direct naar inhoud van 3.1 Rijksbeleid
Plan: Het Brunink- Erve Leppink
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20110959-0004

3.1 Rijksbeleid

In zijn ruimtelijke visie en doelstellingen gaat het kabinet uit van een dynamisch, op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid en een heldere verdeling van verantwoordelijkheden tussen rijk en decentrale overheden. In het verleden werd het rijksbeleid voor ruimtelijke onderwerpen in afzonderlijke nota's verwoord. Dit kabinet kiest ervoor het rijksbeleid zoveel mogelijk in één nota onder te brengen. Eén Nota Ruimte helpt de overlap tussen de verschillende beleidsterreinen en het aantal aparte nota's terug te dringen, biedt meer helderheid en zorgt voor meer samenhang in het beleid en de uitvoering daarvan.

3.1.1 Nota Ruimte

De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen. In deze nota is het ruimtelijk beleid tot 2020 vastgelegd met een doorkijk naar 2030. De nota heeft een strategisch karakter en richt zich op de hoofdlijnen van het beleid. Hoofddoelen van het nationaal ruimtelijk beleid zijn:

  • op een duurzame en efficiënte wijze ruimte scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies;
  • de leefbaarheid van Nederland waarborgen en vergroten;
  • de ruimtelijke kwaliteit van stad en platteland verbeteren, met speciale aandacht voor het scheppen van de juiste condities voor het toepassen van ontwikkelingsplanologie.

Meer specifiek richt het kabinet zich hierbij op 4 algemene doelen: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en borging van veiligheid. Het kabinet heeft gekozen voor een dynamisch en op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid, met als uitgangspunt 'decentraal waar dat kan, centraal waar dit moet'. Het accent ligt daarbij op 'ontwikkeling' in plaats van 'ordening'. De nota bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Daarbij hoort een aangepaste verdeling van verantwoordelijkheden tussen Rijk en decentrale overheden. Samenspel tussen overheden, maatschappelijke organisaties en burgers wordt nodig geacht om problemen effectief aan te pakken en kansen beter te benutten. Aan decentrale overheden en andere betrokkenen wordt -anders dan tot nu toe het geval was- meer ruimte gelaten om tot maatwerkoplossingen te komen. Verantwoordelijkheden worden daarbij zo dicht mogelijk bij betrokken partijen gelegd.

3.1.2 Nota "Mensen, Wensen, Wonen" (optionele variabele)

In de Nota 'Mensen, Wensen, Wonen' heeft het kabinet zijn visie op het wonen in de 21e eeuw neergelegd. Onder het motto 'Mensen, Wensen, Wonen' stelt de nota de burger centraal in het woonbeleid. Dat is nodig, want uit onderzoek is gebleken dat de woonwensen van de burger nog onvoldoende worden bediend.

In de nota 'Mensen, Wensen, Wonen' is verwoord dat het woonbeleid voor de komende 10 jaar zich richt op vijf kernopgaven, namelijk:

- Vergroten van de zeggenschap over de woning en de woonomgeving.

Op dit moment werkt de woningmarkt zodanig dat veel mensen hun woonwensen onvoldoende kunnen honoreren. Om dit te verbeteren, moet de zeggenschap van zowel kopers als huurders worden vergroot.

- Kansen scheppen voor mensen in kwetsbare posities.

Bepaalde groepen in de samenleving dreigen de aansluiting te verliezen met de grote groepen die het momenteel voor de wind gaat. Het kabinet wil ook via het woonbeleid deze aansluiting behouden en verbeteren.

- Bevorderen van wonen en zorg op maat.

Het aantal mensen dat zorg nodig heeft, neemt in de toekomst fors toe. Het woonbeleid wil de ontwikkelingen bevorderen van op maat gesneden woon- en zorgarrangementen, die nauw aansluiten bij de individuele behoeften en wensen van de zorgbehoevenden.

- Verbeteren van de stedelijke woonkwaliteiten.

De kwaliteit van het wonen in de steden blijft achter bij die elders in het land. Met het grotestedenbeleid en het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) wordt de stedelijke woonkwaliteit verbeterd. De ambities op dit gebied worden aanzienlijk verhoogd.

- Tegemoet komen aan de groene woonwensen.

Er is bij de burgers een grote belangstelling om ruim en groen te wonen. Het woonbeleid richt zich op het faciliteren van deze woonwensen zonder dat daarbij natuurwaarden en ruimtelijke kwaliteiten worden geschaad.