direct naar inhoud van 1.4 Wettelijk kader bestemmingsplan
Plan: Glanerbrug-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.BP00054-0003

1.4 Wettelijk kader bestemmingsplan

Het wettelijk kader van een bestemmingsplan wordt gevormd door de Wet ruimtelijke ordening (hierna Wro), het Besluit ruimtelijke ordening (hierna Bro) en de Ministeriële Regeling Standaarden Ruimtelijke Ordening (hierna RO-standaarden).

Wettelijke verplichting bestemmingsplan

De Wro schrijft in artikel 3.1 voor dat de gemeenteraad voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer bestemmingsplannen vaststelt, waarbij ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening de bestemming van de in dat plan begrepen grond wordt aangewezen en met het oog op die bestemming regels worden gegeven. De bij een bestemming te geven regels hebben in ieder geval betrekking op het gebruik van de grond en de zich daarop bevindende gebouwen en andere bouwwerken. Een bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding (kaart) en planregels en gaat vergezeld van een toelichting. In het Bro is geregeld hoe e

en bestemmingsplan er uit moet zien, wat vastgelegd moet worden en wat meegewogen moet worden.

Een bestemmingsplan is een juridisch ruimtelijk beleidsdocument, waarin de bestemming van de gronden met inbegrip van de daarop van toepassing zijnde gebruiks- en bouwregels en de daarop aanwezige bebouwing worden vastgelegd, maar waarin ook ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden zijn opgenomen. Een bestemmingsplan dient elke 10 jaar opnieuw te worden vastgesteld. Een bestemmingsplan dat ouder is dan tien jaar wordt als niet meer actueel beschouwd.

Digitale en papieren bestemmingsplannen

Het Bro schrijft in artikel 1.2.3 voor dat een bestemmingsplan door de gemeenteraad zowel digitaal als op papier moet worden vastgesteld. Digitale bestemmingsplannen moeten worden voor iedereen beschikbaar en raadpleegbaar zijn via het internet. Daarvoor is de website www.ruimtelijkeplannen.nl als landelijke voorziening in het leven geroepen. Het Bro bepaalt ook dat als er een inhoudelijk verschil is tussen het papieren bestemmingsplan en het digitale bestemmingsplan zoals dat is te raadplegen via het internet, de digitale versie juridisch doorslaggevend is.

RO-Standaarden

De RO-Standaarden zijn een set regels waarin is vastgelegd aan welke technische eisen de verbeelding en de planregels van een bestemmingsplan moeten voldoen. Er zijn daarbij twee soorten technische standaarden te onderscheiden, computertechnische standaarden en bestemmingsplantechnische standaarden. De computertechnische standaarden bevatten eisen voor het maken, beschikbaar stellen en raadpleegbaar maken van digitale bestemmingsplannen. De bestemmingsplantechnische standaarden bevatten eisen voor de naamgeving en wijze van verbeelden van bestemmingen en voor de planregels.

De toelichting bij een bestemmingsplan

In het Bro is bepaald dat in de toelichting bij een bestemmingsplan wordt vermeld wat de ruimtelijke en stedenbouwkundige uitgangspunten van het bestemmingsplan zijn, welk ruimtelijk relevant beleid van gemeente, provincie en rijk een rol speelt, op welke wijze wordt omgegaan met de in het plangebied aanwezige archeologische en cultuurhistorische waarden en hoe het is gesteld met de waterhuishouding in het plangebied. Daarnaast wordt in de toelichting vermeld of de Wet milieubeheer van toepassing is voor bijvoorbeeld het opstellen van een milieueffectrapportage, externe veiligheid of luchtkwaliteit en worden de uitkomsten vermeld van de onderzoeken naar de gevolgen voor beschermde natuurgebieden en flora en fauna, de bodemgesteldheid en geluidhinder van wegen, spoorwegen en industrie. Verder wordt in de toelichting ook verslag gedaan van de wijze waarop burgers en andere belanghebbenden bij de totstandkoming van het bestemmingsplan zijn betrokken.

Kostenverhaal

In afdeling 6.4 Wro is bepaald dat de kosten voor het maken van een bestemmingsplan verhaald kunnen worden op de aanvrager. Daarvoor moet de gemeenteraad tegelijkertijd met het bestemmingsplan een exploitatieplan vaststellen. Het vaststellen van een exploitatieplan is niet noodzakelijk indien de gemaakte kosten door de gemeente op een andere wijze kunnen worden verhaald, bijvoorbeeld door het sluiten van een exploitatie-overeenkomst met een ontwikkelaar.

Â