige bewoning' geldt voor het stedelijk gebied van de gemeente Enschede. Binnen dit gebied is het van rechtswege niet toegestaan om nieuwe kamerverhuurpanden te realiseren of bestaande kamerverhuurpanden te vergroten. Dit verbod is vastgelegd in artikel 5.1.1 .

Om de bestaande legale kamerverhuurpanden vast te leggen in dit bestemmingsplan is gekozen om aan te sluiten bij de definitie die nu ook gebruikt wordt in het voorbereidingsbesluit. Dit betekent dat een kamerverhuurpand als bestaand wordt aangemerkt als dat kamerverhuurpand voor 24 december 2016 (het tijdstip van inwerkingtreding van het Voorbereidingsbesluit "Onzelfstandige Bewoning 2017") onzelfstandig werd bewoond en waarvan dit gebruik niet voor een periode langer dan een jaar is onderbroken

Als laatste is het verboden om het aantal kamers te vergroten binnen bestaande kamerverhuurpanden zonder omgevingsvergunning.

artikel 5.1.2 Afwijkingsbevoegdheid

In artikel 5.1.2 wordt een binnenplanse bevoegdheid gecreëerd voor het college van burgemeester en wethouders om van dit verbod af te wijken. Het college kan middels een omgevingsvergunning afwijken van dit bestemmingsplan en een nieuw kamerverhuurpand toestaan, mits wordt voldaan aan de eisen die vermeldt staan in artikel 5.1.2.

De eerste eis is dat in een kamerverhuurpand er maximaal 7 afzonderlijke kamers mogen worden verhuurd.

De tweede eis is dat een kamerverhuurpand aan een minimale gebruiksoppervlakte dient te voldoen. Bij iedere extra kamer dient het kamerverhuurpand over meer vierkante meters te beschikken. Hiermee wordt de leefbaarheid van bewoners van een kamerverhuurpand beschermd.

De derde eis is dat binnen een straal van 50 meter gemeten vanaf iedere mogelijke hoek van het perceel behorende bij het kamerverhuurpand (zoals vastgelegd in Artikel 2 Wijze van meten) er géén ander kamerverhuurpand aanwezig mag zijn. De reden hierachter is dat de gemeenteraad wil dat er een evenwichtige spreiding van kamerverhuurpanden in de stad plaatsvindt. In het verleden bleek dat teveel clustering van kamerverhuurpanden zorgde voor een gevoel van overlast en onveiligheid bij andere inwoners.

Het kan voorkomen dat binnen een straal van 50 meter gelijktijdig meerdere aanvragen worden gedaan. In dat geval geldt wie het eerst komt wie het eerst maalt. De aanvraag wordt dus op volgorde van binnenkomst beoordeeld.

De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien er sprake is van een woongebouw en er reeds een kamerverhuurpand of een appartement kleiner of gelijk aan 50 m² aanwezig is. Met woongebouw wordt bijvoorbeeld een appartementencomplex of flatgebouw bedoeld.

Daarbij moet de omgevingsvergunnign worden geweigerd als er binnen een afstand van 50 meter een woongebouw kleiner dan 50 m² aanwezig is. Uit het onderzoek en ervaring blijkt dat appartementen kleiner dan 50 m² eenzelfde effect hebben op de leefomgeving als kamerverhuurpanden.

De vierde eis is dat op eigen terrein een bereikbare in- of uitpandige bergingsruimte aanwezig is voor de stalling van fietsen, afvalcontainer(s) of afvalzakken. Bij 4 kamers of minder geldt een minimale oppervlakte van 6 m² voor het kamerverhuurpand als geheel. Bij 5 kamers of meer geldt dat voor iedere extra kamer 1m² aan extra bergruimte aanwezig moet zijn. 5 kamers betekent dus 7 m², 6 kamers betekent 8 m² en 7 kamers betekent 9 m².

De vijfde eis bevat algemene bepalingen waarin voldaan moet worden aan een aantal algemene vereisten. De algemene vereisten zijn:

      • het woon- en leefklimaat;
      • het straat- en bebouwingsbeeld;
      • de verkeersveiligheid;
      • de parkeersituatie in de openbare ruimte;
      • de sociale veiligheid;
      • de brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
      • de milieusituatie;
      • de cultuurhistorische waarde;
      • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

artikel 5.1.3 Kwetsbaar woon- en leefklimaat omgeving

Indien naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders er sprake is van een kwetsbaar beeld van het woon- en leefklimaat in de omgeving verleent het college de omgevingsvergunning niet.

In het geval dat er geen bestaand kamerverhuurpand binnen een straal van 50 meter aanwezig, kan het toevoegen van een nieuw kamerverhuurpand het woon- en leefklimaat in een buurt verder onder druk zetten. Dit kan voorkomen in buurten waar het woon- en leefklimaat reeds onder druk staat. De oorzaken kunnen verschillend zijn zoals verloedering in de buurt, veel criminaliteit of drugsgebruik. In dat geval besluit het college van burgemeester en wethouders om de aangevraagde omgevingsvergunning niet te verlenen. De beoordeling of er sprake is van een kwetsbaar woon- en leefklimaat in de omgeving vindt plaats aan de hand van de beleidsregel 'Onzelfstandige bewoning Enschede 2022'. Als deze tussentijds wordt gewijzigd of vervangen door een andere beleidsregel door deze gewijzigde respectievelijk vervangende beleidsregel.

artikel 5.1.4 Vergroten bestaande kamerverhuurpand

Op het moment dat een eigenaar/gebruiker van een bestaand kamerverhuurpand kamers wil toevoegen moeten de oppervlakte eisen zoals genoemd in artikel 5.1.2 lid 1 in acht worden genomen.

artikel 5.1.5 Beperking afwijkingsbevoegdheid

Dit artikel bevat een beperking op de afwijkingsbevoegdheid. Binnen een periode van tien jaar na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan mag er geen omgevingsvergunning worden verleend voor kamerverhuur indien voor het pand op grond van het bestemmingsplan 'Kwalitatief sturen op appartementen' een omgevingsvergunning is verleend voor één of meerdere appartementen.

Hiermee wordt geborgd dat appartementen die die bovengenoemde omgevingsvergunning hebben verkregen ingezet worden voor onzelfstandige bewoning en daarmee de doelstellingen van het bestemmingsplan 'Kwalitatief sturen op appartementen' zouden doorkruisen.

artikel 5.1.6 Onderbroken gebruik

Het is verboden een bestaand kamerverhuurpand of een kamerverhuurpand dat vergund is middels artikel 5.1.2 opnieuw te gebruiken als kamerverhuurpand als het gebruik als kamerverhuurpand één jaar of meer is onderbroken. Hiermee wordt beoogd dat kamerverhuurpanden daadwerkelijk gebruikt worden als kamerverhuurpand. Als het gebruik langer dan 1 jaar wordt onderbroken biedt dit voor andere locaties die een omgevingsvergunning aanvragen voor onzelfstandige bewoning de mogelijkheid om een vergunning te krijgen. Kamerverhuurpanden die niet langer worden gebruikt als kamerverhuurpand zullen ná 1 jaar opnieuw een omgevingsvergunning moeten aanvragen en dan wordt er opnieuw getoetst aan de eisen van artikel 5.1.2.

artikel 5.1.7 Afwijkingsbevoegdheid doelgroepen woonvisie

Voor het kunnen huisvesten van doelgroepen van beleid door woningsbouwcorporaties waarmee prestatieafspraken zijn gemaakt (gemeentelijke Woonvisie) is het mogelijk om -gemotiveerd- af te wijken van de minimale gebruiksoppervlaktes, de afstandseis en het maximaal aantal kamers. Daarnaast kan voor deze partijen worden afgeweken van het criterium ten aanzien van een kwetsbaar woon- en leefklimaat in de omgeving.

Afwijken van het afstandscriterium, het toegestane aantal kamers en criterium ten aanzien van woon- en leefklimaat in de omgeving zal onderbouwd moeten worden op basis van maatwerk. De doelgroep en omvang van de kamerverhuur moet kunnen passen in de beoogde omgeving en omgekeerd mag de omgeving door de vestiging van de doelgroep en omvang van de kamerverhuur niet onevenredig in zijn woon- en leefkwaliteit worden benadeeld.

Afwijken van de minimale gebruiksoppervlaktes kan slechts aanvaardbaar zijn indien gemotiveerd kan worden dat de betreffende doelgroep van beleid redelijkerwijs toe kan met een kleinere gebruiksoppervlakte om toch over voldoende woon- en leefkwaliteit te kunnen beschikken.

Voor overige doelgroepen die aangemerkt zijn in de Woonvisie, zijn de initiatieven te verschillend om daar een aparte bevoegdheid voor te creëren. Dit betekent dat initiatieven die bijvoorbeeld zien op huisvestingsmogelijkheden in combinatie met zorg, per geval beoordeeld zullen worden. De initiatieven waaraan het college medewerking wil verlenen, worden dan vergund middels een buitenplanse omgevingsvergunning afwijken bestemmingsplan. Na inwerkingtreding van de Omgevingswet gaat dit middels een omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteit. De verwachting is dat een omgevingsvergunning onder de Omgevingswet via de reguliere procedure kan worden verleend.

4.2 Handhaving

Bestemmingsplannen zijn bindend voor iedereen: burgers, ondernemers en de overheid zelf. Het is een juridisch kader voor burgers en ondernemers waaruit kan worden afgeleid wat de eigen bouw- en gebruiksmogelijkheden zijn, maar ook wat de planologische mogelijkheden in juridische zin zijn op percelen in de directe omgeving. Aan de andere kant kan de gemeentelijke overheid naleving van bestemmingsplannen afdwingen als er sprake is van gebruik en/of bebouwing die niet in het bestemmingsplan passen.

Hoofdstuk 5 Economische uitvoerbaarheid

Het hoofddoel van het bestemmingsplan Onzelfstandige bewoning Enschede 2022 is het planologisch-juridisch sturen

In verband met het feit dat de gemeente binnen het plangebied geen ruimtelijke ontwikkelingen met financiële consequenties initieert, is bij dit plan geen exploitatieopzet gevoegd. Gelet op het bovenstaande kan worden gesteld dat de economische uitvoerbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan voldoende is aangetoond. Het vaststellen van een exploitatieplan is niet noodzakelijk.