direct naar inhoud van Artikel 10 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Plan: Eschmarke Zuid Oost 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20101372-0004

Artikel 10 Leiding - Hoogspanningsverbinding

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding-Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van bovengrondse hoogspanningsverbindingen met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

10.2 Bouwregels
  • a. In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemming(en) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze dubbelbestemming "Leiding - Hoogspaningsleiding";
  • b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de elektriciteitsvoorziening geldt een bouwhoogte van maximaal 50 meter;
  • c. Voor het bouwen van nutsvoorzieningen geldt per bouwwerk een goothoogte van maximaal 3 meter en een oppervlakte van 25 m² geldt;

10.3 Afwijking van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.2, onder 1 en toestaan dat in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde bebouwing wordt gebouwd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de bovengrondse hoogspanningsverbinding en vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • 1. Het is verboden op de voor “Leiding – Hoogspanningsverbinding” bestemde gronden, zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders verleende omgevingsvergunning, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die de veiligheid kunnen schaden of de continuïteit van de energievoorziening in gevaar kunnen brengen, uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren, :
    • a. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting en/of bomen;
    • b. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur;
    • c. het opslaan van materialen of stoffen, die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren;
    • d. het ophogen en egaliseren, bodemverlagen of afgraven of anderszins wijzigen in maaiveld- en weghoogte.
  • 2. Het onder 10.4.1. bedoelde verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer van de hoogspanningsverbinding betreffen, of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt.
  • 3. De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 10.4.1. zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de hoogspanningsverbinding en/of energievoorziening ontstaat of kan ontstaan.
  • 4. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld onder 10.4.1. wordt het advies ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.