direct naar inhoud van 4.1 Structuurprincipe: het landschappelijk casco
Plan: Het Brunink 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20110955-0004

4.1 Structuurprincipe: het landschappelijk casco

Landschap en de waterhuishouding

In het algemeen kan worden gesteld dat door landschapsbouw en beekontwikkeling in Het Brunink kenmerken van de oorspronkelijke gesteldheid van het gebied kunnen worden teruggebracht. Door menselijk ingrijpen is de authentieke gevarieerdheid thans immers maar matig waarneembaar. De oorspronkelijke diversiteit en de natuurlijke verschillen kunnen worden hersteld door natuurontwikkeling en de omvorming tot woonlandschap. Het concept 'wonen te gast in het landschap' geeft aanleiding om woningbouw, natuurontwikkeling en recreatie in samenhang naast elkaar in het gebied te situeren.

De aanleidingen die in het gebied zelf worden gevonden (ondergrond, landschapseenheden, visueel landschappelijke kenmerken) worden versterkt en bieden tegelijkertijd de mogelijkheid om de verschillende woon- en landschappelijke milieus tot ontwikkeling te brengen.

Voor natuurontwikkeling liggen er met name mogelijkheden door het herstel van de natuurlijke waterhuishouding en het uitbouwen van de groenstructuur. Herstel van de beekzones, het vasthouden van gebiedseigen water, het laten meanderen van beken en het creëren van ecologische zones dragen bij aan gedeeltelijk herstel van het oorspronkelijke landschap. Hiermee kan tevens een robuust kader worden gecreëerd voor de ruimtelijke inpassing van de woningbouw.

Het casco

Het belangrijkste structuurprincipe is: "het landschappelijk casco als drager van landschappelijke kwaliteiten en multifunctionele ontwikkelingen". Het landschappelijk casco creëert een robuuste ruimtelijke en functionele opbouw van het woonlandschap. Het maakt mogelijk dat laagdynamische functies (water, natuur en recreatie) worden gescheiden van hoogdynamische functies (wonen en verkeer). Het geldt als raamwerk voor de toekomstige ontwikkelingen.

Op stadsniveau fungeert het casco als overgang tussen de stadsrand en het landschap waarin plaats is voor stedelijke uitloop en recreatieve routes. Vanwege deze functies vormt het casco tevens een buffer voor waardevolle elementen in het buitengebied zoals het landgoed Het Groot Brunink.Op lager schaalniveau vormt het de ruimtelijke geleding binnen het woonlandschap en biedt het ruimte voor herstel van het natuurlijke watersysteem en voor natuurontwikkeling.

Stedelijke uitloop

De toekomst van het nieuwe woonlandschap Het Brunink wordt mede bepaald door de behoefte van de stedeling uit de stadsrand, die op zoek is naar rust, ruimte en natuur. Het gebied dat als stedelijke uitloop zal dienen strekt zich uit over een groot deel van het plangebied, van de van bebouwing vrij te houden beekzones en essen, het oude karakteristieke hoevenlandschap rond de Geesinkweg tot de brede groene mantel in het verlengde van het Wesselerbrinkpark.

Recreatieve routes zoals ook ontworpen in het Landinrichtingsplan worden zowel in oost-west als in noord-zuid richting in het plan opgenomen. De routes liggen met name in de beekzones, langs de open essen en door de groene mantel. Ze zullen bestaan uit fiets- en voetpaden in combinatie met speelveldjes, picknickplaatsen t.b.v. de één-uur-recreatie.

Vanuit het uitzichtpunt in het Wesselerbrinkpark is thans zicht op de Groot Bruninkstraat en het landschap ten zuiden van het plangebied. Deze zichtlijn wordt gehandhaafd en opgenomen in het woonlandschap.

De bouwstenen

Het voor Het Brunink ontworpen landschappelijk casco wordt gevormd door de belangrijkste landschappelijke dragers van het gebied; de beekzone, de essen en de groenemantel

Beekzône

Een essentieel onderdeel van het casco wordt gevormd door de nieuwe oost west lopende beekzone. Het nieuwe tracé van de Stroinksbeek wordt langs de stadsrand geleid en vormt samen met de Smalenbroeksebeek (bij 't Haverkate) en de Houwbeek in het noordwesten het blauwe netwerk in het plangebied.

De zones rondom de beken krijgen de functie van stadsrandzone. Ze vormen de plek voor het realiseren van fiets- en wandelroutes vanuit de stad naar het landschap en vice versa. Rondom de beken wordt ruimte gereserveerd om ze te laten meanderen en om nat-dras gebieden met waterbergingsfunctie te realiseren. In de stadsrandzone zijn geen nieuwe woningen gepland. De beekzone krijgt een open karakter met her en der verspreide vrijstaande beplanting.

afbeelding "i_NL.IMRO.0153.20110955-0004_0006.jpg"

Beekzone

De es

De van oudsher bestaande kleine essen of kampen in het midden en noordwesten van het plangebied worden opgenomen in het casco. Door hun ligging aan het systeem van de beekzones en de "groene mantel" hebben ze een centrale plek in het casco verkregen.

Door deze strategische ligging kunnen de gebieden betrokken worden bij het recreatieve netwerk en daarmee ook onderdeel vormen van de stedelijke uitloop vanuit het stadsdeel.

De twee essen binnen het plangebied kennen een open en reliëfrijk karakter. De landschappelijke en cultuurhistorische waarden maken dat de essen vrijgehouden worden van woningbouw. Om deze beeldbepalende gebieden nadrukkelijk open te houden dient zoveel mogelijk de bestaande agrarische functie gehandhaafd te blijven, gericht op een duurzaam beheer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0153.20110955-0004_0007.jpg"

Essen

De groene mantel en lineaire beplanting

Een nieuw groen raamwerk bestaande uit de "groene mantel" en een stelsel van lanen en houtwallen vormen de overige bouwstenen van het casco.

De groenelementen die nu aanwezig zijn in het gebied zijn in potentie beeldbepalend. Het is noodzakelijk de groenstructuur te versterken en op te waarderen. De doelstelling voor de groenstructuur is het maken en verankeren van nieuwe en aanwezige identiteitsbepalende groenelementen tot een groen en samenhangend netwerk met routes.

De "groene mantel" bestaat onder andere uit een tweetal openbare groene geledingszones die een ruimtelijke verbinding vormen van het Wesselerbrinkpark met het buitengebied. Hiervan valt de westelijke tak samen met de beekzone van de Smalenbroekbeek. De groene randzone langs de grens van het plangebied met de Groot Bruninkstraat behoort tot de "groene mantel" evenals de oostelijke uitloper van deze randzone.

De samenhang tussen de beekzone en de "groene mantel" wordt versterkt door de inzet van lanen en houtwallen. Deze overwegend lineaire elementen, bestaand en nieuw vallen deels samen met bestaande wegen, paden en kavelgrenzen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0153.20110955-0004_0008.jpg"

Groene mantel

De mantel bestaat uit een 20 tot 50 meter brede zone met bomen in een soortenvariatie met onderbeplanting met een afschermende werking. De functie van de groene mantel is drieledig: zij wordt ingezet voor de ruimtelijke en functionele verbinding van het Wesselerbrinkpark met het buitengebied, als geleding van het nieuwe woonlandschap en als ruimtelijke scheiding tussen de verschillende woonvlekken. In de mantel wordt de bestaande beplanting langs de Geessinkweg opgenomen.