direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf - Rioolwaterzuivering
Plan: Glanerbrug 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20101314-0003

Artikel 6 Bedrijf - Rioolwaterzuivering

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijf - Rioolwaterzuivering" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. rioolwaterzuiveringsinstallaties die zijn genoemd in ten hoogste categorie 4.1 uit de hoofdgroep Bedrijven van de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfstypen (bijlage 1), ten behoeve van de infrastructuur en gebouwen voor de zuivering van afvalwater;
  • b. waterpartijen, -lopen, -bergingen, wadi's, infiltratiestroken en andere voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en waterbeheersing;
  • c. niet-zelfstandige kantoorfunctie als integraal onderdeel van de bedrijfsactiviteiten tot een brutoper bedrijf van maximaal 30% van het totale bruto vloeroppervlak van de gebouwen op een bouwperceel;
  • d. bij deze doeleinden behorende bouwwerken, erven, terreinen en voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en nutsvoorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Op de voor “Bedrijf-Rioolwaterzuivering” aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd voor zover dit in overeenstemming is met het bepaalde in lid 6.1.

6.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 3 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van kunstobjecten, vlaggen- en lichtmasten mag maximaal 10 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige op de bestemming gerichte noodzakelijke gebouwde voorzieningen mag maximaal 10 meter bedragen.
6.2.4 Nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

6.2.5 Bestaande bebouwing

Bestaande bebouwing, die afwijkt van het bepaalde in de leden 6.2.1, 6.2.2, 6.2.3 en/of 6.2.4 mag worden gehandhaafd en/of vernieuwd.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.3 onder c, voor een bouwhoogte van overige op de bestemming gerichte noodzakelijke gebouwde voorzieningen tot maximaal 13 meter.

De in dit lid genoemde omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend onder de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de woonsituatie;
  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de sociale veiligheid;
  • de milieusituatie;
  • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

6.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 onder a, ten behoeve van de vestiging van een rioolwaterzuiveringsinstallatie dan wel wijziging of aanpassing van een bestaande rioolwaterzuiveringsinstallatie in een rioolwaterzuiveringsinstallatie die niet is genoemd in de hoofdgroep Bedrijven van bijlage 1 van deze regels dan wel is genoemd in één categorie hoger van die hoofdgroep, mits die rioolwaterzuiveringsinstallatie, gelet op de milieubelasting, naar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met de volgens lid 6.1, onder a, op die locatie toegestane garagebedrijven.