direct naar inhoud van Artikel 9 Waterstaat - Waterlopen
Plan: Kanaalzone - Stadion
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20092639-0004

Artikel 9 Waterstaat - Waterlopen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waterstaat - Waterlopen" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor:

  • a. de instandhouding en bescherming van waterlopen, de waterhuishouding en oeververbindingen;
  • b. de bescherming, instandhouding en verbetering van landschappelijke en natuurlijke waarden van waterlopen met de daarbij behorende oeverstroken;
  • c. bij deze doeleinden behorende voorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en andere werken.
9.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) mogen op gronden met de bestemming "Waterstaat - Waterlopen" uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van deze bestemming, zoals oeverbeschoeiingen, bruggen en duikers, met een maximale bouwhoogte van 2 meter.

9.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Voor zover de waterloop is gelegen onder de bebouwing van de oostelijke tribunes van het stadion dient de waterloop het karakter van een open waterloop te behouden.
  • b. Tot een strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval verstaan het voortdurend afgemeerd houden van vaartuigen die zijn bestemd voor het wonen of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten.
9.4 Aanlegvergunning
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het vergraven, verbreden, dempen of afdammen van waterlopen;
    • 2. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen en oppervlakteverhardingen;
    • 3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.
  • b. De onder a bedoelde verboden zijn niet van toepassing op werken en werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen of die reeds in uitvoering waren op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
  • c. De onder a genoemde aanlegvergunningen kunnen slechts worden verleend indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in lid 9.1 onder b bedoelde landschappelijke en natuurlijke waarden van de waterloop. Alvorens aanlegvergunning te verlenen wordt advies ingewonnen bij het waterschap Regge en Dinkel, zijnde de beheerder van de waterloop.