direct naar inhoud van 2.2 Grondgebruik
Plan: Buitengebied Zuidoost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20080358-0003

2.2 Grondgebruik

Het buitengebied van Enschede is nog steeds voornamelijk als agrarisch gebied in gebruik. Dit gebruik is de laatste decennia wel sterk veranderd. Door het landbouwbeleid van de Europese Unie werden veel boeren genoodzaakt tot schaalvergroting. De productie moest worden verhoogd om het inkomen op peil te houden. Met name op de bedrijven waar weinig mogelijkheden voor uitbreiding aanwezig waren, ging men tot intensivering over. Rondom Enschede heeft deze ontwikkeling slechts op zeer bescheiden wijze plaatsgevonden.

De laatste jaren neemt het aantal bedrijven dat werkzaam is in de agrarische sector gestaag af. Zo telde Enschede op 1 januari 2006 nog 280 bedrijfsvestigingen in de sector 'landbouw, bosbouw en visserij'. Een jaar later waren dat er nog 270 bedrijven werkzaam in die sector, terwijl dat aantal op 1 januari 2008 verder was teruggelopen tot 265 (Bron: CBS).

Verwacht wordt dat het aantal agrarische bedrijven in Enschede de komende jaren verder zal afnemen1, maar dat dit er niet toe zal leiden dat er veel landbouwgrond op de markt zal worden gebracht. Er is namelijk nog veel grond nodig voor extensivering van de overblijvende bedrijven, voor realisering van de ecologische hoofdstructuur en voor stedelijke functies, zoals de Usseleres, het Vaneker, het Brunink, Rutbeek-Oost en Glanerbrug-Noord.

Een gevolg van de afname van het aantal agrarische bedrijven is dat er meer agrarische bedrijfsgebouwen vrijkomen. Dat kan van grote invloed zijn op de kwaliteit van het buitengebied. De circa 400 boerenerven dragen in belangrijke mate bij aan het beeld van het buitengebied. Overal in het buitengebied worden die boererven ervaren. Verloedering of onoordeelkundig omgaan met de boerenerven zal de identiteit en daarmee de aantrekkelijkheid van het buitengebied aantasten. En het wordt daarmee ook een probleem van de stad. Het maakt Enschede minder aantrekkelijk als woon- en recreatiegemeente.

Ook de hoeveelheid cultuurgrond binnen de gemeente is volgens het CBS in de periode 1993-2005 verminderd, van 5.645 ha tot 4.323 ha. Een afname van 1.322 ha (de totale oppervlakte van het buitengebied bedraagt 10.000 ha).

In werkelijkheid zal de afname waarschijnlijk minder groot zijn, aangezien landbouwgronden die in gebruik blijven bij hobbyboeren, landbouwgronden die onder de Natuurschoonwet worden gebracht en landbouwgronden, die aan andere bedrijven in gebruik worden gegegeven - zonder ze te verkopen of te verpachten - door het CBS niet als landbouwgrond worden aangemerkt, terwijl ze feitelijk daarvoor wel worden gebruikt.