direct naar inhoud van 2.3 Huidig grondgebruik
Plan: Buitengebied Noordwest
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.BP00042-0003

2.3 Huidig grondgebruik

Het buitengebied van Enschede is nog steeds voornamelijk als agrarisch gebied in gebruik. Dit gebruik is de laatste decennia wel sterk veranderd. Door het landbouwbeleid van de Europese Unie werden veel boeren genoodzaakt tot schaalvergroting. De productie moest worden verhoogd om het inkomen op peil te houden. Met name op de bedrijven waar weinig mogelijkheden voor uitbreiding aanwezig waren, ging men tot intensivering over. Rondom Enschede heeft deze ontwikkeling slechts op zeer bescheiden wijze plaatsgevonden.

De laatste jaren neemt het aantal bedrijven dat werkzaam is in de agrarische sector gestaag af. Verwacht wordt dat het aantal agrarische bedrijven in Enschede de komende jaren verder zal afnemen, maar dat dit er niet toe zal leiden dat er veel landbouwgrond op de markt zal worden gebracht. Er is namelijk nog veel grond nodig voor extensivering van de overblijvende bedrijven.

Een gevolg van de afname van het aantal agrarische bedrijven is dat er meer agrarische bedrijfsgebouwen vrijkomen. Dat kan van grote invloed zijn op de kwaliteit van het buitengebied. De circa 400 boerenerven dragen in belangrijke mate bij aan het beeld van het buitengebied. Overal in het buitengebied worden die boererven ervaren. Verloedering of onoordeelkundig omgaan met de boerenerven zal de identiteit en daarmee de aantrekkelijkheid van het buitengebied aantasten. En het wordt daarmee ook een probleem van de stad. Het maakt Enschede minder aantrekkelijk als woon- en recreatiegemeente.

Ook de hoeveelheid cultuurgrond binnen de gemeente is volgens het CBS in de periode 1993-2005 verminderd, van 5.645 ha tot 4.323 ha. Een afname van 1.322 ha (de totale oppervlakte van het buitengebied bedraagt 10.000 ha). In werkelijkheid zal de afname waarschijnlijk minder groot zijn, aangezien landbouwgronden die in gebruik blijven bij hobbyboeren, landbouwgronden die onder de Natuurschoonwet worden gebracht en landbouwgronden, die aan andere bedrijven in gebruik worden gegegeven - zonder ze te verkopen of te verpachten - door het CBS niet als landbouwgrond worden aangemerkt, terwijl ze feitelijk daarvoor wel worden gebruikt.