direct naar inhoud van Artikel 10 Cultuur en Ontspanning - Speeltuin
Plan: Glanerbrug 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20101314-0003

Artikel 10 Cultuur en Ontspanning - Speeltuin

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Cultuur en Ontspanning - Speeltuin" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de exploitatie van een speeltuin, met de daarbij behorende niet zelfstandige horeca die is genoemd in categorie 1 uit de hoofdgroep Horeca van de bij deze regels behorende Lijst van(bijlage 1);
  • b. bij deze doeleinden behorende bouwwerken, erven, terreinen en voorzieningen, zoals speelvoorzieningen, parkeervoorzieningen, fietsenstallingen, groenvoorzieningen en nutsvoorzieningen.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Op de voor "Cultuur en Ontspanning - Speeltuin" aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd voor zover dit in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 10.1.

10.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte” mogen de goothoogte en de bouwhoogte niet worden overschreden.

10.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van speelvoorzieningen mag maximaal 6 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van kunstobjecten, vlaggen- en lichtmasten mag maximaal 10 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.

10.2.4 Nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

10.2.5 Bestaande bebouwing

Bestaande bebouwing, die afwijkt van het bepaalde in de leden 10.2.1, 10.2.2, 10.2.3 en/of 10.2.4mag worden gehandhaafd en/of vernieuwd.

10.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 10.2.3, onder a voor een bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen tot maximaal 3 meter;
  • b. lid 10.2.3, onder b voor een bouwhoogte van speelvoorzieningen tot maximaal 10 meter;
  • c. lid 10.2.3, onder d voor een bouwhoogte van andere overige bouwwerken, geen gebouwenzijnde, tot maximaal 7 meter;
  • d. lid 10.2.5, voor het vervangen en/of uitbreiden van bestaande gebouwen die zijn gesitueerd buiten het bouwvlak met een vergroting die niet meer bedraagt dan 15% van de oppervlaktevan die gebouwen onder de voorwaarden dat:
    • 1. de uitbreiding van het gebouw uitsluitend op de begane grond wordt gerealiseerd;
    • 2. de goot- en bouwhoogte niet toenemen.

De in dit lid genoemde omgevingsvergunningen worden uitsluitend verleend onder de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de woonsituatie;
  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de sociale veiligheid;
  • de milieusituatie;
  • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

10.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca, anders dan vermeld in lid 10.1, onder a;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige kantoren;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.