direct naar inhoud van Artikel 18 Water - Waterloop
Plan: Hogeland-Zuid, Varvik en Diekman
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20100737-0003

Artikel 18 Water - Waterloop

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waterstaat - Waterlopen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • 1. de aanleg, het onderhoud en de instandhouding van hoofdwatergangen;
  • 2. oppervlaktewater;
  • 3. retentie van water;
  • 4. wateraanvoer en waterafvoer;
  • 5. sloten, beken, en daarmee gelijk te stellen waterlopen, vijvers, poelen, wadi's en bijbehorende kunstwerken als bruggen en duikers;
  • 6. het behoud, herstel en de ontwikkeling van landschappelijke, natuurlijke, geomorfologische, ecologische en cultuurhistorische waarden;
  • 7. natuurgebieden en natuurbeheer
  • 8. het weiden van vee en het verbouwen van gewassen;
  • 9. sier- en moestuinen;
  • 10. extensieve recreatie;
  • 11. groenvoorzieningen;
  • 12. boomsingels en houtwallen;
  • 13. uit- en inritten, en toegangswegen;
  • 14. wandel- en fietspaden;
  • 15. speelvoorzieningen en picknickplaatsen.
18.2 Bouwregels

Op de tot "Waterstaat - Waterlopen" bestemde gronden mogen uitsluitend worden opgericht bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de doeleinden omschreven in lid 19.1 met een bouwhoogte van maximaal 2 m.

18.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming toe te staan, mits de waarde van de beek niet onevenredig wordt aangetast. Hierover wordt voor de verlening van de bouwvergunning door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij het waterschap.

18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
  • 1. het ophogen, vergraven, verbreden, dempen of afdammen van waterlopen;
  • 2. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen en oppervlakteverhardingen;
  • 3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.


b. De in lid 19.4, onder a, genoemde werken of werkzaamheden zijn niet van toepassing op werken en werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen of die reeds in uitvoering waren op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan.


c. De in lid 19.4, onder a, genoemde werken of werkzaamheden worden geweigerd, indien door de uitvoering van de aldaar genoemde werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen de aanwezige landschapselementen en/of de natuurlijke waarden en/of de aanwezige archeologische, c.q. cultuurhistorische waarden in onevenredige mate worden of kunnen worden aangetast.